‘Wij leiden mensen op voor beroepen die soms nog niet bestaan’ – interview met Annelien Bredenoord
Als nieuw lid van de Economic Board Zuid-Holland heeft Annelien Bredenoord, voorzitter van het College van Bestuur van de Erasmus Universiteit Rotterdam, een duidelijke missie: het versterken van de maatschappelijke impact van wetenschap door nauwe samenwerking met bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties. Met haar achtergrond in ethiek, politiek en academisch bestuur wil ze bruggen slaan tussen kennis en praktijk. Binnen de EBZ ziet Annelien kansen om de regionale economie te versterken door het verbinden van onderwijs en arbeidsmarkt, en het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen zoals armoede en energietransitie.
Annelien Bredenoord is een veelzijdig bestuurder met een indrukwekkende achtergrond in zowel wetenschap als politiek. Opgegroeid in Utrecht met een vader als huisarts en veel familieleden die geneeskunde hebben gestudeerd, lag een medische carrière voor de hand. Toch koos ze een ander pad: “Ik was meer geïnteresseerd in wereldpolitiek en filosofie, in wat mensen drijft en in waarden en conflicten.” Die zoektocht bracht haar via een studie theologie in Leiden naar de politicologie, die ze beide ook afrondde.
Combinatie van ethiek, politiek en wetenschap
Tijdens haar studie combineerde ze de ethische dimensie van de gezondheidszorg met praktische politieke ervaring. Ze werkte als student-assistent medisch ethiek aan het Leids Universitair Medisch Centrum en was tegelijkertijd fractiemedewerker voor D66 in Leiden. “De combinatie van ethiek, politiek en wetenschap loopt sindsdien als een rode draad door mijn carrière.”
Na haar afstuderen promoveerde Annelien op het gebied van de ethiek van nieuwe technologieën in de gezondheidszorg. Ze bouwde een loopbaan in de wetenschap uit en werkte in diverse academische ziekenhuizen. “Wat me zo aanspreekt in een ziekenhuis is dat het het mensenleven in een notendop is. Mensen worden er geboren en gaan er dood. Je loopt er tegen de grote existentiële vragen aan.”
Maatschappelijke impact van de universiteit
Annelien ziet veel parallellen tussen haar rol als bestuurder en haar achtergrond als ethicus: “Volgens mij bestaat het leven van een bestuurder uit veel morele dilemma’s. Je kunt lang niet altijd het goede nastreven, maar soms gaat het echt om het minst slechte. Dit komt ook in mijn huidige functie bij de Erasmus Universiteit Rotterdam sterk naar voren. Als universiteit zijn we een publieke instelling die wordt betaald met belastinggeld. Dan moet je zorgen dat je kennis en inzichten ontwikkelt die er maatschappelijk toe doen.”
Onder haar leiding zet de Erasmus Universiteit Rotterdam stevig in op maatschappelijke impact. Annelien verwijst daarbij naar de slogan “positive societal impact” die ook fysiek zichtbaar is op de campus. Ze benadrukt dat wetenschap niet op zichzelf staat, maar altijd verbonden moet zijn met de samenleving:
“We zijn een engaged university. We proberen in co-creatie met bedrijven, buurtorganisaties, welzijnsinstellingen en lokale overheden kennisvragen op te halen en daar onderzoek van te maken. Uiteindelijk kan het wetenschappelijk proces kennis, inzichten en interpretaties geven die ons echt gaan helpen met het begrijpen van de wereld. En daardoor met het oplossen van vraagstukken rondom armoede, woningnood, criminaliteit, migratie en economie. De wetenschap kan voor deze dilemma’s niet het beleid maken, maar kan wel zorgen dat de overheid dat geïnformeerd doet.”
“Studeren aan een universiteit betekent veel. We hebben een belangrijke emancipatiefunctie. We zijn de grootste eerste-generatie-universiteit van Nederland. Veel studenten zijn de eersten in hun familie die naar de universiteit gaan. We hebben een heel actief outreach-programma op basisscholen in Rotterdam. Zo nemen we onze maatschappelijke rol op in de aanpak van regionale ongelijkheid. Rotterdam-Zuid, een van de armste gebieden van Nederland, vormt een belangrijk aandachtsgebied.”
