Afgelopen maandag was de Economic Board Zuid-Holland (EBZ) te gast bij Ter Laak Orchids in het Westland, waar we welkom werden geheten door kersvers EBZ-lid Edith Bentvelsen, managing director bij Ter Laak Orchids en Bouke Arends, burgemeester van de gemeente Westland. Ter Laak Orchids is een van de grootste orchideeënkwekers ter wereld en een innovator. Niet alleen op technisch vlak, maar ook op het gebied van duurzaamheid.

Het Westland is een belangrijk ecosysteem voor voedsel en innovatie in Horticulture en levert een substantiële bijdrage aan de groei en welvaart van onze regio. Ook kent het Westland een aantal grote transitie-uitdagingen waar men de schouders onder steekt.

Na de kennismaking met Ter Laak Orchids werd de bijeenkomst verplaatst naar Tomatoworld, waar we spraken over de ruimtelijke puzzel van de provincie Zuid-Holland. Er is een grote ruimtevraag: variërend van landbouw, natuur, woningen tot bedrijvigheid. Al die wensen passen niet als we het niet samen anders gaan doen. Bij politieke keuzes is het belangrijk dat naar de kracht van de economisch grootste en meest veelzijdige provincie van ons land wordt gekeken. Het bouwen aan en het behouden van innovatieve ecosystemen is daarbij belangrijk. Zuid-Holland beschikt over topclustering van kennis en ondernemerschap. Of het nu gaat om haven & maritiem, aerospace, hightech-maakindustrie, tuinbouw, of life sciences & health. Deze ecosystemen hebben grote economische waarde en dragen bij aan het oplossen van nationale opgaven. Ook hebben we gesproken over de negatieve beeldvorming die er momenteel is over het bedrijfsleven. Transities zijn broodnodig, maar transities kosten ook tijd. Het is belangrijk dat hier bij politieke keuzes rekening mee wordt gehouden. Het is goed om ons te realiseren dat het motto: “eerst verdienen, dan verdelen” Nederland groot heeft gemaakt.

Samenwerken voor een bloeiende economie

Door met elkaar in gesprek te gaan en te blijven, werken we samen aan wederzijds begrip en kunnen we gezamenlijk bouwen aan de economie die we uiteindelijk willen zijn en zo de brede welvaart voor álle inwoners verhogen. Met 80 partijen uit bedrijfsleven, onderwijs- en kennisinstellingen en overheden werken we aan de uitvoering van de Groeiagenda Zuid-Holland, waarmee we als Zuid-Holland een bijdrage leveren aan oplossingen voor heel Nederland.

 

Afgelopen maandag hebben collega’s van de EBZ deelgenomen aan een masterclass met als centraal thema: het StartupFrameWork©. Dit model, berekend door een geavanceerd algoritme, heeft snel aan populariteit gewonnen onder startup ondersteuners. Het wordt gebruikt als maatstaf om de groei en ontwikkeling van jonge ondernemingen te beoordelen. De sessie werd gegeven door het bedrijf Gritd in samenwerking met InnovationQuarter, de regionale ontwikkelingsmaatschappij van Zuid-Holland. In dit artikel deelt onze collega Roy Osinga (Senior Adviseur Strategie) de inzichten die deze inspirerende Masterclass heeft opgeleverd voor de EBZ.

Start met de hamvraag: startup of scale-up?

“Velen zijn zich ervan bewust dat startups zich in fases ontwikkelen, maar zelden zijn wij als investeerder, ondersteuner of accelerator in staat neutraal te kijken waar de startups nu eigenlijk staan. Ook voor de startende en groeiende onderneming is het moeilijk om echt objectief naar zichzelf te kijken. Te vaak worden dergelijke ondernemingen al te snel bestempeld als een scale-up. Dit terwijl de realiteit is dat zij de eerste fase – met bijbehorende marktvalidatie van het concept of idee – nog niet hebben afgerond. Als investeerder is het daarom belangrijk om te weten wiens probleem je nu écht oplost. Belangrijke vragen vooraf zijn de volgende: Focussen we op een duidelijk marktsegment? Is dit segment bereid te betalen? En hebben de klanten hetzelfde aankoopmotief? – Dit is echt een heel andere kwestie dan een aantal half betaalde demo’s doen.”

Nieuwe maatstaven voor startup succes: voorbij financieringsrondes en werknemersaantallen

“Het succes van startups wordt tot op heden vaak afgemeten aan gerealiseerde financieringsrondes en het aantal medewerkers. Deze resultaten lijken op het eerste gezicht heel nuttig. Desalniettemin geven deze geen inzicht in de gecreëerde waarde in de markt en daarmee ook niet in de kans om een impactvol ‘volwassen’ bedrijf te worden. Beide meetindicatoren zeggen immers niks over de marktadoptie van de ontwikkelde oplossing. Echte impact ontstaat pas bij grootschalige adoptie in de markt of als gevestigde spelers in de markt gaan anticiperen op de nieuwe speler.”

