Begin van de zomer is WIJIJ (spreek uit: wij-jij) gestart in de regio Holland Rijnland (van Alphen aan de Rijn, Leiden tot Noordwijk) om een impuls te geven aan de arbeidsmarkt. WIJIJ, een landelijk platform dat regionaal acteert, brengt talent en werk bij elkaar door te matchen op vaardigheden, soft skills en passie. Dit gecombineerd met een breed pakket aan online-opleidingen en trainingen, zorgt voor een duurzame aanpak waarin de routes uit de Human Capital Agenda Zuid-Holland: ‘van werk naar werk’ en ‘leven lang ontwikkelen’ een belangrijke rol spelen. Over deze succesvolle samenwerking, met behulp van de subsidie van de provincie Zuid-Holland, spraken wij met Carolien Wetzels, Projectadviseur Human Capital Zuid-Holland, en Marjan Lancee, directeur van WIJIJ. In dit interview vertellen zij over de vernieuwende aanpak van WIJIJ, de bijdrage van dit initiatief aan de arbeidsmarkt en hoe zowel talent als werkgevers hiervan kunnen profiteren.

Hoe sluit WIJIJ aan bij de Human Capital Agenda Zuid-Holland?

Carolien: “Vanuit de Human Capital Agenda zijn we altijd op zoek naar succesvolle initiatieven waarmee we de arbeidsmarkt in de regio Zuid-Holland kunnen verbeteren. In het project WIJIJ zagen we de mogelijkheid om het eerdere pilotproject ‘Talent op Maat’ verder op te schalen. We kijken vanuit economisch perspectief naar de arbeidsmarktontwikkeling, en zoeken oplossingen waarmee we het gat tussen bedrijven en mensen met de juiste skills en scholing kleiner kunnen maken. De aanpak van WIJIJ en het online portal helpen hierbij, doordat WIJIJ werkt met unieke e-portfolio’s, waarin nadrukkelijk aandacht is voor andere aspecten dan die standaard op een cv te zien zijn.”

Waarin onderscheidt WIJIJ zich op de arbeidsmarkt en hoe helpt dit de werkgever?

Marjan: “WIJIJ is een ‘do-it-yourself-platform’, je pakt zelf de regie. Wie zich inschrijft gaat aan de slag met een e-portfolio. Dit is een modern profiel, veel uitgebreider dan een CV. Via vragen en persoonlijkheidstesten op het platform word je uitgedaagd om eens anders naar jezelf te kijken en om goede eigenschappen, talenten, passies en soft skills in kaart te brengen. Dat levert verrassende inzichten en kansen op.”

“Ook voor werkgevers is het platform verhelderend doordat talent vanuit een ander perspectief wordt weergegeven in het opgebouwde e-portfolio. Dit brengt hen in contact met een breder potentieel aan nieuwe en gemotiveerde medewerkers.”

Een ander verschil zit er in de gekozen bedrijfsvorm: WIJIJ is een publieke-private samenwerking en een coöperatie. Dit houdt in dat de kosten laag blijven en dat werkgevers lid kunnen worden.”

Carolien: ”Een van de andere aspecten die in dit project sterk naar voren komt, is de mogelijkheid tot het volgen van opleidingen en cursussen die WIJIJ aanbiedt. ‘Van werk naar werk’ en ‘leven lang ontwikkelen’ zijn speerpunten in de Human Capital Agenda van de Economic Board Zuid-Holland (EBZ). Daarom ondersteunen we als provincie initiatieven met opties voor bij- en omscholing en de aansluiting tussen werkgevers en talent, bijvoorbeeld in door kansen in een andere sector.”

Waarom is dat belangrijk?

Carolien: “Kijk naar de arbeidsmarkt van vandaag, bijvoorbeeld in de technische sector. Het aantal mbo-studenten in een technische richting krimpt, terwijl de banen toenemen. Er is nu al een tekort aan arbeidskrachten, en dit wordt alleen maar groter. Vanuit de Human Capital Agenda willen we bijdragen aan een duurzame ontwikkeling: aan werkzekerheid in plaats van baanzekerheid. Het platform van WIJIJ sluit hier goed bij aan.”

Kan WIJIJ de toekomstige ICT-er dan wél vinden? Hoe draagt WIJIJ bij aan een oplossing voor krapte op de arbeidsmarkt?

