De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa en een belangrijke speler in zowel de nationale als internationale economie. Voor regio Rotterdam-Rijnmond brengt de haven werkgelegenheid van circa 192.000 arbeidsplaatsen en een toegevoegde waarde van ruim €29,6 miljard met zich mee. Boudewijn Siemons, CEO van het Havenbedrijf Rotterdam, is sinds begin 2025 lid van de Economic Board Zuid-Holland. We spreken hem over de uitdagingen en kansen voor de haven, de transities die nodig zijn en de rol van samenwerking binnen Zuid-Holland en daarbuiten.

© Leon Willems
“Kijk, vanuit mijn werkplek kijk ik zo over de Maas, de stad en de haven.” Op zijn kantoor aan de Wilhelminakade op de Rotterdamse Kop van Zuid heeft Boudewijn Siemons een uitzicht over de haven van Rotterdam waar hij sinds februari 2024 formeel CEO is.
In die functie is hij ook sinds dit jaar lid van de EBZ. “Ik ken al veel leden van de EBZ, de vertegenwoordigers van bedrijven, kennisinstellingen en overheden kom ik ook op veel andere plekken tegen. De EBZ is een geformaliseerd netwerk, waar iedereen zijn eigen kennis meebrengt. Zij zijn de ogen en oren van hun sector. Ik vind het belangrijk dat ook de CEO van de haven van Rotterdam bij de EBZ aanwezig is, om namens het logistieke en industriële cluster in Rotterdam mee te kunnen denken over het versterken van de economie van Zuid-Holland. Daarnaast vind ik het ook gewoon leuk om te doen.”
Grote uitdagingen
In een gezamenlijke oproep aan het kabinet hebben de gemeente Rotterdam en provincie Zuid-Holland met steun van het Havenbedrijf Rotterdam en Deltalinqs onlangs de noodklok geluid: ‘Het Rotterdamse haven- en industriecluster is de motor van de Nederlandse economie; deze motor hapert nu we voor grote transformaties staan. Het is vijf over twaalf, er zijn nu maatregelen nodig om ervoor te zorgen dat Nederland en de haven van Rotterdam tot de koplopers van industriële landen blijven behoren!’ Boudewijn gaat verder in op de uitdagingen waar de bedrijven in de haven net als in heel Nederland mee te maken hebben.
“Op veel terreinen zijn we bezig met de transitie-opgave. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van waterstof, de productie van hernieuwbare producten en elektrificatie. We zien dat de bedrijven in de haven wel willen vergroenen, mits het aantrekkelijk is of überhaupt kan. Er zijn zo nog een heel aantal andere problemen die wij als haven niet meer alleen gerooid krijgen. Die moeten we samen met de overheid oplossen.”
Netcongestie en stikstof
De energietransitie is daarbij een van de grootste uitdagingen van dit moment. “Netcongestie maakt bijvoorbeeld elektrificatie moeilijk en hoge nettarieven maken investeringen daarin minder aantrekkelijk. Je ziet dat verschillende landen om ons heen op een eigen manier met de doorbelasting van energiekosten omgaan. Dit moet bij voorkeur op Europees niveau worden geharmoniseerd, met behulp van de lidstaten. En ook dan hebben we wereldwijd nog geen gelijk speelveld; Europa heeft met haar energieprijzen een behoorlijk concurrentienadeel op China en Amerika. Dat is in deze onvoorspelbare tijden veel moeilijker op te lossen.”
“Om netcongestie te verminderen is het daarnaast echt nodig om versneld stations en infrastructuur te bouwen. Daarvoor moeten vergunningen sneller worden verleend. Dat is aan de overheid. Tegelijkertijd kijken we als Havenbedrijf ook hoe we in de tussentijd verlichting kunnen bieden samen met de netbeheerders door flexibele afname van elektriciteit te stimuleren. “
“Iets vergelijkbaars doen we met de stikstofproblematiek. Andere landen hebben dat al deels opgelost. In Nederland blijven we daarmee worstelen en dat stelt verschillende sectoren op achterstand, waaronder de bedrijven in de haven. De rechtbank oordeelde begin dit jaar dat de Staat zich moet houden aan het in de Omgevingswet opgenomen stikstofdoel van 2030. Als Havenbedrijf zien we dat deze uitspraken van de rechter tot nieuwe onzekerheid leiden. We vragen aan de overheid om snel met een oplossing te komen. Er kunnen nog steeds veel belangrijke projecten in de haven, ook voor de energietransitie, niet worden uitgevoerd. Als Havenbedrijf zijn we heel praktisch bezig geweest om vanuit onze rol te kijken waar wij actief aan een oplossing kunnen bijdragen. Zo hebben we met de provincie en de haven een stikstofbank opgezet waarmee we stikstofrechten beschikbaar kunnen maken voor belangrijke projecten in de haven. Daarmee hebben bedrijven zoals Sif eerder toch kunnen uitbreiden.”
