Vanaf 1 maart heeft Henk Bakker uit Nieuwkoop het stokje overgenomen van Ferrie Förster als Programmamanager Human Capital Zuid-Holland. Henk brengt veel ervaring mee als onafhankelijk adviseur en projectmanager en als leidinggevende van succesvolle teams bij onder andere Capgemini Invent, Berenschot en Ecorys. Hij houdt van sport en bewegen, is een echte familieman en vertoeft graag veel op de Friese meren en Nieuwkoopse plassen. Henk kan niet wachten om samen met het Human Capital team en alle partners weer nieuwe successen te behalen in de uitvoering van de Human Capital Agenda 2.0. 

Jij was al bekend met de Human Capital Agenda (HCA) vanuit je rol bij de WIJIJ- coöperatie, wat was jouw motivatie om voor deze rol te gaan?

“Ja, klopt. Ik was daar voorzitter van en ik was er trots op dat WIJIJ door de Economic Board Zuid-Holland is erkend als belangrijk project voor het realiseren van Leven Lang Ontwikkelen en voor het modern matchen op skills in de provincie. Maar ik was daarvoor al bekend met de HCA vanuit mijn consultancy opdrachten voor onder andere de Rotterdamse Leerwerkakkoorden. Ferrie Förster, mijn voorganger als programmamanager, kende ik ook al. Hij vertelde me met veel enthousiasme over de HCA, het team en wat er – ook bevestigd via onafhankelijk evaluatieonderzoek van SEOR – in de eerste jaren van de HCA al is bereikt. Daar wilde ik wel bij horen natuurlijk! Ik wil helpen om verder te bouwen. Als inwoner van Zuid-Holland is het voor mij extra motiverend om in mijn eigen provincie te werken aan de aanpak van personeelstekorten en het zorgen dat mensen mee kunnen komen bij het geweld van alle transities en veranderingen in de economie en op de arbeidsmarkt. Het gaat echt ergens over! 

“Betrokken, gedreven en Friese nuchterheid”

Wat kenmerkt jou en welke eigenschappen ga je zeker inzetten als Programmamanager HCA?

“Woorden die bij me opkomen bij deze vraag zijn: betrokken, gedreven, Friese nuchterheid, open, ervaren, meedenkend, optimistisch, mensgericht, verbindingsgericht, cocreatie en resultaatgericht. Dat zijn volgens mij wel begrippen die mij zo’n beetje kernschetsen. Ik denk dat ik ook om die reden in beeld gekomen bij de Economic Board en de provincie Zuid-Holland. Er werd gezocht naar iemand die veel ervaring heeft in multistakeholder-omgevingen rondom human capital-uitdagingen, iemand die samenwerking hoog in het vaandel heeft staan. Voor mij is dat een vanzelfsprekendheid en dat heb ik in mijn lange periode met consultancywerkzaamheden ook altijd toegepast. Vooral op snijvlakken vindt innovatie en groei plaats en alleen gezamenlijk kunnen hoge ambities worden gerealiseerd.” 

“Die verbindingen benutten en integraal oppakken is efficiënt en is een krachtige basis voor impact.”

Als je denkt aan het beeld dat jij had van de Human Capital Agenda Zuid-Holland, wat is er bevestigd en wat was nieuw voor jou?

“Het beeld dat ik had is zeker, in positieve zin, bevestigd. Dat de HCA en het HCA-team heel doordacht gepositioneerd is in de driehoek van Economic Board Zuid-Holland, provincie Zuid-Holland en InnovationQuarter, had ik me vooraf nog niet zo gerealiseerd. Dat vind ik heel slim, door de goede verbindingen met bedrijven, kennisinstellingen, overheden en dienstverleners. Die verbindingen benutten en integraal oppakken is efficiënt en is een krachtige basis voor impact. Verder merk ik meteen hoe goed er wordt samengewerkt met een gecommitteerde taskforce Human Capital. Deze wordt gevormd door bestuurders van bedrijven, overheden en onderwijs- en kennisinstellingen, en hierin zitten zowel private als publieke partners. Ik heb voor veel andere regio’s en in landelijke programma’s voor veel ministeries gewerkt als extern adviseur, dus ik kan oprecht zeggen dat het wel heel erg bijzonder is wat er staat in Zuid-Holland. Fijn om daar nu zelf als programmamanager deel van te mogen uitmaken.” 

Waar ga je beginnen in deze nieuwe rol als programmamanager Human Capital?

“Never change a winning team” en “never change a winning formula”, daar ben ik het helemaal mee eens. We moeten dit wel voortdurend verbeteren en steeds blijven inspelen op nieuwe kansen. Met het team en samen met alle stakeholders willen we wat dat betreft in de volgende fase vooral ook het accent leggen op het realiseren van nog meer impact. Die is al fors volgens het onderzoek dat SEOR uitvoerde, maar de ambitie is hoger. Zoals meer instroom in functies waar personeelstekort is, meer opleiden, meer om- en bijscholing, meer leerwerkarrangementen en meer benutting van talent. Maar ook aandacht voor niet-direct meetbare zaken, zoals een sterk ecosysteem voor werken, leren en innoveren en een verdere versterking van de lobby. Samenwerking is daarbij het sleutelwoord.” 

Wat zie jij als je belangrijkste doel in de rol als Programmamanager voor de Human Capital Agenda Zuid-Holland?

“Verbinden en enthousiasmeren en daarmee voorop gaan in de Human Capital-strijd. Ik wil ook zorgen voor goede randvoorwaarden voor het team om succesvol en om met plezier te kunnen werken. Ik zal alle stakeholders goed betrekken en gezamenlijk eigenaarschap van het vraagstuk stimuleren bij bedrijven, instellingen, in branches en bij zowel onderwijs als overheden. Het is aan mij om goed kijken waar er kansen liggen. Ik zal kijken naar welke HCA-acties het verschil kunnen maken, daar wil ik me vooral op richten. En dat kan alleen met een sterk team en dat staat er ook. De evaluatie van SEOR, opgeleverd begin 2022, toonde dat ook duidelijk aan: de stakeholders zijn heel erg te spreken over het HCA-team. Ik vind het een eer om daar nu deel van te mogen uitmaken en om dit team te mogen leiden en faciliteren.” 

Wat kan de regio in het komende jaar verwachten vanuit de Human Capital Agenda?

“Ik ben net gestart en nu druk aan het inwerken. Maar wat ik wel alvast kan zeggen is dat we de ingezette lijn willen voortzetten, met specifieke aandacht voor de speerpunten die in de Human Capital Agenda 2.0 zijn omschreven en met de ambitie om de impact van de HCA verder te vergroten. De regio mag erop rekenen dat we weer met veel nieuwe impulsen komen. Van inspiratiebijeenkomsten en toegankelijk en laagdrempelig meedenken met bedrijven, opleiders en samenwerkingsverbanden, tot co-creatie van nieuwe arrangementen. We hebben veel expertise en mogelijkheden in huis, zelf en via onze partners. Dat is allemaal voor de regio beschikbaar. Het team heeft er zin in. Ik zelf incluis!” 

“Ik heb er onwijs veel zin in. De deur staat open en de telefoon en e-mail staan aan!” 

Bedrijven, overheden en kennisinstellingen uit Zuid-Holland roepen de landelijke politiek op om Nederland toegankelijk te houden voor internationaal talent. Er is maatwerk per instelling nodig in verband met de verschillen tussen steden en onderwijsinstellingen. ‘Maatwerk’ als uitgangspunt, waarbij de invulling aan de instellingen zelf wordt over gelaten, daar wordt in deze brief voor gepleit.

“De provincie Zuid-Holland draait op het talent van haar inwoners.” Daarmee openen de Economic Board Zuid-Holland (EBZ), de Economic Board The Hague (EBTH) en Economic Development Board Drechtsteden (EDB) in een gezamenlijke brief aan de minister van Onderwijs, de minister van Economische zaken en de leden van de Tweede Kamer. Het aantrekken en behouden van internationaal talent is een belangrijk onderdeel in de Human Capital Agenda van Zuid-Holland.