Marjan: ‘Een mooi voorbeeld. We spraken laatst Marnix, die bij een slijterij werkt. Hij heeft allerlei hardware, waaronder drie schermen om te gamen. Hij koppelt alles aan elkaar en is voor zijn omgeving de ‘verlossende engel’ bij ICT-problemen. Dit komt allemaal naar voren in zijn e-portfolio op wijij.nl. Wanneer we zijn talenten en skills matchen met functies, komt IT-helpdeskmedewerker duidelijk naar boven. ICT is zijn passie, maar hij heeft geen opleiding in deze richting. Daar haken we op aan door een potentiële werkgever te zoeken die oog heeft voor zijn talent en we kijken welke scholing bij deze mogelijkheid aansluit. We zien ook de kans dat Marnix op termijn kan doorgroeien van helpdeskmedewerker naar IT-consultant. Als je de arbeidsmarkt anders benadert, is de vijver niet zo leeg.”

Zijn alle werkgevers zo positief?

Marjan: “Veel werkgevers zijn geïnteresseerd in de skills-gerichte aanpak en een andere manier van werven, maar het kost tijd om dit ook daadwerkelijk in de praktijk toe te passen. Ze weten niet goed hoe ze dit aan moeten pakken en houden vast aan de ‘oude’ manier van werving door op hard-skills in plaats van soft skills te selecteren, oftewel: ze zoeken het schaap met de vijf poten. Ons team ondersteunt werkgevers om juist díe switch te maken en laat zien hoe je het WIJIJ e-portfolio van kandidaten ‘leest’ en hoe je daarmee breder kan kijken.

Daarnaast zijn er werkgevers die deze matchingsmethode volledig onderschrijven en het sollicitatieproces compleet hebben omgedraaid. Daar solliciteer je niet op een functie, maar als je binnen het DNA van het bedrijf past, creëren ze de baan die aansluit op jouw talenten en vaardigheden. Dat is geweldig om te zien. Het is onze uitdaging om meer werkgevers te stimuleren om op die manier te denken en te handelen.”

Jullie noemen allebei het belang van ‘samenwerking’ en ‘samendoen’. Lukt dat ook?

Carolien: “De EBZ is een regionaal samenwerkingsverband van het bedrijfsleven, overheidsinstellingen en het onderwijs en WIJIJ is een publiek-private samenwerking. Alles draait erom, om met elkaar tot betere resultaten te komen. Het is niet ieder voor zich, want samen kom je verder. Wij zijn hier continu mee bezig, we delen ‘good-practices’, en verbinden partners en projecten om nog meer impact te maken. Dat werkt.” “Wij doen dat ook”, vult Marjan aan. “WIJIJ is een coöperatie, waar werkgevers lid van worden en vervolgens hun vacatures kunnen onderbrengen. Tussen de leden ontstaan verbindingen en samenwerkingen, maar ook met andere partners, zoals gemeenten en onderwijsinstellingen.”

Carolien: “Samenwerken, dat brengt ons verder. Ik zie WIJIJ echt als een cadeau, zowel voor de werkgevers als voor de talenten die een profiel aanmaken. Het is win-win. De Human Capital Agenda heeft op dit moment al 3,6 miljard euro aan toegevoegde waarde gerealiseerd in de regio, waar WIJIJ een groeiende bijdrage in heeft.”

Ben jij als werkgever op zoek naar talent? Op www.wijij.nl vind je alle details en de contactgegevens.

WE-IT is een krachtige samenwerking tussen bedrijven, onderwijsinstellingen en overheden met als doel om door middel van om- en bijscholing 3.000 mensen op te leiden in de richting van IT en digitalisering. Na het eerste deelakkoord komt er nu een vervolg, namelijk WE-IT 2.0. Op dinsdag 6 december werd dit deelakkoord op de Dutch Innovation Factory in Zoetermeer ondertekend. Vanuit de provincie Zuid-Holland is er €329.610 subsidie verstrekt voor de eerste deelprojecten.

Alle partners uit het eerste deelakkoord zetten zich in voor het vervolg om het tekort aan IT’ers en digivaardige werknemers tegen te gaan. En hier sluiten bij versie 2.0 maar liefst 6 nieuwe partijen bij aan, waaronder werkgevers zoals PostNL, Main Capital en Doc-Direkt. Met 16 scholingstrajecten en 22 partners is WE-IT hét voorbeeld van een mooie Human Capital samenwerking tussen bedrijven, overheden en opleidingsinstellingen.