Samenwerking is essentieel
“Samenwerking tussen de overheid en het bedrijfsleven is essentieel in een tijd waarin bedrijven voor de opgave staan om verduurzaming te combineren met behoud van een goed verdienmodel. En daar zit echt de kracht van het netwerk van de EBZ. Hoe gaan we met de triple helix – de samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen – helpen met oplossingen voor de barrières waar we nu tegenaan lopen? Iedereen snapt dat er wat moet gebeuren met het investeringsklimaat. Die boodschap is wel aangekomen in Den Haag en Brussel, kan ik je vertellen.”
De haven is een ecosysteem, met energieopwekking, energiedistributie, scheepswerven, nautische dienstverleners, industrie, logistiek. En dat is allemaal met elkaar verbonden. “In een havencomplex komen heel veel sectoren samen. Als je het sector voor sector bekijkt, dan zie je nooit hoe het met elkaar één geheel wordt. Juist die samenhang tussen verschillende sectoren maakt sterk en concurrerend. De andere kant is dat het ook kwetsbaar maakt; als één onderdeel omvalt, heeft dat gevolgen voor het hele cluster. Als Havenbedrijf hebben we best veel in te brengen. Ik zeg altijd: we proberen de dirigent te zijn van het orkest, om met alle instrumenten een mooie symfonie te laten horen. We kijken dus vanuit het belang van het hele haven- en industriecomplex.”
De haven in een nieuwe economie
In het havencluster spelen specifieke opgaven waarin het Havenbedrijf samenwerkt met Rijk en regio. Veel transities die nu spelen, zoals die naar een duurzame energievoorziening, meer circulaire grondstoffen en een betere beschikbaarheid van kritieke materialen, komen op veel plekken in de haven terug. Een van de voorwaarden voor die transities is de beschikbaarheid van ruimte die we gezamenlijk moeten maken: in de hele provincie en ook in de haven is die ruimte schaars. Overheden zien dat er naast de energie- en grondstoffentransitie ook fysieke ruimte nodig is voor bijvoorbeeld natuur, defensie, woningbouw, en bijvoorbeeld mogelijk een kleine kerncentrale.
Een ander actueel thema is strategische autonomie en weerbaarheid. Boudewijn: “De wereld wordt er niet heel veel veiliger en eenvoudiger op. Dat heeft ook een effect op de haven. De stabiliteit in de samenleving is voor een deel ook te danken aan de haven. Van de spullen die jij gebruikt, komt zo’n 90% over zee. De drieduizend bedrijven in de haven dragen bij aan productie en transport van vrijwel alles wat we dagelijks gebruiken. Om een toekomst in Rotterdam te blijven zien, hebben ze een goed verdienvermogen nodig. Dat gaat niet met te hoge kosten door bijvoorbeeld energiebelasting en CO2-heffing. Als we niet investeren in die industrie, gaan bedrijven hier weg en worden we afhankelijker van andere werelddelen.”

© Kees Torn
“Afgelopen jaar heeft het Havenbedrijf een vernieuwde strategie voor de komende vijf jaar opgesteld waarmee we willen bijdragen aan een haven van waarde voor huidige en toekomstige generaties. Daarmee spelen we in op de opgaven voor de haven. Deze strategie is inmiddels goedgekeurd door de Raad van Commissarissen en onze aandeelhouders; de gemeente Rotterdam en het Rijk. Hierin zijn vier speerpunten benoemd: de eerdergenoemde transities, toekomstbestendig verdienvermogen, weerbaarheid, leveringszekerheid en strategische autonomie en de balans met de maatschappij.”
“De bestaande industrie en logistiek moeten zich aanpassen naar de nieuwe economie. Een olie-importterminal zal wel een keertje ophouden met bestaan als die niet wordt aangepast aan de opslag van hernieuwbare producten, zoals biobrandstoffen. Die ombouw van de haven duurt nog een poosje. Een goed gezegde hiervoor is ‘een schip op het strand is een baken op zee’, niemand wil als Kodak zijn. Je ziet dus dat iedereen in een fossiel gerelateerde industrie bezig is met kijken naar een nieuw verdienmodel. Alleen dat gaat nooit in een rechte lijn. Ik denk dat we ook pragmatischer worden. Eerst moest alles meteen groene waterstof zijn en nu zeggen we: laten we nou alsjeblieft even een beetje kleurenblind zijn op het gebied van waterstof. Blauwe waterstof of zelfs grijze waterstof kan de waterstofeconomie een start geven. We moeten wel oppassen dat we die verduurzaming blijven doorzetten, nu het geopolitiek spannender wordt.”