De aanleiding van de brief is de motie die de Tweede Kamer heeft aangenomen, waarbij hogescholen en universiteiten worden gevraagd om een stop te zetten op het actief werven van internationale studenten. De instroom van internationale studenten kan zorgen voor uitdagingen, zoals de kwaliteit van onderwijs of krapte op de woningmarkt. Wat Zuid-Holland betreft is het noodzakelijk om gezamenlijk tot een toekomstbestendig pakket aan maatregelen te komen dat lokaal kan worden ingezet. Er is juist behoefte aan het aantrekken en behouden van internationaal talent voor het verdien- en innovatievermogen in Zuid-Holland. Te generieke maatregelen op landelijk niveau zijn schadelijk voor de sociaal-economische ontwikkeling van de regio. En laten we niet vergeten dat de Nederlandse beroepsbevolking daalt door demografische omstandigheden de komende decennia, waardoor wij internationaal talent hard nodig hebben.

Het aannemen van de motie door de Tweede Kamer leidt tot onvoldoende aandacht voor regionale behoeftes en behoeftes van individuele onderwijsinstellingen en gemeenten. Het versterkt een negatief sentiment rondom instroom van internationale studenten naar hogescholen en universiteiten. EBZ, EBTH en EDB benadrukken het belang van een regionale dialoog  om gezamenlijk tot een goed pakket aan maatregelen te komen en om het maatwerk aan instellingen zelf over te laten.

Tim van der Hagen (Rector en Voorzitter college van Bestuur TU Delft): “Als TU Delft vinden we het belangrijk dat universiteiten en hogescholen kunnen beschikken over instrumenten om de instroom van studenten duurzaam en effectief te kunnen beheersen, met name om de instroom van niet-EER studenten te kunnen beperken. De instrumenten zijn er nu niet, daarbij is maatwerk essentieel.”

Martin Van Gogh (Directeur Batenburg Techniek):”Het is noodzakelijk voor bedrijven om toegang te houden tot alle beschikbare talenten, dus ook internationaal talent.”

De Human Capital Agenda Zuid-Holland richt zich op een veerkrachtigere arbeidsmarkt in de provincie. Eind 2021 werd voor een van de routes van de agenda ‘het aantrekken en behouden van internationaal talent’ het project ‘Internationaal Talent Programma’ gelanceerd. Het Internationaal Talent Programma heeft als doel om 500 internationale werknemers aan te trekken en/of te behouden. Waarom is dit essentieel? Een aantal cijfers uit de brief:

  • In de technieksector, waar een flink arbeidstekort is, is de blijfkans van internationaal talent hoog, namelijk 30-40%
  • In andere sectoren zien we dat de blijfkans gemiddeld 25% is en dat dit percentage groeipotentieel heeft

We werken er als regio hard aan om internationaal talent niet alleen naar Nederland toe te laten komen voor een studie, maar dat dit talent hier blijft om te werken, wonen en een bijdrage levert aan te toekomst van Nederland. Dit draagt niet alleen bij aan de arbeidstekorten op specifieke functies, maar ook aan de internationale marktpositie van Zuid-Holland. Denk hierbij aan organisaties die internationaal-gericht zijn, maar ook aan de innovatiekracht van ons land.

Lees hier voor de volledige brief

De taskforce Energietransitie van de Economic Board Zuid-Holland werkt aan het emissievrij maken van Zuid-Holland en in de Dream Hall van de TU Delft hebben de leden zich laten inspireren door studenten die werken in zogenoemde ‘dreamteams’. Lees hier over de innovatieve teams en de thema’s waar de taskforce zich in 2023 op zal richten.

In deze Dream Hall ging de taskforce in gesprek met verschillende innovatieteams:

  • het Brunel Solar Team, het team wat werkt aan auto’s op zonne-energie
  • het Hydromotion Team: een team wat werkt aan boten die worden aangedreven door groene energie
  • het Hyperloop team: een team wat werkt aan het transportatiesysteem van de toekomst werkt, “met een pod in een lichtdrukbuis in 30 minuten van Amsterdam naar Parijs”.

Tijdens de bijeenkomst gaf Melanie Provoost van brancheorganisatie Geothermie Nederland een presentatie over geothermie (aardwarmte). Daarnaast stond de taskforce  ook stil bij belangrijke focuspunten en concrete projecten voor 2023 op het gebied van energietransitie.

Dit alles met als doel: het vernieuwen, verduurzamen en versterken van de economie en het vestigingsklimaat in onze regio.

Thema’s waar de taskforce Energietransitie van de EBZ zich in 2023 op zal richten zijn:

  • de inzet van geothermie
  • het benutten van industriële restwarmte
  • de realisatie van een waterstofhub
  • de gerelateerde maakindustrie, zoals bijvoorbeeld elektrolysers: ‘batterijen’ die waterstof produceren.

De EBZ verwelkomt met veel enthousiasme twee nieuwe taskforceleden Energietransitie: Karen de Lathouder (CEO BP NL) en Yvonne van Delft (wethouder Duurzaamheid in Leiden en trekker van de Regionale Energie Strategie Holland Rijnland).

Op deze pagina lees je meer over de taskforce Energietransitie.

 

 

Digitalisering lijkt voor bedrijven in de Grond- Weg- en Waterbouwsector achter te blijven. Het is een onmisbare ontwikkeling om de productiviteit binnen de infrasector te verhogen en om de kwaliteit in de sector te verbeteren. Om die reden roepen Stichting Rondom GWW en de Gemeente Rotterdam Digicampus GWW in het leven.

De Human Capital Agenda heeft als doel om van Zuid-Holland dé regio te maken waar de arbeidsmarkt structureel en duurzaam wordt verbeterd, zodat bedrijven kunnen beschikken over voldoende werknemers met de juiste scholing en skills: nu en in de toekomst. Daarom is er voor dit Human Capital deelakkoord €315.000 subsidie verstrekt vanuit de provincie Zuid-Holland.

Tijdens de vakbeurs InfraTech in Ahoy Rotterdam is op 18 januari feestelijk gevierd dat het Digicampus GWW deelakkoord is ondertekend door Karel Ossewaarde (voorzitter Stichting Rondom GWW), Ronald Zandbergen (voorzitter RegioIngenieur) en Jeffrey van Meerkerk (voorzitter Taskforce Human Capital van de Economic Board Zuid-Holland).

Digicampus GWW is een platform met de missie om iedereen in de Grond- Weg en Waterbouwsector digitaal vaardiger te maken en tegelijkertijd slimmer digitaal te laten samenwerken in projecten. Het platform is een initiatief van Stichting Rondom GWW, RegioIngenieur en de Economic Board Zuid-Holland.

Met de ondertekening van het deelakkoord Digicampus GWW wordt er een belangrijke stap gezet  om in de komende twee jaar het platform te ontwikkelen. worden trainingen en tools aangeboden worden om de digitale vaardigheden van medewerkers in de infrasector te verbeteren en projecten efficiënter te laten verlopen, doordat er digitaal meer aansluiting is tussen verschillende partijen.

De ondertekening markeert het startpunt van een ambitieus project dat zich richt op het versterken van de digitale concurrentiekracht van de GWW-sector en het verhogen van de productiviteit in de sector.

Jeffrey van Meerkerk, voorzitter van de Taskforce Human Capital van de Economic Board Zuid-Holland: “Digicampus GWW levert een belangrijke bijdrage aan het leven lang ontwikkelen en verbeteren van de digital skills in de Grond- Weg- en Waterbouwsector. Dit is wederom een mooi deelakkoord dat we vanuit de Taskforce met de triple helix bewerkstelligen. Het draagt bij aan de digitale transformatie van de infrasector en maakt ook de GWW-sector aantrekkelijker voor nieuwe instroom.

Willy de Zoete, gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland: “Digicampus GWW is een win-win: aan de ene kant ondersteunt het ‘leven lang ontwikkelen’ van werknemers en aan de andere kant stimuleert het bedrijven in die sector om te digitaliseren. Met dit Human Capital deelakkoord zetten we een volgende stap in de ontwikkeling van de digitale economie in Zuid-Holland.”