Te veel financiering jaagt onbewust inconsistente groei aan

“Er wordt in Nederland veel gesproken over het tekort aan Risicokapitaal in de Vroege Fase, maar meer geld vrijmaken voor startups is niet per se de oplossing voor de eerste levensfase van startups. Onderzoek van Gritd toont aan dat te veel financiering onbewust inconsistente groei aanjaagt. Het als regio ondersteunen van sommige startups – zeker die met duurzame en economische impact – is en blijft belangrijk! Het gesprek moet daarbij tevens gaan over hoe financiering als instrument ingezet kan worden gericht op de actuele levensfase en het in beeld brengen van de volgende mijlpalen. In een tijd van mogelijk krimpende middelen is het belangrijk om efficiënt en effectief te zijn als het gaat om investeren met gemeenschapsgelden. Vragen die daarbij horen zijn: wat zijn de echte sleuteltechnologieën, wie zijn de echte gamechangers en wat kan de markt zelf oppakken.  Daarnaast kunnen ook gevestigde bedrijven (MKB en corporates) belangrijk aanjagers van de transitie en duurzame groei en welvaart zijn. Sommige hebben daarbij wel een duwtje in de goede richting nodig. Dat kan ook ontstaan door een consistente overheid als ook een level playing field op sommige markten. Het is mooi als er na 22 november voldoende middelen blijven om gericht nieuwe bedrijvigheid te blijven aanjagen en ondersteunen gericht op de ambities uit de Groeiagenda van Zuid-Holland.”

Roy Osinga: “Impactvol volwassen worden, impactvol investeren.”

“De EBZ pleit ervoor dat partijen in Zuid-Holland zoals InnovationQuarter, incubators en accelerators gezamenlijk de handschoen oppakken om, net als in Brabant, de ondersteuning van startups en scale-ups verder op elkaar af te stemmen (vanuit de opgedane leerervaringen onder andere van dit framework) en zo te professionaliseren.”

– Roy Osinga, Senior Adviseur Strategie EBZ

Koningin van de binnenvaart, wordt ze wel eens genoemd. Op foto’s heeft ze vaak een bouwhelm op en ze voelt zich bij uitstek thuis in de maritieme sector, waar je de mens achter de spreadsheet nog kent. Femke Brenninkmeijer is CEO van NPRC, een coöperatie van zo’n 150 binnenvaartondernemers, daarnaast is ze voorzitter van de board van Maritime Delta, het maritieme innovatieprogramma dat uitgevoerd wordt door InnovationQuarter. Sinds een half jaar is ze ook lid van de Economic Board Zuid-Holland en daarmee heeft ze zich als bestuurder diep in het Zuid-Hollandse ecosysteem genesteld. In een persoonlijk interview spreken we haar over de maritieme sector, de binnenvaart, over hoe digitalisering een absolute voorwaarde is voor de logistiek én energietransitie, en over vrouwen in een mannenwereld.

Direct even met de deur in huis: wat betekent de maritieme industrie voor Nederland?

“Eigenlijk zie je pas de echte waarde van deze sector als hij er even niet is. Toen er een containervrachtschip vastliep en het hele Suezkanaal geblokkeerd werd, liepen ineens alle supply-chains wereldwijd vast. Tot dat moment realiseerden mensen zich niet hoe ongelooflijk efficiënt onze hele logistiek georganiseerd is. Iedereen heeft heel betaalbaar toegang tot allerlei producten van over de hele wereld. Dat kan alleen dankzij een hoog-efficiënte logistiek. Nederland staat wereldwijd hoog aangeschreven in hoe goed we onze logistiek organiseren. Natuurlijk is de maritieme sector ook meer dan logistiek, zee- en binnenvaart. Het zijn ook die state-of-the-art-schepen die onmogelijk grote windmolens plaatsen op zee om zo bij te dragen aan de energietransitie.”

En wat vervoert die binnenvaart nou eigenlijk?

“Álles. Bouwmaterialen voor de woningmarkt, ertsen en staal voor de auto-industrie, agri-producten, waaronder alle mout en gerst voor Heineken.”

Zonder binnenvaart geen bier dus.

“Haha precies, dat zou onze nieuwe leus moeten worden!”

