Wat verstaan EBZ-partners onder inclusiviteit? En hoe kunnen we vanuit de board hier aan bijdragen in Zuid-Holland? Op verzoek van het EBZ secretariaat deed Tijmen Bormans hier onderzoek naar. Zijn belangrijkste aanbevelingen: hanteer dezelfde taal en formuleer duidelijke doelen.
Tijdens de lancering van de Groeiagenda Zuid-Holland in 2021 kwam er enige kritiek, onder meer vanuit de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling), dat er onvoldoende aandacht voor inclusiviteit is in de Groeiagenda. “Een gemiste kans”, aldus de OESO. Naar aanleiding hiervan is het secretariaat van EBZ een onderzoek gestart naar het thema ‘inclusiviteit’ in relatie tot innovatie. Dit heeft geresulteerd in een scriptie-onderzoek van Tijmen Bormans (Universiteit Utrecht). De uitgebreide samenvatting (9 pagina’s) is hier te lezen.
In het onderzoek zijn 16 ondernemers uit de EBZ-community geïnterviewd. Het blijkt dat het thema ‘inclusiviteit’ overal actueel is. Echter blijkt ook dat er meerdere interpretaties van dit begrip naast elkaar bestaan in onze regio. Dat is verklaarbaar, omdat ‘inclusiviteit’ een breed begrip is: het kan bijvoorbeeld zowel gaan om een inclusief proces (iedereen heeft de kans om mee te doen) als om een inclusief product (de uitkomst – het innovatieve product – is voor iedereen toegankelijk). Ook zijn er meerdere dimensies, namelijk: sociaal, economisch/sectoraal en geografisch.
Hoewel de geïnterviewden wisselende beelden hebben bij de rol van EBZ op dit thema, adviseert Bormans de board om meer eenduidigheid te stimuleren en doelen te formuleren om de inclusiviteit in de provincie te bevorderen. Iedereen vindt het thema belangrijk, maar er lijkt er inmiddels een soort ‘begrippenmoeheid’ te ontstaan omdat er veel beleidstermen in omloop zijn die relateren aan dit thema (denk aan ‘brede welvaart’, ‘diversiteit’, ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’, ‘inclusieve groei’, ‘digitale inclusie’, ‘impact ondernemen’, ‘sociaal ondernemen’, ‘sociale innovatie’, ‘frugal innovation’). Dit maakt dat het gesprek over dit onderwerp vaak achterwege blijft.
Linco Nieuwenhuyzen, scheidend secretaris van de EBZ: “dit scriptieonderzoek legt een heldere vraag voor aan de EBZ: wil de board wel of niet een rol spelen bij het stimuleren van eenduidige taal in de regio en het formuleren van doelen op inclusiviteit. Het lijkt mij goed als de board zich daarover komende tijd uitspreekt. Dát die eenduidigheid nodig is, toont dit onderzoek wel aan.
Mijn advies is om ieder geval inzichtelijk te maken hoe de uitvoering van de gezamenlijke Groeiagenda kan bijdragen aan inclusiviteit en wat daarvoor nodig is. Wellicht zijn daar ook doelen aan te koppelen. Als ik kijk naar het gebruikte raamwerk, dan zie ik tal van relaties met de Groeiagenda. Denk alleen al op de invalshoek economische inclusiviteit aan het betrekken van startups en MKB bedrijven bij innovatieprojecten.
Als dan vervolgens alle partners daarover in dezelfde taal spreken, is al veel gewonnen.”
Meer weten? Neem dan contact met ons op via deze link: https://www.economicboardzuidholland.nl/contact-2/