Digicampus GWW wordt in de komende maanden verder onder de aandacht gebracht bij allerlei partijen in de infrasector. Verder nodigt Digicampus GWW iedereen uit de branche aan om zich aan te sluiten. Meer informatie hierover kan worden gevonden op de website: www.digicampusgww.nl

Hij is 35 jaar en heeft in zijn carrière nu al veel impact gemaakt in de regio. Na het behalen van zijn Master Technische Bestuurskunde aan de TU Delft, werd Ferrie al snel wethouder Economie, Cultuur en Ruimtelijke Ordening voor de gemeente Delft. Een van zijn successen hierbij was de opening van een doorgroeigebouw van YES!Delft en het starten van RoboValley in samenwerking met de TU Delft. Na 4 jaar wethouder te zijn geweest, nam Ferrie, als programmamanager, de verantwoordelijkheid voor het opstellen en uitvoeren van de Human Capital Agenda voor Zuid-Holland. Met maar één doel: in samenwerking met bedrijven, overheden en kennisinstellingen de arbeidstekorten in de regio terugdringen. Inmiddels zijn daar al 69 partners bij aangesloten.

Vanaf 1 november 2022 bekleedt Ferrie de rol van Secretaris van de Economic Board Zuid-Holland.

In wat voor Zuid-Holland kom je terecht?

“We staan voor een aantal forse uitdagingen. Inflatie zorgt ervoor dat de maandlasten zowel voor de inwoners als voor bedrijven enorm zijn toegenomen. Daarnaast hebben we grote uitdagingen op het gebied van energietransitie en op de arbeidsmarkt. In maart zijn er Provinciale Staten verkiezingen, dan zal de nieuwe coalitie in Zuid-Holland onder andere bepalen hoe we uitvoering geven aan het stikstofbeleid. We moeten als regio echt kijken naar waar we willen staan in 2050 en dat betekent, voor de EBZ, keuzes maken: waar gaan we als eerste mee aan de slag? Welke partij pakt welke rol? En hoe kunnen we versnellen?”

“Ik kijk ik elke dag naar mijn positie en hoe ik daarmee impact kan maken voor een beter Zuid-Holland.”

Met welk toekomstbeeld ben je opgegroeid?

“Mijn vader vond het heel belangrijk dat we überhaupt op een leefbare wereld op zouden groeien; hij had daar in de jaren ’80 al sterke zorgen over. Toen besefte ik het nog niet zo goed, maar als je nu naar de klimaatuitdagingen kijkt, dan schrik ik wel. Mijn vader had dus in de jaren ’80 al gelijk: we moeten meer ons best doen om de planeet leefbaar te houden voor onze kinderen en onze kleinkinderen. Als we op deze manier doorgaan dan wordt deze planeet onleefbaar.

Mijn moeder heeft altijd gezegd dat ik iedere dag het beste uit mezelf moet halen en elke dag kritisch moet kijken hoe ik de meeste toegevoegde waarde kan leveren. Daarom wil ik iedere dag een betere versie van mezelf zijn en buiten mijn comfortzone treden. Ik kijk elke dag naar mijn positie en hoe ik daarmee impact kan maken voor een beter Zuid-Holland.

“Als kind wilde ik altijd timmerman worden, maar ik besefte later dat ik mijn capaciteiten anders kon inzetten en om met mijn hersens te ‘bouwen’.”

Wat wilde je worden?

Als kind wilde ik altijd timmerman worden, maar ik besefte later dat ik mijn capaciteiten anders kon inzetten om een verschil te maken, en om met mijn hersens te ‘bouwen’ aan de regionale economie. Op mijn 26e kreeg ik de kans om wethouder te worden en toen gingen er deuren voor mij open die anders niet open waren gegaan. Vanuit deze rol sprak ik met mensen en organisaties die veel invloed uit kunnen oefenen. Ook vanuit mijn rol als Programmamanager Human Capital was ik continu bezig met de vraag: ‘aan welke knoppen op de arbeidsmarkt kunnen we draaien vanuit de regio?’ Als secretaris van de EBZ kan ik vanuit een nog breder speelveld aan die knoppen draaien.”

Welke ervaring neem je mee uit je wethouderschap in Delft?

“Als politicus wilde ik zoveel mogelijk mensen tevreden houden, want in die rol wil je het liefst besluiten nemen waar iedereen achterstaat. Maar soms moet je een boodschap brengen die een kleine minderheid niet leuk vindt en die noodzakelijk is voor het grotere belang. Soms moet ik ongemakkelijke gesprekken voeren, die essentieel zijn voor het overkoepelende belang van Zuid-Holland. Als je zo’n gesprek vanuit de inhoud benadert, hoeft een discussie niet in de weg te staan van een persoonlijke relatie.”

Wat bracht je voorganger Linco Nieuwenhuyzen mee naar de EBZ?

“In mijn ogen is Linco heel goed in het snel analyseren van de problemen die er zijn. Hij zet ze snel uiteen en ziet ook oplossingen. Dat zijn echt ongelofelijke kwaliteiten. Hij versterkt de denkkracht die je hebt als organisatie.”

Welke persoonlijke kwaliteiten neem jij mee in je rol als secretaris bij de EBZ?

“Ik ga al heel wat jaren mee in deze regio, en breng vooral mijn netwerk en ervaring als bestuurder en programmamanager mee. Hierdoor heb ik veel kennis van de uitdagingen van de EBZ. Hoe meer mensen zich scharen achter onze ambitie, visie en strategie, des te sneller weten partijen elkaar te vinden en des te sneller verwezenlijken we onze doelen. Ik streef ernaar om benaderbaar te zijn, mijn gezicht veel te laten zien. Ik ga volledig gecommitteerd deze functie oppakken. Alle uitnodigingen die ik nu al heb mogen ontvangen, zijn heel waardevol.”

Je hebt binnen de Human Capital Agenda heel concrete commitment gekregen van partijen in de regio. Welke concrete commitments hebben Zuid-Hollandse partijen over 3 jaar afgegeven?

“De energietransitie is naar mijn mening op dit moment de belangrijkste uitdaging. We moeten in Zuid-Holland ons uiterste best moeten doen om de afgesproken bijdrage aan de CO2-reductie in 2030 te halen en geen kansen laten liggen. In de Circulaire Agenda worden hele concrete doelstellingen genoemd; zo concreet wil ik de targets ook met de partners van de EBZ afspreken. Je hoort vaak ‘we willen het’ en ‘we moeten het’, maar ik ga graag het gesprek aan over hoe partners dit daadwerkelijk laten zien en wat ze hiervoor nodig hebben. Het is de taak van de EBZ om de partijen bij elkaar te brengen die dit individueel niet kunnen. Meedoen met de EBZ is vrijwillig, niet vrijblijvend. Organisaties dienen, samen met hun medewerkers, echt hun bijdrage te leveren om binnen hun mogelijkheden zaken te versnellen. Met de Human Capital Agenda zijn we letterlijk klassen aan het vullen en mensen aan het omscholen naar de IT en techniek.

“Vernieuwende denkkracht in de EBZ is heel waardevol, want hiermee kunnen verschillende partijen elkaar inspireren.”

Welk profiel zou jij graag aan de EBZ toe willen voegen?

“Ik zou graag jonge, innovatieve boardleden met een frisse blik willen verwelkomen, bijvoorbeeld start-ups. Ik weet dat deelname aan de EBZ tijd en energie kost, dus men moet voelen dat het van toegevoegde waarde is in de eerste, veelvragende fase van een organisatie. Ik ben daarom ook andere vormen van betrokkenheid aan het onderzoeken, zodat we de input van dit soort bedrijven mee kunnen nemen. Vernieuwende denkkracht in de EBZ is heel waardevol, want hiermee kunnen verschillende partijen elkaar inspireren. Een scale-up die de energietransitie kan versnellen, zou bijvoorbeeld van grote toegevoegde waarde zijn.

De verschillende taskforces binnen de EBZ zijn wat concreter, daardoor zien we dat steeds meer innovatieve bedrijven lid zijn en een actieve bijdrage leveren. De samenwerking met InnovationQuarter (IQ) is ook heel belangrijk, omdat we elkaar als organisaties versterken. We kunnen, vanuit de EBZ, draagvlak creëren en de strategische lijnen uitzetten, waarbij IQ de uitvoerende kracht is voor Zuid-Holland.”

