Shell Energy and Chemicals Park Rotterdam. Dat is de officiële naam van het enorme terrein dat voor velen nog steeds bekend staat als Shell Pernis. Het is de grootste raffinaderij in Europa en ook een locatie waar Shell werkt aan de energietransitie. Met als uiteindelijk doel: een einde aan de uitstoot – netto nul genoemd – in (uiterlijk) 2050. Pauline Buitink is sinds december 2022 de General Manager van Shell Energy and Chemicals Park Rotterdam. Historisch feit: zij is de eerste vrouw in deze positie. Sinds de zomer van 2023 is Pauline Buitink, als opvolger van voormalig Shell Nederland directeur Marjan van Loon, lid van de Economic Board Zuid-Holland (EBZ). In dit interview vertelt ze over haar persoonlijke achtergrond en werkervaring, de ontwikkelingen bij het bedrijf waar ze leiding aan geeft en haar visie op het belang van samenwerking met de EBZ en relevante partners in Zuid-Holland.

1987: Pauline Buitink studeert scheikundige technologie aan de Technische Universiteit van Delft. Haar afstudeerproject is bij Shell in Amsterdam en van het één komt het ander. Ze begint aansluitend aan haar opleiding een carrière. Eerst in verschillende technische banen. Van de pure chemie maakt ze daarna de overstap naar functies die meer over chemie tussen mensen gaan. Buitink: “Dat was een bewuste keuze, die je bij Shell op een bepaald moment kunt maken. Je kunt ervoor kiezen om in de techniek te blijven werken, maar ik koos voor het management. Dan krijg je steeds meer verantwoordelijkheid en groei je door als leidinggevende.”

Inmiddels werkt Pauline Buitink meer dan 25 jaar bij de onderneming. Jarenlang in Nederland, maar ook drie keer enkele jaren (ver) over de grens. Ze is verantwoordelijk voor het ontwerp van een Shell-fabriek in China en gaat, begin deze eeuw, vervolgens in dat land aan de slag om de plannen ook echt uit te gaan voeren.

“Ik ben 3,5 jaar bij het ontwerp van een Shell-fabriek in China geweest om ervoor te zorgen dat alles wat bij zo’n start-up komt kijken – technisch en ook qua opleiden van mensen – werd uitgevoerd.”

Ervaring als vrouwelijke techneut in het buitenland

Na een tussenfase in Nederland bij Shell in Amsterdam, vertrekt ze in 2015 voor een periode van vijf jaar naar Qatar, waar Shell benzine en andere brandstoffen maakt uit gas. Over die tijd zegt ze: “In Qatar had ik als technologie manager een hele mooie combinatie van een technische en een managementuitdaging, met een team van 80/90 mensen. Van tevoren hadden we gesproken over het feit dat ik een vrouw ben. Juist omdat er niet zoveel buitenlandse vrouwen werken, met name in technische beroepen, had ik daar een grote zichtbaarheid. Ik was één van de mensen die veel in overleg was met de Qatari’s en in de praktijk ging dat eigenlijk heel prima. Ik werd er gewaardeerd op mijn kennis en kunde.”

Na Qatar is Canada het volgende (en tot nu laatste) buitenland waar Pauline Buitink werkt. Daar is zij General Manager van een raffinaderij, ongeveer een vijfde van de grootte van die in Pernis. In de tijd dat ze daar werkt, laat ze binnen Shell weten dat zij en haar man, die bij haar was in China en Qatar, na al die jaren leven als ’expats’ graag weer terug zouden gaan naar Nederland.

Buitink: “Toen ik in China aan het werk kon, hebben mijn man en ik een grote keuze moeten maken. Hij heeft zijn baan opgezegd. Gelukkig kon hij in China ook aan de slag en hij was er voor de kinderen, een tweeling, toen één jaar oud. Terug in Nederland was mijn man een ‘stay at home dad’, weer een bewust besluit. Ook de keuze om naar Qatar te gaan, hebben wij gezamenlijk gemaakt. De tweeling was toen dertien. We hebben ze niet mee laten beslissen, maar ik kan wel zeggen dat zij daar een bredere kijk op de wereld hebben ontwikkeld. Wij hebben met elkaar in het buitenland hele goede tijden gehad.”