“Tja, wat wordt er eigenlijk niet door ons vervoerd… 90% van alles wat wij als consumenten kopen, komt via zee binnen en wordt voor een groot deel per binnenvaart aan- en afgevoerd. Dat is echt gigantisch. Daarnaast zorgen we voor de aan en afvoer van grondstoffen en halffabricaten voor de Europese productiebedrijven. Het wordt niet altijd gezien, dat je als binnenvaart zo’n belangrijke schakel bent in die keten. Wij vervoeren bijvoorbeeld ook heel veel zout, bijna 20% van onze lading. Dat is weer een grondstof voor de chemische industrie waar je uiteindelijk bijvoorbeeld matrassen van maakt.”

Jullie willen in de Nationale en Regionale Maritieme Agenda concurrerende, klimaatneutrale schepen ontwikkelen. Wordt ons businessmodel dan het verkopen van die schepen?

“Ja, de schepen, maar zeker ook de klimaatneutrale technologie. Wij hebben hier in Nederland de grootste binnenvaartvloot uit Europa varen. Dus in de eerste plaats moeten wij zélf die klimaatneutrale technologie gaan implementeren. We hebben hier een verantwoordelijkheid om de binnenvaart beter te maken.”

Een ander speerpunt van de Maritieme Agenda’s is meer talent naar de sector aantrekken. Maar wat is er eigenlijk leuk aan werken in de maritieme industrie?

“Er wordt hier nog iets minder vanuit spreadsheets gewerkt, je verkoopt hier geen verzekeringen. Hier verkoop je iets tastbaars, iets zichtbaars, iets dat nodig is en bijdraagt aan de oplossingen voor de opgaven in de maatschappij. Daarbij zie je nog de personen achter de bedrijven.”

Wat grappig, ik ging ervan uit dat het meer om de cijfertjes zou gaan, maar jij beschrijft nu een sector waarin de mens centraal staat en waar je veel resultaat ziet van je werk.

“Nou ja, wat is er nou leuker dan dat je werk elke dag aan je voorbijvaart! Ons kantoor zit aan de Maas. De binnenvaart is vrij laagdrempelig, mensen zijn heel toegankelijk.”

Is er een bepaald type mens dat goed gedijt in de maritieme sector?

“Ja, ik denk wel dat je een beetje down-to-earth moet zijn. En concreet. Men houdt er iets minder van poespas.”

Om mensen aan te trekken heb je ook boegbeelden nodig. Wie is voor jou een maritiem boegbeeld?

“Ik vind het bijvoorbeeld heel leuk dat Marja van Bijsterveldt nu speciaal gezant is voor de maritieme sector. Zij stelt samen met de sector een nationaal actieprogramma maritiem op. En ze is ook nog eens mijn collega bij de EBZ.”

Wat doet Marja van Bijsterveldt zo goed?

“Ze is ontzettend benaderbaar, enthousiast, zeer betrokken en daadkrachtig. Ze heeft een open blik, pretendeert niet dat zij de wijsheid in pacht heeft. En ik zie een enorme drive in haar om dit van de grond te krijgen.”

En hoe vind je dan die mensen met wie je dingen voor elkaar krijgt?

“Beetje geloof uitstralen en verbinding brengen. Ik had bijvoorbeeld een half uur ‘zendtijd’ tijdens onze jaarvergadering van de NPRC. We kwamen economisch uit best een hectische tijd, waarin er veel werd gevraagd van mensen, zowel die op kantoor als van de ondernemers aan boord. Economisch ging het zo goed dat we de vraag bijna niet konden bijbenen. Fijn natuurlijk, maar de spanning nam ook toe in de club. En toen dat half uur zendtijd. Ik had natuurlijk een heel mooi verhaal kunnen houden over de omzetcijfers, maar ik dacht: nee, ik ga het daar over de liefde hebben.”

Ze begint heel hard te lachen.

“…ja, over de liefde! Ik dacht: het is hectisch geweest, mensen hebben tegenover elkaar gestaan, ik wil hier verbinding voelen. Wat brengt ons nou bij elkaar? Laat dat nou niet alleen die cijfers zijn. Als je het moeilijk hebt in het leven, dan zijn er altijd bepaalde mensen voor je. In deze groep wil ik dat wij elkaar ook op die manier vinden. Sterker, dat verwacht ik ook van je. Dat we samen onderdeel zijn van een groter geheel.”

Die jaarvergadering was van de NPRC, waar je directeur van bent. Wat doen jullie precies?

“NPRC is de grootste coöperatie van binnenvaartondernemers in Nederland. Er zitten zo’n 150 binnenvaartondernemers in, in alle scheepsgroottes. Ik ben directeur van het bedrijf en samen met Arno Treur (CFO) bestuurder van de coöperatie, maar ik heb een commerciële rol voor de leden. Ik sluit de transportovereenkomsten, samen met de collega’s, met alle industrieën in Europa. Dat werk bieden wij vervolgens aan aan onze leden; zij kunnen deze orders varen. We hebben een diverse klantportefeuille met bestemmingen door heel Noord-West Europa. En we hebben een hele diverse vloot die in staat is dit werk te varen en zo de producten te leveren aan onze klanten.”

