De werkgelegenheid in Zuid-Holland moet en kan omhoog. Ondanks aantrekkende economische groei staan vooral veel lager opgeleiden aan de kant. Tegelijk constateert branchevereniging Bouwend Nederland dat er behoefte is aan kwalitatief goed geschoolde mensen in de Grond-, Weg- en Waterbouw. De EPZ, de economic board van Zuid-Holland, heeft daarom samen met de Bouw- en Infrabranche en overheden in Zuid-Holland een slimme oplossing bedacht in de vorm van een Infradeal. Via de Infradeal willen zij binnen drie jaar 300 werk-opleidingsplekken creëren voor mensen die nu in de bijstand zitten. Vandaag tekenden de vertegenwoordigers van alle betrokken partijen de intentieverklaring Infradeal bij de Koningin Maximabrug in Alphen aan de Rijn.

Voorzitter van Bouwend Nederland, Maxime Verhagen: “Deze samenwerking is belangrijk: het helpt 300 mensen die nu werkloos zijn aan een opleiding en een baan. Op deze manier komen er 300 vakkrachten bij in de grond- weg- en waterbouw. Overheden zetten hun SROI (social return on investment) slim en gebundeld in zodat die SROI effectief bijdraagt aan een compleet leertraject”. Maarten Struijvenberg wethouder Werkgelegenheid en Economie gemeente Rotterdam: “Dit initiatief creëert een win-win-win-situatie en moet een voorbeeld worden voor soortgelijke projecten die de werkgelegenheid in Zuid-Holland doen groeien. Hiermee zijn we er natuurlijk niet, maar het is een begin”. Liesbeth Spies, lid programmaraad EPZ: ”De economic board van Zuid-Holland zag kansen om dit project op te schalen naar de hele provincie. Het initiatief heeft voldoende massa door inzet te mobiliseren van zowel overheden als bedrijven en onderwijs. Zo doen we iets aan twee urgenties: werkloosheid en vakkrachten”.

Deze aanpak werkt. In de Drechtsteden is als gestart met Infra Talent waarbij 8 jongens worden ingezet op het wegenonderhoud in de gemeente Dordrecht. Er is werkgarantie door de volgende toegezegde projecten: Gemeente Alphen aan den Rijn: Reconstructie Prins Bernardlaan, Gemeente Gouda: Herinrichten en ophogen Vreewijk Zuid, Regio Drechtseden: Nieuwe Dordtse Biesbosch (reeds gestart), Regio Drechtsteden: Wegenonderhoud Dordrecht (regio reeds gestart), Regio Drechtsteden: N3/A16 (Afspraken gemeente Dordrecht/RWS), Gemeente Rotterdam: Onderhoud en/of vervanging riolering, Gemeente Rotterdam: De Hoekse Lijn/metro naar Hoek van Holland, Gemeente Leidschendam Voorburg: The mall of the Netherlands, Regio Alblasserwaard –Vijfherenlanden: Herinrichting Achter de Pijp, gemeente Leerdam, Provincie Zuid-Holland: Dagelijkse Beheer en Onderhoud (DBO) Wegen regio Oost, Gemeente Katwijk: Rotonde Noordwijkerweg Rijnsburg gemeente Katwijk, Gemeente Katwijk: Princestraat / Andreasplein, Gemeente Katwijk: fietsbrug Valkenburg over de oude Rijn naar Oegstgeest, Gemeente Schiedam: Wegenonderhoud.

De volgende organisaties hebben vandaag getekend voor de Infradeal:  Bouwend Nederland, Gemeente Rotterdam, EPZ, SPG Infra Vakopleidingen, Gemeente Leiden, Gemeente Alphen aan den Rijn, Gemeente Katwijk, Gemeente Gouda, Arbeidsmarktregio Drechtsteden, Arbeidsmarktregio Haaglanden, Arbeidsmarktregio Gorinchem, Arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal, Arbeidsmarktregio Rijnmond, Provincie Zuid-Holland, ROC Da Vinci College, Techniek College Rotterdam: samenwerkingsschool van Albeda en Zadkine en het ROC Leiden.

Bekijk hier de intentieverklaring infradeal Zuid-Holland 12 sept 2016

Premier Rutte heeft vandaag het investeringsprogramma ‘Investeren in Vernieuwing’ in ontvangst genomen uit handen van de burgemeesters Aboutaleb en Van Aartsen namen de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en Commissaris van de Koning Smit namens de provincie Zuid-Holland. Het investeringsprogramma heeft als doel de economie in het dichtstbevolkte stuk van Nederland te vernieuwen en te verduurzamen.