Denk je al voorzichtig na over een stap ná de EBZ?

“Ik hoop deze functie toch wel een heel aantal jaren te mogen vervullen. Vervolgens hoop ik op een plek terecht te komen waar ik met een eigen organisatie of in samenwerking met andere organisaties ook echt een verschil kan blijven maken. Ik ben gepassioneerd geraakt over publieke en private samenwerkingen en de mogelijkheden die ontstaan. Ik begrijp de publieke kant en kan er goed mee omgaan. Daarnaast houd ik ook graag de snelheid erin en ben ik resultaatgericht. Deze twee werelden met elkaar verbinden vormt de rode draad door mijn loopbaan.”

“Collectief en vernieuwend te werk gaan: dat is mijn doel bij de EBZ.”

Een laatste woord?

“Een afspraak die ik wil maken met al onze partners is dat we het ook echt als regio moeten gaan doen. We focussen ons op waar we als regio gezamenlijk kunnen optrekken en hoe we samen onze schouders onder de doelstellingen kunnen zetten. Dat is de enige manier waarop we massa kunnen bereiken. Durven loslaten hoe we sommige dingen nu doen en niet op eilandjes zitten, maar collectief en vernieuwend te werk gaan: dat is mijn doel bij de EBZ.”

 

Begin van de zomer is WIJIJ (spreek uit: wij-jij) gestart in de regio Holland Rijnland (van Alphen aan de Rijn, Leiden tot Noordwijk) om een impuls te geven aan de arbeidsmarkt. WIJIJ, een landelijk platform dat regionaal acteert, brengt talent en werk bij elkaar door te matchen op vaardigheden, soft skills en passie. Dit gecombineerd met een breed pakket aan online-opleidingen en trainingen, zorgt voor een duurzame aanpak waarin de routes uit de Human Capital Agenda Zuid-Holland: ‘van werk naar werk’ en ‘leven lang ontwikkelen’ een belangrijke rol spelen. Over deze succesvolle samenwerking, met behulp van de subsidie van de provincie Zuid-Holland, spraken wij met Carolien Wetzels, Projectadviseur Human Capital Zuid-Holland, en Marjan Lancee, directeur van WIJIJ. In dit interview vertellen zij over de vernieuwende aanpak van WIJIJ, de bijdrage van dit initiatief aan de arbeidsmarkt en hoe zowel talent als werkgevers hiervan kunnen profiteren.

Hoe sluit WIJIJ aan bij de Human Capital Agenda Zuid-Holland?

Carolien: “Vanuit de Human Capital Agenda zijn we altijd op zoek naar succesvolle initiatieven waarmee we de arbeidsmarkt in de regio Zuid-Holland kunnen verbeteren. In het project WIJIJ zagen we de mogelijkheid om het eerdere pilotproject ‘Talent op Maat’ verder op te schalen. We kijken vanuit economisch perspectief naar de arbeidsmarktontwikkeling, en zoeken oplossingen waarmee we het gat tussen bedrijven en mensen met de juiste skills en scholing kleiner kunnen maken. De aanpak van WIJIJ en het online portal helpen hierbij, doordat WIJIJ werkt met unieke e-portfolio’s, waarin nadrukkelijk aandacht is voor andere aspecten dan die standaard op een cv te zien zijn.”

Waarin onderscheidt WIJIJ zich op de arbeidsmarkt en hoe helpt dit de werkgever?

Marjan: “WIJIJ is een ‘do-it-yourself-platform’, je pakt zelf de regie. Wie zich inschrijft gaat aan de slag met een e-portfolio. Dit is een modern profiel, veel uitgebreider dan een CV. Via vragen en persoonlijkheidstesten op het platform word je uitgedaagd om eens anders naar jezelf te kijken en om goede eigenschappen, talenten, passies en soft skills in kaart te brengen. Dat levert verrassende inzichten en kansen op.”

“Ook voor werkgevers is het platform verhelderend doordat talent vanuit een ander perspectief wordt weergegeven in het opgebouwde e-portfolio. Dit brengt hen in contact met een breder potentieel aan nieuwe en gemotiveerde medewerkers.”

Een ander verschil zit er in de gekozen bedrijfsvorm: WIJIJ is een publieke-private samenwerking en een coöperatie. Dit houdt in dat de kosten laag blijven en dat werkgevers lid kunnen worden.”

Carolien: ”Een van de andere aspecten die in dit project sterk naar voren komt, is de mogelijkheid tot het volgen van opleidingen en cursussen die WIJIJ aanbiedt. ‘Van werk naar werk’ en ‘leven lang ontwikkelen’ zijn speerpunten in de Human Capital Agenda van de Economic Board Zuid-Holland (EBZ). Daarom ondersteunen we als provincie initiatieven met opties voor bij- en omscholing en de aansluiting tussen werkgevers en talent, bijvoorbeeld in door kansen in een andere sector.”

Waarom is dat belangrijk?

Carolien: “Kijk naar de arbeidsmarkt van vandaag, bijvoorbeeld in de technische sector. Het aantal mbo-studenten in een technische richting krimpt, terwijl de banen toenemen. Er is nu al een tekort aan arbeidskrachten, en dit wordt alleen maar groter. Vanuit de Human Capital Agenda willen we bijdragen aan een duurzame ontwikkeling: aan werkzekerheid in plaats van baanzekerheid. Het platform van WIJIJ sluit hier goed bij aan.”

Kan WIJIJ de toekomstige ICT-er dan wél vinden? Hoe draagt WIJIJ bij aan een oplossing voor krapte op de arbeidsmarkt?

Marjan: ‘Een mooi voorbeeld. We spraken laatst Marnix, die bij een slijterij werkt. Hij heeft allerlei hardware, waaronder drie schermen om te gamen. Hij koppelt alles aan elkaar en is voor zijn omgeving de ‘verlossende engel’ bij ICT-problemen. Dit komt allemaal naar voren in zijn e-portfolio op wijij.nl. Wanneer we zijn talenten en skills matchen met functies, komt IT-helpdeskmedewerker duidelijk naar boven. ICT is zijn passie, maar hij heeft geen opleiding in deze richting. Daar haken we op aan door een potentiële werkgever te zoeken die oog heeft voor zijn talent en we kijken welke scholing bij deze mogelijkheid aansluit. We zien ook de kans dat Marnix op termijn kan doorgroeien van helpdeskmedewerker naar IT-consultant. Als je de arbeidsmarkt anders benadert, is de vijver niet zo leeg.”

Zijn alle werkgevers zo positief?

Marjan: “Veel werkgevers zijn geïnteresseerd in de skills-gerichte aanpak en een andere manier van werven, maar het kost tijd om dit ook daadwerkelijk in de praktijk toe te passen. Ze weten niet goed hoe ze dit aan moeten pakken en houden vast aan de ‘oude’ manier van werving door op hard-skills in plaats van soft skills te selecteren, oftewel: ze zoeken het schaap met de vijf poten. Ons team ondersteunt werkgevers om juist díe switch te maken en laat zien hoe je het WIJIJ e-portfolio van kandidaten ‘leest’ en hoe je daarmee breder kan kijken.

Daarnaast zijn er werkgevers die deze matchingsmethode volledig onderschrijven en het sollicitatieproces compleet hebben omgedraaid. Daar solliciteer je niet op een functie, maar als je binnen het DNA van het bedrijf past, creëren ze de baan die aansluit op jouw talenten en vaardigheden. Dat is geweldig om te zien. Het is onze uitdaging om meer werkgevers te stimuleren om op die manier te denken en te handelen.”

Jullie noemen allebei het belang van ‘samenwerking’ en ‘samendoen’. Lukt dat ook?

Carolien: “De EBZ is een regionaal samenwerkingsverband van het bedrijfsleven, overheidsinstellingen en het onderwijs en WIJIJ is een publiek-private samenwerking. Alles draait erom, om met elkaar tot betere resultaten te komen. Het is niet ieder voor zich, want samen kom je verder. Wij zijn hier continu mee bezig, we delen ‘good-practices’, en verbinden partners en projecten om nog meer impact te maken. Dat werkt.” “Wij doen dat ook”, vult Marjan aan. “WIJIJ is een coöperatie, waar werkgevers lid van worden en vervolgens hun vacatures kunnen onderbrengen. Tussen de leden ontstaan verbindingen en samenwerkingen, maar ook met andere partners, zoals gemeenten en onderwijsinstellingen.”