Het doel moet in 2050 worden bereikt

Sinds december 2022 is Pauline Buitink General Manager Shell Energy and Chemicals Park Rotterdam. Een gigantisch complex, met een enorme raffinaderij waar per dag 405.000 vaten olie worden verwerkt en met fabrieken voor chemicaliën. Er staat ook een groot kantoorgebouw, waar Pauline Buitink zetelt. Wie er de trap neemt, wordt gevraagd (of eigenlijk verplicht) de leuning vast te houden. Veiligheid is op het hele terrein een belangrijk aandachtspunt, voor Shell-mensen en voor bezoekers. Als General Manager is Buitink voortdurend bezig met veiligheid en betrouwbaarheid en ook – Shell is onderaan de streep een onderneming – met de manier waarop geld wordt verdiend. “Daarnaast hebben we, en dat vind ik het mooie van onze ‘site’ en ons bedrijf, ook de ambitie om aan de energietransitie te werken. We willen naar netto nul emissie. Zo willen we onze eigen uitstoot bij de productie naar nul brengen en ook stoppen met het maken van producten uit fossiele grondstoffen. Dat is niet iets wat we alleen maar zeggen, we werken er al volop aan. Het doel moet in 2050 zijn bereikt.”

Shell zet vol in op groene waterstof

Op weg naar het doel maakt Shell Pernis Energy and Chemicals Park Rotterdam (logischerwijs) gebruik van het voordeel dat de onderneming midden in het haven-industrieel complex van Zuid-Holland ligt. Om de productie van de raffinaderij schoner te maken, gaat Shell groene waterstof van een door de onderneming zelf gebouwde fabriek op de Maasvlakte gebruiken. Het windenergieproject waarmee de stroom voor de waterstoffabriek wordt gemaakt, is ook een investering van Shell.

Op het complex van Shell Pernis Energy and Chemicals Park Rotterdam wordt gewerkt aan een fabriek voor biobrandstoffen, die met name bedoeld zijn voor transportmiddelen van klanten die minder makkelijk zijn te elektrificeren, zoals grote vrachtwagens en vliegtuigen. De capaciteit van de biobrandstoffenfabriek is vergelijkbaar met de reductie in uitstoot van één miljoen personenauto’s. Ander feit: een kwart van de CO₂-uitstoot van de raffinaderij zal worden afgevangen en (via het Porthos-project van onder andere het Havenbedrijf Rotterdam) worden opgeslagen onder de Noordzee.

In tijden van klimaatverandering en toenemend protest tegen het gebruik van fossiele grondstoffen kan de vraag worden gesteld: kan die verduurzaming niet sneller? Pauline Buitink: “We kunnen onze site uitzetten, maar dan is het gebruik van fossiel nog niet gestopt. Uiteindelijk willen we allemaal naar netto nul uitstoot, maar je hebt het hier wel over enorme strategische beslissingen en miljarden investeringen. Zo’n waterstoffabriek, dat kun je door de hoge kosten één keer doen, niet ineens 3 of 4 keer. We zijn nu zelf onze enige klant. Wij hebben ons pad naar netto nul uitgezet en daar willen we ons aan houden. Maar, en dat bleek ook weer tijdens de klimaattop in Dubai, je moet het wel met de hele wereld doen.”

Verschil maken als Shell-vertegenwoordiger in de Economic Board Zuid-Holland

Namens Shell is Pauline Buitink lid van de Economic Board Zuid-Holland (EBZ). Op het moment van het interview heeft zij twee EBZ-vergaderingen en een diner achter de rug en kan zij haar eerste ervaringen en gedachten delen. Zij vindt het vanuit persoonlijk perspectief aantrekkelijk om meer kennis op te doen van en begrip te krijgen voor alles wat er op economisch gebied in Zuid-Holland gaande is. “Ik kom zelf niet uit Zuid-Holland, maar ik krijg zo een mooi beeld van het stakeholderlandschap. Dat is interessant. Zo kwam ik tijdens Het Diner de directeur van Rotterdam-The Hague Airport tegen – Wilma van Dijk – en met haar sprak ik over de verduurzaming van de luchtvaart.”

Dan, vanuit het bedrijfsperspectief: “Shell heeft, om het zo te zeggen, een stevige ‘footprint’ in Zuid-Holland, niet alleen hier in Pernis, maar ook in het centrum van Rotterdam en Den Haag. Wij vinden daarom dat wij als Shell een rol te spelen hebben in de Economic Board Zuid-Holland. Ik vertegenwoordig het hele bedrijf. Ik zit niet in de EBZ, omdat wij er als Shell iets uit willen halen, wel om, samen met anderen, Zuid-Holland te helpen met het halen van de doelen die we willen bereiken. Niet als leuk praatgroepje op de donderdagmiddag, maar om echt sturing te geven en, door inzet van de beschikbare kennis en kunde, het verschil te maken. En door met elkaar vast te stellen en te werken aan wat noodzakelijk is in Zuid-Holland, waar het zwaartepunt van de industrie van Nederland ligt. Dat collectief doen, kan echt helpen.”