Bijdrage aan de Economic Board Zuid-Holland
Die sociale betrokkenheid sluit nauw aan bij de agenda van de Economic Board Zuid-Holland (EBZ), waar de Erasmus Universiteit Rotterdam partner van is. Annelien ziet de EBZ als een cruciaal platform om kennis te delen, samenwerkingsverbanden te smeden en maatschappelijke innovatie te bevorderen. Ze beschouwt de samenwerking met EBZ als wederkerig en essentieel. “Wij brengen een extreem grote kennis- en opleidingsmotor mee. Het helpt ons om onderwerpen voor onderzoek te identificeren die rechtstreeks uit de samenleving komen. Bedrijven kunnen bij ons aankloppen met vragen waarvoor nog geen oplossing bestaat, en wij kunnen daarop inspelen met nieuwe kennisontwikkeling.”
“De triple helix zou je willen uitbreiden met maatschappelijke organisaties. Je kunt de complexe vraagstukken van vandaag, zoals weerbaarheid of energietransitie, alleen maar met verschillende spelers aanvliegen. Wij merken bij de bedrijven in ons netwerk dat ze echt zitten te wachten op opgeleide mensen die hieraan kunnen werken.”
“Wij leiden mensen op voor beroepen die soms nog niet bestaan. Je leert hier kritisch denken en vragen stellen, de ‘21st century skills’. We richten ons op het omgaan met nieuwe technologie en met hele grote hoeveelheden onzekere informatie. Daarin vullen we de bredere opleidingswaaier aan, naast hogescholen en mbo-instellingen.”
“De gezamenlijke Human Capital Agenda is heel belangrijk voor het versterken van de regionale arbeidsmarkt. De bedrijven in de regio, zeker in en rond de haven, zitten te springen om personeel. Die koppeling tussen onderwijs en arbeidsmarkt is precies waar EBZ op inzet, en waar wij als universiteit veel waarde aan hechten. Kijk bijvoorbeeld naar de samenwerking binnen het LDE-consortium (Leiden-Delft-Erasmus) en de convergentie met het Erasmus MC en de TU Delft. Deze netwerken dragen bij aan regionale innovatie.”
Politieke bedreigingen
Het politieke klimaat is momenteel wel een grote zorg. De voorgenomen Wet Internationalisering in Balans ziet Annelien als een bedreiging voor de internationale oriëntatie van het Nederlandse hoger onderwijs. “We hebben 150 nationaliteiten op de Erasmus Universiteit Rotterdam. Wetenschap is per definitie internationaal. We merken dat internationale collega’s zich minder welkom voelen in Nederland. Een verdere ‘braindrain’ maakt het steeds onaantrekkelijker om wetenschappelijke carrière in Nederland op te bouwen. Het is natuurlijk heel tegenstrijdig dat in het regeerakkoord 85 keer staat dat innovatie de oplossing is, maar vervolgens is onderwijs de grootste bezuinigingspost in decennia. Dat kan niet.”
“Hiervoor ben ik 3,5 jaar rector geweest en dan ben je verantwoordelijk voor onderwijs en onderzoek in het collegebestuur. Als voorzitter heb ik nu een integrale portefeuille, met meer verantwoordelijkheid voor de externe kant van de universiteit. De hele politieke kant, zowel gemeenteraad, provincie en het Rijk ken ik ook goed. Ook Brussel, want daar ben ik afgelopen jaar adviseur geweest van de Commissie over het nieuwe innovatiebeleid.” Anneliens ervaring in de politiek helpt haar hierbij. “Ik ben jarenlang voorzitter van D66 Utrecht geweest en heb 8 jaar in de Eerste Kamer gezeten. Dat geeft je een soort ervaringskennis die je niet uit een boekje kunt halen. Je leert door de regels heen te kijken.”
Als bestuurder van een universiteit die midden in de samenleving staat, zoekt Annelien naar verbinding: tussen wetenschap en maatschappij, tussen onderwijs en arbeidsmarkt, tussen lokale vraagstukken en internationale samenwerking. Ze ziet universiteiten als essentiële schakels in het oplossen van complexe vraagstukken als armoede, energietransitie en woningnood. “Ik ben als verbinder van verschillende domeinen op mijn sterkst. De grote problemen van deze tijd vragen om technologische én sociale innovatie. Die gaan hand in hand.” Haar boodschap is helder: de kracht van de universiteit zit in de verbondenheid met de omgeving, in samenwerking met andere kennisinstellingen, overheden en bedrijven, en in het opleiden van studenten die bijdragen aan een betere wereld.
foto’s: Erasmus Universiteit Rotterdam (Alexander Santos Lima)