Willy de Zoete, gedeputeerde Human Capital namens de provincie Zuid-Holland:

“De transitie van digitalisering is een grote uitdaging. Met WE-IT bundelen we de regionale krachten voor het opleiden van 3.000 IT-professionals. Het is essentieel dat werkgevers juist nú de stap zetten naar het om- en bijscholen van werknemers. Dit draagt uiteindelijk bij aan een sterkere Zuid-Hollandse economie. Daarom ondersteunt provincie Zuid-Holland, na het eerste deelakkoord in 2020, met enthousiasme ook het WE-IT 2.0 akkoord”

WE-IT 2.0 bevat acht verschillende deelprojecten die bijdragen aan de doelstellingen. De genoemde subsidie is verstrekt voor drie deelprojecten: Digiwerkplaats Rijnmond, BIT Academy Haaglanden en Stichting BEE-Ideas. WE-IT 2.0 sluit naadloos aan op de Human Capital routes ‘leven lang ontwikkelen’ (binnen bedrijven) en ‘transities over regio- en sectorgrenzen heen’ (tussen bedrijven).

Jeffrey van Meerkerk, voorzitter van de Human Capital taskforce:

“Werkgevers staan te springen om IT-talent. Met de uitbreiding van WE-IT naar het 2.0 deelakkoord gaan we vanuit de Human Capital Agenda nog meer werkenden begeleiden naar het IT-vak, wat essentieel is voor het groeiende tekort aan personeel in deze sector en voor Zuid-Holland. Dit deelakkoord is een mooi voorbeeld van de samenwerking tussen de overheid, bedrijven en onderwijsinstellingen. We zitten midden in grote transities waarbij het bedrijfsleven en onze overheid IT-talent nodig heeft wat over de juiste relevante skills beschikt. In stapjes met elkaar op naar 3.000 extra IT-professionals voor Zuid-Holland!”

Wil je meer informatie over WE-IT, de deelprojecten of over de Human Capital Agenda Zuid-Holland?

Die vind je via onderstaande links:

https://www.economicboardzuidholland.nl/contact-2/

https://we-itwerkt.nl/

 

De samenwerking in de regio stond nog in de kinderschoenen, toen hij begon. Linco Nieuwenhuyzen startte acht jaar geleden als secretaris van de Economic Board Zuid-Holland. Hij was een van de mensen die tal van bestuurlijke kopstukken met de neuzen dezelfde kant op moest zien te krijgen. Hij stuurde en bestuurde, nooit als woordvoerder maar altijd vanuit de coulissen. Inmiddels staat hij bekend als ‘superstrateeg’. Linco haalde significant meer bedrijven aan boord en zorgde dat ze allen hun zegje konden doen. Nu verlaat hij de Economic Board en wordt hij Hoofd Innoveren bij InnovationQuarter. We blikken met hem terug.

Hoe was de situatie in Zuid-Holland toen je begon als secretaris?

“Ik herinner me de eerste boardvergadering nog goed. Het was bijzonder om op deze manier bij elkaar te zitten, maar het was ook echt nog wennen. We spraken nog ‘verschillende talen’, maar hadden positieve intenties om met elkaar in gesprek te gaan. Daarnaast was InnovationQuarter net begonnen en ik werd met een agenda op pad gestuurd rondom campussen, energietransitie, internationaal talent en mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Eigenlijk met precies de thema’s die nu ook in de Groeiagenda staan, maar destijds nog veel meer vanuit overheidsperspectief opgeschreven. Er was nog niet veel draagvlak vanuit bedrijven. De MRDH (Metropool Regio Rotterdam Den Haag) was nog maar net van start gegaan en nog niet eens formeel opgericht. De intentie om samen een marathon te gaan lopen voor positieve bewegingen in deze regio was er zeker, maar we waren pas net uit de startblokken.

Inmiddels is dat speelveld echt veranderd. Bedrijven leggen onderwerpen op tafel en gaan het gesprek met elkaar erover aan. We hebben een gezámenlijk perspectief op waar we naartoe gaan in de regio. In de laatste boardvergadering hadden we het over de versnelling van de energietransitie: wat betekenen onze plannen nou daadwerkelijk voor de regio? Iedereen zat op het puntje van z’n stoel, diep nadenkend over hoe ze de plannen konden vertalen naar hun eigen bedrijf en organisatie. We informeren elkaar niet alleen, maar inspireren elkaar ook echt. Binnen de EBZ vragen partijen actief hulp aan elkaar.”

Je hebt je sterk gemaakt voor een EBZ met meer bedrijven dan overheden en kennisinstellingen, waarom?