Groeiagenda Zuid-Holland

Buitink ziet in de combinatie en de samenwerking van het bedrijfsleven, de overheden en kennisinstellingen in de EBZ een grote meerwaarde. Op de vraag wat er mogelijk gebeurt als er geen EBZ zou zijn, zegt ze dat er dan versnippering dreigt. “Een gezamenlijke aanpak maakt een grotere impact. Wij hebben als EBZ met de Groeiagenda Zuid-Holland duidelijk aangegeven waar we als Zuid-Holland beter in willen worden en in welke ‘takken van sport’ we willen groeien. Dan heb ik het over medewerkers (human capital) en de vraag hoe onze werkgelegenheid van de toekomst eruitziet. En bijvoorbeeld ook over de vraag hoe we de energietransitie doorzetten. Het gaat erom dat we samen stappen zetten om verbeteringen te maken. We hebben in Zuid-Holland een diversiteit aan bedrijven en instellingen en de kunst is met elkaar ervoor te zorgen dat je daarbij een goede gemene deler vindt.”

In een tijd waarin Nederland voor grote uitdagingen staat, is er een dringende behoefte aan een gezamenlijke visie op de toekomst. Binnenkort vergadert de Tweede Kamer over het verdienvermogen van Nederland: een cruciaal moment waar de grote opgaven worden besproken. Om deze reden presenteren we als EBZ – juist nu – drie concrete adviezen aan de Tweede Kamer met betrekking tot Infrastructuur, Industriebeleid en Innovatie. Door voort te bouwen op onze strategische geografische ligging en de hier aanwezige sleuteltechnologieën kunnen we floreren. Laten we samen werken aan een veerkrachtig Nederland dat klaar is voor de uitdagingen en kansen die de toekomst biedt.

De Tweede Kamer debatteert binnenkort over het verdienvermogen van Nederland. Een cruciaal onderwerp voor onze toekomst. We staan namelijk voor grote opgaven. De bestaanszekerheid van mensen staat onder druk en ondernemingen moeten veel veranderingen doorvoeren om fit te zijn voor de economie van de toekomst. De politiek staat voor belangrijke keuzes die van invloed zijn op ons allemaal. Gelukkig hebben we ook veel in huis om samen de uitdagingen aan te kunnen. Strategisch gelegen aan het begin van meerdere Europese transportcorridors én met de aanwezigheid van sleuteltechnologieën die essentieel zijn voor ons welzijn, onze welvaart en onze weerbaarheid, heeft Nederland de mogelijkheid om geopolitieke stormen goed te doorstaan. Dit vraagt wel om slim, samenhangend beleid en strategische investeringen. In Zuid-Holland werken private en publieke sleutelspelers intensief samen om de economie te vernieuwen, versterken en toekomstbestendig te maken, maar de nationale opgaven kunnen wij natuurlijk niet alleen aan. Daarom werken wij graag samen met de Rijksoverheid.

Ondernemingen, kennisinstellingen en overheden uit Zuid-Holland, verenigd in de Economic Board Zuid-Holland, geven graag drie concrete adviezen aan de Tweede Kamer: 

#1. Infrastructuur: maak deze toekomstbestendig

Zonder energie komt alles tot stilstand en daarom is netcongestie zo’n groot probleem. Versnelde uitbreiding en verzwaring van het elektriciteitsnet en het slim gebruik maken van alle beschikbare toekomstbestendige energievormen is dus pure noodzaak. Daarnaast moet er een goede grondstoffen- en digitale infrastructuur zijn die bijdraagt aan energiezekerheid, energieveiligheid en onafhankelijkheid. Verder moet er ruim baan gegeven worden voor innovaties op het gebied van lokale energiehubs en slimme energienetwerken. Tot slot zijn ook investeringen in spoor-en weginfrastructuur essentieel voor de bereikbaarheid van woningbouwlocaties, bedrijventerreinen en draagt fysieke mobiliteit bij aan sociale verbindingen.

#2. Industriebeleid: stel het toekomstig verdienvermogen van Nederland veilig

Schaarse ruimte vraagt om ruimtelijk ordening die gericht is op transities. Zo krijgt de industrie ruimte om zich te richten op toekomstbestendige verdienmodellen. Daar hoort ook een kenbaar, betrouwbaar en voorspelbaar overheidsbeleid bij dat bijdraagt aan een goed investeringsklimaat, inclusief financiële en fiscale instrumenten voor een gezond vestigingsklimaat.