Van Singapore tot Maassluis
“We zijn als haven een wereldspeler én een lokale partner. Het is net zo belangrijk om naar een internationale conferentie in Singapore te gaan als naar een bewonersavond in Maassluis. We willen een goede buurman zijn, dat is onze maatschappelijke rol. Dat betekent dat we de haven willen ontwikkelen in balans met de omgeving. We hebben een dijk van een reputatie, maar die nemen we nooit voor vanzelfsprekend. Er staan door de energie- en grondstoffentransitie flink wat veranderingen op stapel. Met onze omgeving zijn we daarom gesprek over wat nieuwe ontwikkelingen in de haven voor hen betekenen, ook om begrip en de steun te behouden voor de transitie. Daarbij vinden we het ook belangrijk dat bedrijven en omwonenden met elkaar in gesprek blijven over wat zij van de haven merken. Industrie en logistiek zijn bijvoorbeeld te horen en te ruiken, zeker in woongebieden die dicht bij de haven liggen. Ook als dat binnen vergunningen valt, kan dat heel vervelend zijn. Het is belangrijk dat we daarvoor met elkaar aandacht hebben.”
“Zo’n haven is een complete stad waar ook opleidingsinstituten absoluut nodig zijn voor de innovatiekracht van de haven. Zonder voldoende werknemers kan de haven niet blijven draaien. Ook in het verbinden tussen bedrijfsleven, onderwijs en arbeidsmarkt spelen we dus een rol. Dat in de toekomst een dependance van de TU Delft naar Rotterdam wil komen, vind ik hartstikke mooi. Op de Erasmus Universiteit Rotterdam hebben we ook een havenlogistieke en economische tak. Als je leest over de geschiedenis van de haven zijn opleidingen daarvan altijd een belangrijk onderdeel geweest. Natuurlijk verandert het werk in de haven, omdat technologie verandert en de economie verandert. Maar mensen opleiden voor al die verschillende dingen die ertoe doen, blijft voor de haven heel belangrijk.”
Balanceren tussen belangen
“Nederland is een fijn en klein land. Iedereen kent elkaar een beetje en de lijntjes zijn kort. Ik heb goede contacten met de wethouder, de gedeputeerde en de voorzitter van Deltalinqs en ook met de bij de haven betrokken ministers. Die laagdrempeligheid is wel uniek in Nederland. Natuurlijk heeft iedereen zijn eigen rol en verantwoordelijkheden. Als je begrijpt waar iemand vandaan komt en begrijpt welk belang ze vertegenwoordigen, kun je een eind komen met elkaar.”
“Een goed zicht op de verschillende rollen was ook belangrijk in de managementfuncties die ik hiervoor deed. En al helemaal bij de Koninklijke Marine waar ik ben begonnen. Zo’n schip op zee is een kleine wereld op zich. Op mijn 23e voer ik als jongste officier de oceaan over met 200 man. Militairen hebben een bepaalde hiërarchie. Een van de spelregels bij de Marine die me altijd is bijgebleven, is dat iedereen aan boord van het schip belangrijk is. Je kunt niet overleven op je rang. Je zult op een respectvolle manier met iedereen om moeten gaan. Duidelijkheid, eerlijkheid, transparantie, dat zijn zaken die ik gelukkig jong heb kunnen leren.”
“Het belangrijkste vind ik wel dat iedereen respect verdient. Op het eind van de dag sta ik even stil bij wat ik goed heb gedaan en wat had ik beter kunnen doen. Soms is het een les voor jezelf, en soms kom je er ook achter dat je in de samenwerking iemand misschien niet op de juiste manier hebt behandeld. Als dat een keer gebeurt, moet je ook sorry kunnen zeggen. Ik heb geleerd dat je niet door de war moet halen wie je bent en wat je doet. En heel veel ego is daarin niet behulpzaam. Ik vind de haven onwijs fijn en open. De mensen zeggen hier de dingen recht voor zijn raap. Iedereen heeft altijd feedback, en dat mag ook. Uiteindelijk, als het puntje bij paaltje komt, is iedereen gewoon beretrots op de mooiste haven van de wereld.”
Foto Boudewijn: © Marc Nolte