Carolien: “Samenwerken, dat brengt ons verder. Ik zie WIJIJ echt als een cadeau, zowel voor de werkgevers als voor de talenten die een profiel aanmaken. Het is win-win. De Human Capital Agenda heeft op dit moment al 3,6 miljard euro aan toegevoegde waarde gerealiseerd in de regio, waar WIJIJ een groeiende bijdrage in heeft.”

Ben jij als werkgever op zoek naar talent? Op www.wijij.nl vind je alle details en de contactgegevens.

WE-IT is een krachtige samenwerking tussen bedrijven, onderwijsinstellingen en overheden met als doel om door middel van om- en bijscholing 3.000 mensen op te leiden in de richting van IT en digitalisering. Na het eerste deelakkoord komt er nu een vervolg, namelijk WE-IT 2.0. Op dinsdag 6 december werd dit deelakkoord op de Dutch Innovation Factory in Zoetermeer ondertekend. Vanuit de provincie Zuid-Holland is er €329.610 subsidie verstrekt voor de eerste deelprojecten.

Alle partners uit het eerste deelakkoord zetten zich in voor het vervolg om het tekort aan IT’ers en digivaardige werknemers tegen te gaan. En hier sluiten bij versie 2.0 maar liefst 6 nieuwe partijen bij aan, waaronder werkgevers zoals PostNL, Main Capital en Doc-Direkt. Met 16 scholingstrajecten en 22 partners is WE-IT hét voorbeeld van een mooie Human Capital samenwerking tussen bedrijven, overheden en opleidingsinstellingen.

Willy de Zoete, gedeputeerde Human Capital namens de provincie Zuid-Holland:

“De transitie van digitalisering is een grote uitdaging. Met WE-IT bundelen we de regionale krachten voor het opleiden van 3.000 IT-professionals. Het is essentieel dat werkgevers juist nú de stap zetten naar het om- en bijscholen van werknemers. Dit draagt uiteindelijk bij aan een sterkere Zuid-Hollandse economie. Daarom ondersteunt provincie Zuid-Holland, na het eerste deelakkoord in 2020, met enthousiasme ook het WE-IT 2.0 akkoord”

WE-IT 2.0 bevat acht verschillende deelprojecten die bijdragen aan de doelstellingen. De genoemde subsidie is verstrekt voor drie deelprojecten: Digiwerkplaats Rijnmond, BIT Academy Haaglanden en Stichting BEE-Ideas. WE-IT 2.0 sluit naadloos aan op de Human Capital routes ‘leven lang ontwikkelen’ (binnen bedrijven) en ‘transities over regio- en sectorgrenzen heen’ (tussen bedrijven).

Jeffrey van Meerkerk, voorzitter van de Human Capital taskforce:

“Werkgevers staan te springen om IT-talent. Met de uitbreiding van WE-IT naar het 2.0 deelakkoord gaan we vanuit de Human Capital Agenda nog meer werkenden begeleiden naar het IT-vak, wat essentieel is voor het groeiende tekort aan personeel in deze sector en voor Zuid-Holland. Dit deelakkoord is een mooi voorbeeld van de samenwerking tussen de overheid, bedrijven en onderwijsinstellingen. We zitten midden in grote transities waarbij het bedrijfsleven en onze overheid IT-talent nodig heeft wat over de juiste relevante skills beschikt. In stapjes met elkaar op naar 3.000 extra IT-professionals voor Zuid-Holland!”

Wil je meer informatie over WE-IT, de deelprojecten of over de Human Capital Agenda Zuid-Holland?

Die vind je via onderstaande links:

https://www.economicboardzuidholland.nl/contact-2/

https://we-itwerkt.nl/

 

De samenwerking in de regio stond nog in de kinderschoenen, toen hij begon. Linco Nieuwenhuyzen startte acht jaar geleden als secretaris van de Economic Board Zuid-Holland. Hij was een van de mensen die tal van bestuurlijke kopstukken met de neuzen dezelfde kant op moest zien te krijgen. Hij stuurde en bestuurde, nooit als woordvoerder maar altijd vanuit de coulissen. Inmiddels staat hij bekend als ‘superstrateeg’. Linco haalde significant meer bedrijven aan boord en zorgde dat ze allen hun zegje konden doen. Nu verlaat hij de Economic Board en wordt hij Hoofd Innoveren bij InnovationQuarter. We blikken met hem terug.

Hoe was de situatie in Zuid-Holland toen je begon als secretaris?

“Ik herinner me de eerste boardvergadering nog goed. Het was bijzonder om op deze manier bij elkaar te zitten, maar het was ook echt nog wennen. We spraken nog ‘verschillende talen’, maar hadden positieve intenties om met elkaar in gesprek te gaan. Daarnaast was InnovationQuarter net begonnen en ik werd met een agenda op pad gestuurd rondom campussen, energietransitie, internationaal talent en mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Eigenlijk met precies de thema’s die nu ook in de Groeiagenda staan, maar destijds nog veel meer vanuit overheidsperspectief opgeschreven. Er was nog niet veel draagvlak vanuit bedrijven. De MRDH (Metropool Regio Rotterdam Den Haag) was nog maar net van start gegaan en nog niet eens formeel opgericht. De intentie om samen een marathon te gaan lopen voor positieve bewegingen in deze regio was er zeker, maar we waren pas net uit de startblokken.

Inmiddels is dat speelveld echt veranderd. Bedrijven leggen onderwerpen op tafel en gaan het gesprek met elkaar erover aan. We hebben een gezámenlijk perspectief op waar we naartoe gaan in de regio. In de laatste boardvergadering hadden we het over de versnelling van de energietransitie: wat betekenen onze plannen nou daadwerkelijk voor de regio? Iedereen zat op het puntje van z’n stoel, diep nadenkend over hoe ze de plannen konden vertalen naar hun eigen bedrijf en organisatie. We informeren elkaar niet alleen, maar inspireren elkaar ook echt. Binnen de EBZ vragen partijen actief hulp aan elkaar.”

Je hebt je sterk gemaakt voor een EBZ met meer bedrijven dan overheden en kennisinstellingen, waarom?

“Waarom ik die bedrijven belangrijk vind: als politiek het oppakt, wordt het snel een bestuurlijke discussie, ‘wie is de baas’. Terwijl we een andere setting creëren door met bedrijven aan tafel te zitten. Je voert direct een meer economisch-inhoudelijk gesprek. We kijken ook naar wat er in andere regio’s gebeurt. Soms moet de overheid dan alsnog een beslissing nemen, maar op deze manier kunnen we dat beter geïnformeerd doen.

Vaak denken we in Nederland dat de overheid overal een oplossing voor moet bieden, maar bedrijven en onderwijsinstelling zijn echt sleutelspelers om ook een deel van de knelpunten in de regio op te pakken. Als deze sleutelspelers elkaar begrijpen en respect hebben voor elkaars uitgangspunten, kunnen zij samen ergens de schouders onder zetten. Dat betekent wel dat je die bedrijven bij elkaar moet brengen. Het is heel waardevol om regionale spelers aan tafel hebben die een deel van de oplossing kunnen inbrengen maar het probleem niet alleen kunnen oplossen.”

Wat was jouw doel bij de EBZ en waar ben je het meest trots op?

“Ik ben het meest trots op wat we rondom Human Capital gedaan hebben. We hebben een brede agenda gemaakt, waarin we er echt in slagen om allerlei doelgerichte projecten te doen. Enorme complimenten voor de provincie die het lef had om aan de EBZ te vragen om met een gedeelde visie te komen waar alle sleutelspelers uit de regio achter staan, waarbij de provincie financiering kan verstrekken voor het programmateam en subsidie voor de projecten.