#3. Innovatie: maak gebruik van aanwezige sleuteltechnologieën voor weerbaarheid 

Voor goed onderwijs, onderzoek en ontwikkeling zijn voldoende investeringen noodzakelijk. Er moet een tandje bij. Voor de arbeidsmarkt is de belangrijke vraag: hoe blijft het juiste talent beschikbaar? Waar is om- en bijscholing mogelijk en waar is internationaal talent pure noodzaak?

Extra aandacht voor Zuid-Hollandse innovatieclusters in de aanloop naar het Commissiedebat

Tot slot heeft Nederland een aantal innovatieclusters die steun verdienen van de Rijksoverheid omdat zij beschikken over sleuteltechnologieën voor het oplossen van (inter)nationale vraagstukken. In Zuid-Holland gaat het daarbij om:

  • Lucht- en ruimtevaarttechnologie: technologie en informatie voor veiligheid, communicatie, landbouw en waterbeheersing. Denk aan laser-satellietcommunicatie, maar ook aan drones en duurzame vliegtuigtechnologie.
  • Biotech en gezondheid: biotechnologie levert een belangrijke bijdrage aan nationale en internationale doelstellingen op onder meer het terrein van gezondheid (denk aan nieuwe cel- en gentherapieën voor patiënten met een tot voor kort moeilijk of niet te behandelen ziekte), circulaire economie (denk aan CO2-reductie en biodiversiteitsbehoud) en verduurzaming en transformatie van voedselproductie (denk aan klimaatresistente gewassen en vervanging van dierlijke eiwitten).
  • Chemische technologie: de chemische industrie maakt de grondstoffen voor alle dagelijkse producten én is daarmee een belangrijke toeleverancier voor de maakindustrie en andere sectoren. Geef de sector een betrouwbaar groeipad voor circulaire en biobased grondstoffen. Dit biedt bedrijven de zekerheid om te investeren en verder te verduurzamen. Op deze manier ontstaat er een toekomstbestendige sector die zorgt voor duurzame producten én strategische autonomie.
  • Digitaal: robotica, artificiële intelligentie en 5G die de mens ondersteunt in bouw, industrie, infra en zorg. Hiermee kunnen producten en diensten slimmer en sneller geleverd worden, zodat er minder werknemers nodig zijn en de arbeidsproductiviteit wordt verhoogd. Cybersecurity is in de hele digitale keten essentieel.
  • Glastuinbouw: technologie voor productie van gezond eten, overal: 80% wereldwijde kassen op basis van Nederlandse technologie en 40% mondiale groentezaden. Hiermee wordt niet alleen bijgedragen aan de voedselzekerheid in Nederland, deze kennis kan over de hele wereld worden verkocht en ingezet.
  • Maritiem & Offshore: Nederlandse maritieme kennis biedt kansen in (aanleg voor) energieproductie en -transport (systemen en vaartuigen). Daarnaast gaat het om de bescherming van vitale functies op zee. Nederland is het maritieme centrum van Europa en het hart van het cluster bevindt zich in Zuid-Holland: van de Tweede Maasvlakte tot aan Gorinchem.
  • Quantum en Semicon: sleuteltechnologie voor veiligheid en beleid gebaseerd op de best beschikbare informatie over doelmatigheid en doeltreffendheid. Waar een gewone computer miljoenen jaren voor nodig heeft, kan een quantumcomputer dat straks binnen enkele minuten. Bijvoorbeeld onderzoek naar nieuwe medicijnen of materialen, het extreem goed beveiligen van een netwerk of het verhogen van het rendement van zonnepanelen of kunstmest. Nederland loopt (nog) voorop in de ontwikkeling van deze veelbelovende technologie, en dat biedt unieke kansen op een duurzaam verdienvermogen.

De oproep van Economic Board Zuid-Holland sluit goed aan bij het missiegedreven innovatiebeleid. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat schrijft daarover: In het missiegedreven innovatiebeleid werken overheid, bedrijfsleven, kennisinstellingen en andere stakeholders samen aan innovatie voor economische en maatschappelijke impact. Dit doen we aan de hand van missies. Deze inzet bundelen we in gezamenlijke Kennis- en Innovatieagenda’s (KIA’s). Departementen kunnen de missies daarnaast ook inzetten als richtinggevend kader voor hun publieke inzet op kennis en innovatie. Het Kennis en Innovatieconvenant (KIC) weerspiegelt de inzet en de middelen die publieke en private partners bundelen voor onderzoek en innovatie op de missies. Op deze manier kunnen we met innovatieve oplossingen nationaal en internationaal bijdragen aan maatschappelijke uitdagingen en zo economische kansen verzilveren.

 

© Op de foto: ABB robot