En digitalisering zit bij jullie echt in de core van het bedrijf, toch?

“We hebben een eigen IT-systeem ontwikkeld; elk transport wordt bij ons digitaal verwerkt, alle communicatie over afrekening en ETA’s lopen via een app. Met die data kunnen we onze klanten én onze leden real-time informatie geven. Inmiddels hebben we zo veel informatie dat we zelfs in de Rijn-en-Maasdelta kunnen zien welke havenbedrijven het snelst en efficiëntst functioneren. We kunnen ook de CO2-uitstoot bijhouden. In de energietransitie is digitalisering echt een voorwaarde. Je kunt wel vergroenen, maar als je niet precies meet en weet hoeveel je uitstoot en wat je precies verbetert, dan blijft elke poging een losse flodder. Voor deze monitoring werken we ook nauw samen met BigMile, dat ervoor zorgt dat de gegevens over de CO2 geaccrediteerd zijn.”

Je bent nu ook als boardlid aan boord gekomen van de Economic Board Zuid-Holland. Waarom eigenlijk?

“Ja, weet je, bij de EBZ komen publieke en private belangen echt samen. Je kunt ondernemers laten zien wat de publieke belangen zijn – want of je wilt of niet, je moet daar als bedrijf toch in mee – maar je kunt ook de publieke partijen de kracht van ondernemers laten zien.”

“Daarnaast vind ik dat de EBZ een belangrijke rol heeft in het vormgeven van het verhaal van Zuid-Holland. Bij het Maritime Deltadiner mocht ik openen, toen zei ik: stel dat je alle 12 provincies in een hal neerzet met een standje, met welk verhaal staat Zuid-Holland daar dan? Hoe presenteren we ons naar de arbeidsmarkt, naar ondernemers, naar de samenleving?”

Kun je een voorzet doen voor één verhaal dat al die verschillende innovatieve sectoren in Zuid-Holland bindt?

“Dat moet je denk ik zoeken in de technologie. Als ik kijk naar de sectoren aerospace en maritiem, dan verschillen die niet enorm van elkaar. De een gaat door de lucht, de ander over land, maar ze zijn allebei bezig om dat zo efficiënt mogelijk te doen. En met de nieuwste technologie. En in de kassen zijn ze evenzeer bezig met efficiëntie en technologie.”

“Of misschien zit het hem wel in de aanwezigheid van de haven. Er is onderzocht dat er rondom havens wereldwijd heel veel innovatie ontstaat. Omdat daar allerlei denkbeelden uit verschillende landen samenkomen. Dat zit natuurlijk ook heel sterk in die Zuid-Hollandse omgeving.”

Je bent voorzitter van de raad van advies van Telstar Vrouwenvoetbal. Heb je zelf ooit gevoetbald?

“Nee, mijn dochter wel, ik zelf niet. Maar ik heb wel iets met vrouwen in een mannenwereld.”

O ja?

“Ja, daar werk ik in.” Ze glimlacht.

Hoe werkt dat, vrouwen in een mannenwereld?

“Ik was vorige week op een maritieme beurs. Daar zie je toch veel mannen en redelijk weinig vrouwen. De maritieme sector is een vrij technische omgeving, daar voelt een vrouw zich misschien iets minder snel toe aangetrokken. Daarom is het des te belangrijker dat de vrouwen naar buiten treden en laten zien dat ze het leuk hebben. Zodat onze sector ook voor de andere helft van de bevolking aantrekkelijk is.”

“Uit onderzoek blijkt: de Nederlander ziet een technisch beroep niet als iets voor een vrouw. En vrouwen blijken dat zelf ook zo te zien. Dat is een veel breder issue: hoe kijken wij naar technische beroepen en wie achten wij in staat om die beroepen uit te voeren.”

Jij spreekt heel veel binnenvaartondernemers; wat is een belangrijke les die je van ze hebt geleerd?

“Er wordt vaak gezegd dat de binnenvaart conservatief is. Ik vind dat een vervelend woord. Ze zijn juist vaak heel open: we willen wel verduurzamen, maar help ons met het ‘hoe’. En wat ik van ze leer: het zijn gewoon hardwerkende mensen. Die dag en nacht met hun bedrijf bezig zijn. Daar zit heel veel passie in, en trots. Dat zit heel diep verankerd. Daar kunnen velen een voorbeeld aan nemen.”