Het programma is opgesteld door de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, de Economische Programmaraad Zuidvleugel, de Provincie Zuid-Holland, Holland Rijnland en Drechtsteden en brengt een investering met zich mee van tussen de 12 en 15 miljard euro over de komende tien jaar. Deze investeringen moeten gezamenlijk worden opgebracht door het bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden en leveren naast de noodzakelijke vernieuwing van de economie uiteindelijk ook tussen de 25.000 en 50.000 banen op in de regio waar nu al ruim 22% van het BNP wordt verdiend.

Het programma ‘Investeren in vernieuwen’ bestaat uit 150 concrete projecten die zijn aangedragen door de betrokken gemeenten, de provincie, kennisinstellingen en het bedrijfsleven. Volgens de OESO kan een dergelijk investeringsprogramma leiden tot 2 tot 4% extra economische groei. Voorzitter Aboutaleb zegt namens de samenwerkende partijen dat  een fundamenteel nieuwe aanpak nodig is.  “Onze regio biedt veel kansen voor een nieuwe, duurzame economie. Als we deze kansen beter benutten kan het bedrijfsleven innoveren en dat zorgt voor meer werkgelegenheid. Met dit programma laten we zien welke investeringen daarvoor nodig zijn.”

De plannen versterken de regio op vier gebieden: nieuwe economie, nieuwe energie, nieuwe verbindingen en nieuwe stad. Voorbeelden van projecten zijn: •Het versterken van de infrastructuur en de voorzieningen op de campussen van Delft en Leiden met als doel het aantrekken en behouden van toptalent;

  • Het opzetten van proeftuinen voor bedrijven en wetenschappers (fieldlabs) als aanjagers van economische vernieuwing die ruimte bieden voor het ontwikkelen, testen en demonstreren van nieuwe technologieën, producten en innovaties. Zoals robotisering, 3d‐printing en Big Dataprocessing;
  • Het aanleggen van nieuwe of verbeterde verbindingen met hoogwaardig openbaar vervoer, zoals volledige viersporigheid tussen Rotterdam en Den Haag en lightrailuitbreiding;
  • Omvorming van oude wijken naar duurzame, gezonde en betaalbare woon- en leefgebieden en de aanleg van slimme energygrids.

Deze regio heeft het in zich om tot de topregio’s van de wereld te horen op het gebied van voedsel, robotica, bioscience, maritiem, veiligheid en transport. De noodzakelijke economische vernieuwing moet gepaard gaan met investeringen in kennis, klimaatbestendigheid en kwaliteit van leven. De bestuurders deden woensdag dan ook een beroep op Rutte om de rijksoverheid te laten participeren in dit samenhangende investeringsprogramma dat inzet op economische structuurversterking en het beter benutten van de kracht van de regio. Naast het rijk zijn ook het bedrijfsleven, de Europese Unie en kennisinstellingen als partners uitgenodigd om het investeringsprogramma te realiseren.

Op www.investeringsprogramma.nl staan alle 150 projecten overzichtelijk bij elkaar. Ze zijn met de daar te downloaden app op een interactieve kaart te bekijken.

De wereldbevolking stijgt naar 10 miljard mensen in 2050, waarvan het overgrote deel zal leven in megasteden. Tegelijkertijd speelt de grote uitdaging om de mondiale C02-footprint sterk te verkleinen. Dit vereist een andere visie op Nederland als dé wereldwijde leverancier van food & flowers. Van Gogh schetste dat zogenaamde megacities in de toekomst in staat moeten zijn om zichzelf te voeden. Nederland heeft in dit kader een uitstekende uitgangspositie als de leverancier van kwalitatief hoogwaardig voedsel voor de megacity West-Europa. Daarnaast gaat de BV Nederland wereldwijd haar geld verdienen met het verkopen van ‘sjablonen’ die megacities helpen om hun inwoners zelf van gezonde voeding te voorzien. Van Gogh geeft aan dat wanneer we als regio slagen om deze stap te maken, het economisch rendement van de tuinbouw weer omhoog gaat en er kansen ontstaan voor nieuwe werkgelegenheid.

Martin van Gogh (CEO Hoogendoorn) wil samen met de EBZ-partners een gezamenlijke kennis- en innovatieagenda voor de tuinbouw realiseren en focus aanbrengen. Tijdens de EBZ vergadering van 8 maart 2016 presenteerde Van Gogh zijn initiatief ‘Feeding & Greening Megacities’. Afgesproken is dit initiatief verder uit te werken.

Bestuurlijk eigenaar: Martin van Gogh – in samenwerking met Adri Bom-Lemstra en Rinke Zonneveld

Meer informatie over Feeding & Greening Megacities is te vinden op de website van Greenport WO, het samenwerkingsverband van ondernemers, overheden, onderwijs- en kennisinstellingen in de tuinbouw.