Ik ben überhaupt trots op het bestaan van de EBZ. Inspiratie, leiderschap, visie en een platform wat dat leiderschap en die inspiratie kanaliseert, dat zijn aspecten die ik van begin af aan in mijn hoofd heb gehad. De goede samenwerking bij de EBZ bestaat onder andere door een open houding: delen wat er speelt, ook al hebben we niet direct een oplossing. Met een gedeeld perspectief kunnen we elkaar inspireren en krachten bundelen. Het doel wat de EBZ uiteindelijk dient is: op regionale schaal ervoor zorgen dat mensen tot hun recht komen. We willen deze prachtige samenleving in stand houden en de EBZ heeft daar een hele nuttige functie in. We zijn ook steeds scherper geworden op de ‘spelregels’: je zit hier niet om je eigen bedrijfsbelang te verdedigen. Je maakt deel uit van een groter geheel, in hoeverre ben je bereid om hier een gesprek over aan te gaan?“

Binnen de EBZ was jij de sturende en drijvende kracht, maar anderen stonden in de schijnwerpers. Heeft dat je wel eens in de weg gezeten?

“Nee. Mijn drijfveer is om een bijdrage te leveren aan de grote uitdagingen die op deze regio afkomen. De EBZ is voor mij een vehikel om dat te doen. Mijn doel was echt om de neuzen dezelfde kant op te krijgen, structureel met elkaar het gesprek aan te gaan, netwerken mobiliseren en om samen een goede strategie op te stellen. Wanneer we dit samen bereikten met mijn bijdrage, was ik tevreden. Ik heb het wel altijd belangrijk gevonden dat de leden van de board zagen welke bijdrage ik leverde, maar die waardering heb ik altijd gekregen. Het gaat niet om mij, het gaat niet om de EBZ, maar om het doel van de EBZ.”

Welke twee zaken zou je morgen willen veranderen in de regio?

“De vragen rondom de arbeidsmarkt liggen mij het meest na aan het hart. De zorgen komen voornamelijk vanuit de periode dat ik voor de klas heb gestaan, daar is mijn hart sneller gaan kloppen voor de scholing van mensen. Voor mij is een belangrijke drijfveer: ik wil mensen tot hun recht laten komen. Scholing speelt hierin een enorm belangrijke rol, zodat mensen het leven kunnen leiden dat ze willen. Mijn wens is toch wel echt een sterk programma omtrent de bijscholing van mensen, met andere aantallen dan tot op heden. Door de toenemende dynamiek aan de bedrijvenkant op het gebied van energietransitie, digitalisering en daarmee toenemende internationale concurrentiedruk, moet de arbeidsmarkt echt weerbaarder zijn. Ik zou me sterk willen inzetten op innoveren met leren, vooral voor de leeftijdsgroep 40 tot 60 jaar.

Waar ik me daarnaast grote zorgen over maak is hoe veel ruimte we hebben voor de transformatie van bestaande bedrijven en het verwelkomen van nieuwe bedrijven. Er wordt nu veel geïnvesteerd in nieuwe technologie en dat moet ook gaan resulteren in bedrijven die straks snel gaan groeien. Waar moeten we die bedrijven neerzetten? Ik zou een hele goeie ruimtelijk-economische strategie willen maken.”

Kan de EBZ die ruimtelijke strategie dan niet gaan maken?

“Nee. Ruimtelijke strategie is namelijk een vak en we willen vanuit de EBZ niet zomaar wat roepen over onderwerpen waar we onvoldoende verstand van hebben. Daar zijn andere partijen in ‘the lead’.” Grappend: “Het liefst had ik een magische knop om bij alle sleutelspelers in de regio draagvlak te krijgen voor dit soort dingen.”

Als buitenstaander ziet de EBZ er behoorlijk homogeen uit. Hoe ziet dit er over vijf jaar uit?

“Ik vind diversiteit echt belangrijk. Tegelijkertijd is het geen primair doel voor de EBZ om diversiteit aan te jagen. De EBZ is een afspiegeling van de sleutelspelers in de regio. Het aantal vrouwen in bestuurlijke functies gaat de goede kant op, maar etnische diversiteit blijft achter. Dat zie je dus ook terug in de EBZ. Waar de EBZ wel een rol in kan spelen, is dat alle typen bedrijven vertegenwoordigd worden en een stem hebben. Het is belangrijk dat iedereen die bij de EBZ aan tafel zit, zich comfortabel voelt om te spreken.”

Wat bewonder je in je opvolger Ferrie Förster, waar je al jaren mee samenwerkt?

“Bij de Human Capital Agenda heb ik er enkel voor gezorgd dat het in de grondverf stond. Maar Ferrie heeft gezorgd voor bedrijfscommitment, concrete afspraken en toezeggingen voor alle projecten die er nu staan. Ik denk en verwacht dat hij deze kwaliteiten ook bij de EBZ gaat inzetten. We zijn in Zuid-Holland steeds beter in staat om samen verder te komen, bijvoorbeeld met de Groeiagenda als scherpe, gezamenlijke strategie, maar ook met de circulaire agenda, de strategie voor de maakindustrie en de Human Capital Agenda. We moeten nu met elkaar de volgende fase in. Die vraagt nog veel meer effort om collectief de juiste stappen te zetten. Ik denk dat Ferrie er echt voor geknipt is om dat voor elkaar te boksen.”

Wat wil je Ferrie Förster meegeven?

“Blijf jezelf! Dat is in deze rol ontzettend belangrijk, in iedere rol overigens.”

Wat zijn twee persoonlijke lessen die je van boardleden hebt geleerd?

“Een is van Karel Luyben, Rector Magnificus Emeritus van de TU Delft. Hij leerde me dat elkaar informeren ook al een vorm van samenwerken is: een enorm belangrijke les.

En ik leerde iets moois van Bart van Zijll Langhout, toen Campuslead van Janssen: als we een kennismakingsgesprek hadden met nieuwe EBZ-leden, dan wilde ik laten zien wat de EBZ voor hen kon betekenen. Bart zei tijdens ons kennismakingsgesprek: “Dat is niet de reden dat ik hier aan tafel kom. Wij zijn een groot bedrijf en ik zie het bijna als een vorm van burgerschap dat wij als bedrijf actief deelnemen aan dit overleg. Daar maak ik geen winst- of verliesrekening van.” Dat vond ik een hele mooie gedachte en ik hoop dat er meer bedrijven zijn die op die manier in de wedstrijd zitten.

Naast deze twee lessen, heb ik van Jaap Smit, onze voorzitter, geleerd om voortdurend het ‘waarom’ en het ‘waar naartoe’ van de EBZ scherp op de radar te hebben. En om van daaruit de vergadering continu op scherp te houden.”

Waar zien we jou over vijf jaar?

“Ik verwacht dan nog steeds in de provincie te werken, omdat ik als inwoner van Zuid-Holland de beste bijdrage kan leveren. Ik heb een hart voor de regio en ik merk dat ik mijn werk een extra dimensie krijgt in de regio waar ik ook zelf woon. Dat geeft me energie.

Ik ben dan nog steeds bezig met de neuzen dezelfde kant op krijgen, voor grote maatschappelijke opgaves waar we hier in de regio het antwoord op kunnen vinden. Ik geloof er in om bestuur, strategie en uitvoering met elkaar te blijven verbinden. En de kracht van het ‘doen’: na een goed gesprek moeten we ook echt iets ondernemen.”

 

 

Een Leven Lang Ontwikkelen is een belangrijk speerpunt binnen de Human Capital Agenda. En dit vind je terug in het project ‘Crest’: Een collectief van organisaties, specifiek voor de maritieme- en offshore windindustrie met een aanbod van leiderschapprogramma’s waarbinnen ontwikkeling, persoonlijk leiderschap en innovatie de hoofdmoot zijn.

Er is een grote behoefte aan windturbines en overige offshore wind- en energieproducten. De vier bedrijven GustoMSC, Huisman, Jumbo en Mammoet uit het Vijfsluizen gebied in Schiedam, signaleerden dat de internationale concurrentie steeds meer toeneemt. Om de sterke positie te behouden is het continu opleiden en ontwikkelen van medewerkers essentieel. Dit sluit volledig aan bij route 1 van de Human Capital Agenda: een leven lang ontwikkelen.