“Waarom ik die bedrijven belangrijk vind: als politiek het oppakt, wordt het snel een bestuurlijke discussie, ‘wie is de baas’. Terwijl we een andere setting creëren door met bedrijven aan tafel te zitten. Je voert direct een meer economisch-inhoudelijk gesprek. We kijken ook naar wat er in andere regio’s gebeurt. Soms moet de overheid dan alsnog een beslissing nemen, maar op deze manier kunnen we dat beter geïnformeerd doen.

Vaak denken we in Nederland dat de overheid overal een oplossing voor moet bieden, maar bedrijven en onderwijsinstelling zijn echt sleutelspelers om ook een deel van de knelpunten in de regio op te pakken. Als deze sleutelspelers elkaar begrijpen en respect hebben voor elkaars uitgangspunten, kunnen zij samen ergens de schouders onder zetten. Dat betekent wel dat je die bedrijven bij elkaar moet brengen. Het is heel waardevol om regionale spelers aan tafel hebben die een deel van de oplossing kunnen inbrengen maar het probleem niet alleen kunnen oplossen.”

Wat was jouw doel bij de EBZ en waar ben je het meest trots op?

“Ik ben het meest trots op wat we rondom Human Capital gedaan hebben. We hebben een brede agenda gemaakt, waarin we er echt in slagen om allerlei doelgerichte projecten te doen. Enorme complimenten voor de provincie die het lef had om aan de EBZ te vragen om met een gedeelde visie te komen waar alle sleutelspelers uit de regio achter staan, waarbij de provincie financiering kan verstrekken voor het programmateam en subsidie voor de projecten.

Ik ben überhaupt trots op het bestaan van de EBZ. Inspiratie, leiderschap, visie en een platform wat dat leiderschap en die inspiratie kanaliseert, dat zijn aspecten die ik van begin af aan in mijn hoofd heb gehad. De goede samenwerking bij de EBZ bestaat onder andere door een open houding: delen wat er speelt, ook al hebben we niet direct een oplossing. Met een gedeeld perspectief kunnen we elkaar inspireren en krachten bundelen. Het doel wat de EBZ uiteindelijk dient is: op regionale schaal ervoor zorgen dat mensen tot hun recht komen. We willen deze prachtige samenleving in stand houden en de EBZ heeft daar een hele nuttige functie in. We zijn ook steeds scherper geworden op de ‘spelregels’: je zit hier niet om je eigen bedrijfsbelang te verdedigen. Je maakt deel uit van een groter geheel, in hoeverre ben je bereid om hier een gesprek over aan te gaan?“

Binnen de EBZ was jij de sturende en drijvende kracht, maar anderen stonden in de schijnwerpers. Heeft dat je wel eens in de weg gezeten?

“Nee. Mijn drijfveer is om een bijdrage te leveren aan de grote uitdagingen die op deze regio afkomen. De EBZ is voor mij een vehikel om dat te doen. Mijn doel was echt om de neuzen dezelfde kant op te krijgen, structureel met elkaar het gesprek aan te gaan, netwerken mobiliseren en om samen een goede strategie op te stellen. Wanneer we dit samen bereikten met mijn bijdrage, was ik tevreden. Ik heb het wel altijd belangrijk gevonden dat de leden van de board zagen welke bijdrage ik leverde, maar die waardering heb ik altijd gekregen. Het gaat niet om mij, het gaat niet om de EBZ, maar om het doel van de EBZ.”

Welke twee zaken zou je morgen willen veranderen in de regio?

“De vragen rondom de arbeidsmarkt liggen mij het meest na aan het hart. De zorgen komen voornamelijk vanuit de periode dat ik voor de klas heb gestaan, daar is mijn hart sneller gaan kloppen voor de scholing van mensen. Voor mij is een belangrijke drijfveer: ik wil mensen tot hun recht laten komen. Scholing speelt hierin een enorm belangrijke rol, zodat mensen het leven kunnen leiden dat ze willen. Mijn wens is toch wel echt een sterk programma omtrent de bijscholing van mensen, met andere aantallen dan tot op heden. Door de toenemende dynamiek aan de bedrijvenkant op het gebied van energietransitie, digitalisering en daarmee toenemende internationale concurrentiedruk, moet de arbeidsmarkt echt weerbaarder zijn. Ik zou me sterk willen inzetten op innoveren met leren, vooral voor de leeftijdsgroep 40 tot 60 jaar.