Daarom is er met behulp van een kwartiermaker een plan van aanpak opgesteld voor dit nieuwe collectief met de naam Crest – Personal Leadership Collective. In dit plan is opgenomen hoe het collectief gevormd zou worden en zijn de leerbehoeftes van de medewerkers van de samenwerkende organisaties in kaart gebracht. Deze leerbehoeftes zijn duidelijk geworden door een groot aantal interviews te houden met verschillende groepen medewerkers. Het plan van aanpak en het daarbij behorende deelakkoord was de aanleiding voor de provincie Zuid-Holland om een subsidie te verstrekken van €236.000.

Binnen de programma’s staan persoonlijk leiderschap en innovatie centraal, uiteraard gekoppeld aan de energie- en maritieme sector. Het programma aanbod van Crest kenmerkt zich door co-creatie, (leer)experimenten en het leren van en met elkaar. Hiermee ontwikkelt het Schiedamse cluster zich verder tot dé hotspot voor maritieme en hoogwaardige constructieactiviteiten voor de wind op zee- en maritieme industrie binnen het Rotterdamse ecosysteem.

Seriena Bal, Programmadirecteur van Crest: “Standing on the crest of a wave, wil zeggen dat je je op de top van een golf bevindt. We define Crest as a collective wave; setting a new leadership wave in motion in the energy and maritime sector. En dat sluit volledig aan bij deze samenwerking en Crest. We maken een start in het Vijfsluizen gebied en kunnen niet wachten tot we ons kunnen gaan verbreden en in een nog groter gebied impact kunnen maken met Crest.”

Voor meer informatie zie; https://www.crestcollective.nl/

Een onstuimige wereld waarin er sprake was van een coronapandemie, waarin Brexit is geïmplementeerd, waarin de oorlog in Oekraïne economische gevolgen heeft, waarin inflatie ons allen, zakelijk en privé, bezig houdt en waarin we in groeiende sectoren grote personeelstekorten hebben. Onstuimig als thema voor de Economische Monitor Zuid-Holland kunnen we dus dubbel onderstrepen.

De belangrijkste economische inzichten

Wat heeft deze onstuimige omgeving voor invloed op de economie in Zuid-Holland? Om hier inzicht in te krijgen, is op 9 november de Economische Monitor Zuid-Holland gepresenteerd. Deze monitor biedt inzicht in economische kerncijfers van Zuid-Holland en in randvoorwaarden voor groei. We zien hierin terug dat de Zuid-Hollandse economie achter blijft binnen Nederland, maar harder groeit dan Europese vergelijkbare regio’s. Zuid-Holland is met provincie Noord-Brabant de provincie met de meeste vestigingen in de maakindustrie. De regio is zeer internationaal georiënteerd, maar er is een schaarste aan ruimte om grote projecten naar de regio te halen. Naast schaarste aan ruimte, zien we ook dat de krapte op de arbeidsmarkt in de regio is opgelopen tot een historisch hoog niveau. Het tekort aan vooral technisch geschoold personeel is groot en belemmert de uitvoering van bijvoorbeeld de energietransitie. De regio speelt met de Groeiagenda Zuid-Holland op al deze ontwikkelingen in en stimuleert een brede welvaart, wat met de onstuimige factoren een grote uitdaging is.

Doel van de Economische monitor

De monitor draagt eraan bij dat alle sleutelspelers in de regio een gedeeld beeld hebben waar Zuid-Holland nu staat en welke uitdagingen er op de regio afkomen. De vele informatie die gedurende het jaar versnipperd langskomt, is in deze monitor gebundeld. Op die manier kunnen we als regio met elkaar in gesprek over waar we naartoe willen streven. De monitor is essentieel om de doelen uit de Groeiagenda Zuid-Holland te realiseren.

Linco Nieuwenhuyzen, voormalig secretaris EBZ: “De cijfers in de monitor laten zien dat Zuid-Holland een aantrekkelijke regio is om oplossingen voor maatschappelijke opgaven te bedenken en te vermarkten. Kijk bijvoorbeeld naar de cijfers over scale-ups en investeringen van buitenlandse bedrijven. Dat is echt goed nieuws, want juist deze bedrijven zorgen voor economische groei, maatschappelijke impact en betekenisvol werk – belangrijke doelen van onze gezamenlijke Groeiagenda. Deze bedrijven gaan er hopelijk ook voor zorgen dat de achterblijvende private R&D-uitgaven omhoog gaan. Ook grote projecten vanuit onder andere het Groeifonds kunnen helpen om die trend te keren. Maar dan moeten we met elkaar wel zorgen voor voldoende goed opgeleide mensen en fysieke ruimte.”

De monitor heeft een focus op inzicht verkrijgen. Hiermee kunnen we de beelden die we van de regio hebben bijstellen of bevestigen. Het is een bron die gedurende het komende jaar leidend is, bijvoorbeeld voor het opstellen van het meerjarenplan (2023-2026) van InnovationQuarter.

Download hier de Economische monitor Zuid-Holland 2022.

De Human Capital Agenda werkt samen met 69 partners aan de verbetering van de arbeidsmarkt in de provincie Zuid-Holland. Een speerpunt binnen Human Capital is het personeelstekort in de bouw- en technieksector. Bouwend Nederland, Techniek Nederland, LeerWerkAkkoord Rotterdam en Economic Board Zuid-Holland hebben de handen ineen geslagen om hier verandering in aan te brengen, middels het project ‘Van Bank naar Bouw en Techniek’, het antwoord op personeelstekort in de bouw- en technieksector.

Door de nieuwe subsidie van € 93.000 vanuit de Provincie Zuid-Holland is het mogelijk om dit succesvolle project, wat in 2019 is gestart, voort te zetten en uit te breiden. Er worden bij de uitvoering extra activiteiten en inspanningen verricht om mensen die afvloeien uit een financiële sector te interesseren en te begeleiden bij het oriënteren en ontwikkelen voor een financiële functie in de bouw, infra- of installatietechniek. Hierbij wordt er naar reeds succesvolle zij-instromers gekeken als voorbeeld voor volgende kandidaten en bedrijven. Naast informatie, tools en bijeenkomsten voor kandidaten en bedrijven worden er inloopdagen georganiseerd en er is een intensieve samenwerking met het UWV en het RMT voor een overzicht van de opleidingsmogelijkheden.

Dit deelakkoord sluit naadloos aan op twee routes van de Human Capital Agenda (zie hier een overzicht van alle zeven routes), namelijk: route 2 ‘van werk naar werk’, waarbij het mogelijk wordt gemaakt dat werknemers kunnen overstappen van de ene sector naar een andere sector, en route 5 ‘meer mensen naar techniek’, waarbij het doel is om de instroom naar de technische branche te vergroten. Banen in de financiële sector dreigen te verdwijnen door automatisering en in de bouw- en technieksector is er juist een tekort aan financiële krachten. Met dit project slaan we de brug tussen deze constateringen.

Aad van Pelt, Strategisch Projectadviseur Human Capital: “We staan voor een aantal routes als projectteam aan de lat, twee daarvan zijn deze routes binnen de Human Capital Agenda van Zuid-Holland. Dit programma is een prachtig voorbeeld van hoe we daar op in kunnen spelen in onze provincie. Het is een schoolvoorbeeld van de overstap naar een andere sector, met behoud van je specialisme”.

Zie ook het nieuwsbericht en de website van Bouwend Nederland via: https://www.bouwendnederland.nl/actueel/nieuws/29177/van-bank-naar-bouw-en-techniek-verder-in-zuid-holland.

Wil jij als bedrijf, overheidsinstelling of onderwijsinstelling mee doen met de Human Capital Agenda? Neem dan contact met ons op via de contactgegevens van het programmateam op onze website

Hij staat aan het roer van zowel de Biotech Campus Delft als de Delftse locatie van DSM, wereldwijd actief in voeding, gezondheid en biotechnologie. Als voorzitter van de taskforce Circulaire Economie van de Economic Board Zuid-Holland (EBZ) roept Fedde Sonnema regionale bestuurders op om ruimte vrij te maken voor jonge ondernemers. “We hebben hun frisse inzichten hard nodig voor de transitie naar hernieuwbare grondstoffen.” Wat is daar nog meer voor nodig? En hoe speelt de Circulaire Actieagenda daarop in?