Waar ik me daarnaast grote zorgen over maak is hoe veel ruimte we hebben voor de transformatie van bestaande bedrijven en het verwelkomen van nieuwe bedrijven. Er wordt nu veel geïnvesteerd in nieuwe technologie en dat moet ook gaan resulteren in bedrijven die straks snel gaan groeien. Waar moeten we die bedrijven neerzetten? Ik zou een hele goeie ruimtelijk-economische strategie willen maken.”

Kan de EBZ die ruimtelijke strategie dan niet gaan maken?

“Nee. Ruimtelijke strategie is namelijk een vak en we willen vanuit de EBZ niet zomaar wat roepen over onderwerpen waar we onvoldoende verstand van hebben. Daar zijn andere partijen in ‘the lead’.” Grappend: “Het liefst had ik een magische knop om bij alle sleutelspelers in de regio draagvlak te krijgen voor dit soort dingen.”

Als buitenstaander ziet de EBZ er behoorlijk homogeen uit. Hoe ziet dit er over vijf jaar uit?

“Ik vind diversiteit echt belangrijk. Tegelijkertijd is het geen primair doel voor de EBZ om diversiteit aan te jagen. De EBZ is een afspiegeling van de sleutelspelers in de regio. Het aantal vrouwen in bestuurlijke functies gaat de goede kant op, maar etnische diversiteit blijft achter. Dat zie je dus ook terug in de EBZ. Waar de EBZ wel een rol in kan spelen, is dat alle typen bedrijven vertegenwoordigd worden en een stem hebben. Het is belangrijk dat iedereen die bij de EBZ aan tafel zit, zich comfortabel voelt om te spreken.”

Wat bewonder je in je opvolger Ferrie Förster, waar je al jaren mee samenwerkt?

“Bij de Human Capital Agenda heb ik er enkel voor gezorgd dat het in de grondverf stond. Maar Ferrie heeft gezorgd voor bedrijfscommitment, concrete afspraken en toezeggingen voor alle projecten die er nu staan. Ik denk en verwacht dat hij deze kwaliteiten ook bij de EBZ gaat inzetten. We zijn in Zuid-Holland steeds beter in staat om samen verder te komen, bijvoorbeeld met de Groeiagenda als scherpe, gezamenlijke strategie, maar ook met de circulaire agenda, de strategie voor de maakindustrie en de Human Capital Agenda. We moeten nu met elkaar de volgende fase in. Die vraagt nog veel meer effort om collectief de juiste stappen te zetten. Ik denk dat Ferrie er echt voor geknipt is om dat voor elkaar te boksen.”

Wat wil je Ferrie Förster meegeven?

“Blijf jezelf! Dat is in deze rol ontzettend belangrijk, in iedere rol overigens.”

Wat zijn twee persoonlijke lessen die je van boardleden hebt geleerd?

“Een is van Karel Luyben, Rector Magnificus Emeritus van de TU Delft. Hij leerde me dat elkaar informeren ook al een vorm van samenwerken is: een enorm belangrijke les.

En ik leerde iets moois van Bart van Zijll Langhout, toen Campuslead van Janssen: als we een kennismakingsgesprek hadden met nieuwe EBZ-leden, dan wilde ik laten zien wat de EBZ voor hen kon betekenen. Bart zei tijdens ons kennismakingsgesprek: “Dat is niet de reden dat ik hier aan tafel kom. Wij zijn een groot bedrijf en ik zie het bijna als een vorm van burgerschap dat wij als bedrijf actief deelnemen aan dit overleg. Daar maak ik geen winst- of verliesrekening van.” Dat vond ik een hele mooie gedachte en ik hoop dat er meer bedrijven zijn die op die manier in de wedstrijd zitten.

Naast deze twee lessen, heb ik van Jaap Smit, onze voorzitter, geleerd om voortdurend het ‘waarom’ en het ‘waar naartoe’ van de EBZ scherp op de radar te hebben. En om van daaruit de vergadering continu op scherp te houden.”

Waar zien we jou over vijf jaar?

“Ik verwacht dan nog steeds in de provincie te werken, omdat ik als inwoner van Zuid-Holland de beste bijdrage kan leveren. Ik heb een hart voor de regio en ik merk dat ik mijn werk een extra dimensie krijgt in de regio waar ik ook zelf woon. Dat geeft me energie.

Ik ben dan nog steeds bezig met de neuzen dezelfde kant op krijgen, voor grote maatschappelijke opgaves waar we hier in de regio het antwoord op kunnen vinden. Ik geloof er in om bestuur, strategie en uitvoering met elkaar te blijven verbinden. En de kracht van het ‘doen’: na een goed gesprek moeten we ook echt iets ondernemen.”