Circulaire Actieagenda

Zuid-Holland wil zich ontwikkelen tot dé duurzame grondstoffenhub voor de chemie. Om die ambitie waar te maken, presenteren sleutelspelers uit de regio deze maand de nieuwe Circulaire Actieagenda, met de doelen en concrete acties voor de komende jaren. Fedde benadrukt het regionale belang van de grondstoffentransitie: het vervangen van fossiele grondstoffen door hernieuwbare grondstoffen voor materialen, chemische producten en brandstoffen. “Als we deze grondstoffentransitie ergens kunnen realiseren, dan is het hier. Om die kansen te benutten, is goede onderlinge samenwerking binnen de triple helix van bedrijven, overheid, onderwijs- en kennisinstellingen essentieel. In de Actieagenda besteden we veel aandacht aan deze samenwerking.”

Achterstand inlopen door innovatie

Met de goed gereputeerde universiteiten, de grote industriële diversiteit en het havencomplex ziet Fedde enorme economische mogelijkheden voor Zuid-Holland. “Een prachtige basis. Toch blijven we achter op andere regio’s in groei en duurzame ontwikkelingen.” Aan het kennisniveau kan dat niet liggen, volgens Fedde. De grootste inhaalslag is wat hem betreft te behalen op het vlak van innovatie. “Om innovatieve scale-ups de ruimte te bieden om zich te ontwikkelen, hebben we ondersteuning van de regionale en nationale overheid nodig. We moeten onderlinge concurrentie voorkomen en als regio een duidelijk beeld naar Europa uitdragen als dé hub voor circulaire grondstoffen.”

“We doen wereldwijd een van de eerste pilots met alle schakels in de keten van plasticrecycling op commerciële schaal.”

Agendapunt 1: hoogwaardig recyclen op industriële schaal

Om die ambitie behapbaar te maken, focust de Circulaire Actieagenda op een afgebakend onderdeel van de Zuid-Hollandse industrie: het chemisch-industrieel complex van Rotterdam. “Hier kunnen we op dit moment de grootste impact maken”, licht Fedde toe. “Door op industriële schaal afval in te zamelen, te sorteren en te recyclen tot hoogwaardige circulaire grondstoffen willen we het gebruik van fossiele brandstoffen in de industrie reduceren.”

Ketensamenwerking

Een van de acties daartoe is een ketensamenwerking in het demonstratieproject Demo Circulaire Plastics Zuid-Holland. Dit is een initiatief van afvalverwerker Renewi, plasticrecycler Umincorp, Shell en Vopak, wereldleider in opslag en overslag van vloeibare bulk. Havenbedrijf Rotterdam, InnovationQuarter en TNO bieden support bij dit project. “Hiermee bouwen we wereldwijd een van de eerste pilots waarin alle schakels in de keten van plasticrecycling op commerciële schaal zijn vertegenwoordigd. We voorzien bovendien een belangrijke rol voor de Rotterdamse haven als het gaat om de import, opslag en distributie van pyrolyse-olie. Dit is een circulaire grondstof die ontstaat door chemische recycling van het plastic afval dat niet geschikt is voor mechanische recycling.”

Agendapunt 2: Groei in biogrondstoffen voor materialen en biobrandstof

“Maar als samenleving hebben we meer grondstoffen nodig dan we met recycling kunnen terugwinnen”, vervolgt Fedde. “Grondstoffen uit biomassa, biogrondstoffen, leveren een essentiële aanvulling. Rotterdam heeft nu al het grootste biogrondstoffencluster ter wereld en dat gaat aanzienlijk groeien.” Hij geeft aan dat oliebedrijf Neste een miljardeninvestering heeft aangekondigd om de bestaande raffinaderij in Rotterdam uit te breiden voor hernieuwbare producten. “Shell en andere grote bedrijven hebben soortgelijke investeringen aangekondigd. Dat zijn fantastische ontwikkelingen die echt bijdragen aan de toekomst van een duurzaam industrieel complex, en die leiden tot een enorme reductie van de CO2-uitstoot in de keten. Daarnaast willen we in Zuid-Holland jonge, innovatieve mkb-bedrijven die materialen produceren met nieuwe technologieën op basis van biogrondstoffen gericht ondersteunen en ruimte bieden om hier te groeien.”

Agendapunt 3: CO2 als grondstof

Op de lange termijn ziet Fedde een grote potentie in CCU, carbon capture and utilisation: CO2 opvangen en omzetten in eiwitten, kunststoffen en brandstoffen. “Ik verwacht dat dit over tien jaar een substantiële bijdrage levert aan de industrievergroening. Juist omdat de randvoorwaarden voor deze ontwikkeling hier worden ingevuld: beschikbaarheid en infrastructuur voor groene elektriciteit, waterstof en CO2. Daarom moeten we nu de innovatieve bedrijven die investeren in onderzoek en pilotinstallaties ondersteunen en (fysieke) ruimte bieden.”

“We bieden biotechstart-ups een omgeving waar alles is geregeld en zij zich volledig op hun innovatieve producten en technologieën kunnen richten.”

Van exclusieve DSM-locatie naar open innovatiecampus

Sinds een aantal jaar stelt DSM haar kennis en faciliteiten beschikbaar voor jonge, innovatieve biotechbedrijven om de grondstof- en eiwittransitie aan te jagen. In 2019 besloot het bedrijf samen met de TU Delft, de gemeente Delft, de provincie Zuid-Holland en InnovationQuarter het Delftse DSM-terrein te transformeren tot campus voor open innovatie in biotechnologie. Planet B.io werd in het leven geroepen om de campus verder te ontwikkelen en jonge bedrijven te ondersteunen bij hun ontwikkeling.

Ondersteuning bij ontwikkeling, valorisatie en opschaling

De campus biedt momenteel onderdak aan een twintigtal start- en scale-ups. Daar wil Fedde er snel meer van maken. “Met de partners van Planet B.io investeren we in nieuwbouw van labs en kantoren voor jonge, veelbelovende biotechbedrijven. Voor henzelf is het vaak moeilijk aan ruimte te komen, zeker gezien de strenge eisen.” Die gelden onder meer voor onderzoeksapparatuur, binnenklimaat en afvalverwerking. “Start-ups hebben vaak weinig kennis van de wetgeving, laat staan de juiste vergunningen. Wij bieden ze een omgeving waar dat allemaal is geregeld, zodat zij zich volledig op hun innovatieve producten en technologieën kunnen richten.”

 

DSM: beter, gezonder en duurzamer leven

Koninklijke DSM ontwikkelt vanuit wetenschappelijke basis innovatieve producten en oplossingen voor een beter, gezonder en duurzamer leven van mensen en dieren. Denk aan vitamines, mineralen, eiwitten en andere ingrediënten voor gezonde en goed smakende voedingsmiddelen. Het bedrijf opereert wereldwijd en omschrijft zichzelf als ‘purpose-led’: gecommitteerd om toe te werken naar een wereld waarin iedereen toegang heeft tot voldoende gezonde voeding, zonder de druk op de planeet te vergroten en met goede leefomstandigheden voor de mensen die het voedsel produceren.

Internationaal toonaangevende hotspot

Sinds DSM zich eind vorige eeuw vestigde in Delft, komen veel baanbrekende voedings- en gezondheidsinnovaties uit deze internationaal toonaangevende hotspot voor industriële biotechnologie. Gezonde alternatieven voor suiker en zout bijvoorbeeld, enzymen voor glutenvrij bier en voor lactosevrije zuivelproducten, biologisch conserveermiddel en vegetarisch stremsel voor de productie van kaas. Stuk voor stuk zijn deze producten ontwikkeld door de Delftse tak van DSM, die de divisie Food & Beverage huisvest.

Delft centrum voor biotechnologie

En die divisie wordt steeds belangrijker voor het conglomeraat. Het recent aangekondigde samengaan met het Zwitserse Firmenich, een van ’s werelds grootste producenten van geur- en smaakstoffen, geeft DSM in Delft een leidende rol in de aansturing van de wereldwijde activiteiten. Daarmee versterkt de fusie ook de positie van Delft als centrum voor research en ontwikkeling in de biotechnologie.