Nederland gebruikt nu 800 kiloton waterstof per jaar. In 2050 is dat naar verwachting opgelopen tot 14 miljoen ton (Mt). Om nog maar te zwijgen van de waterstofbehoefte van Duitsland in 2050: 24 Mt. Zuid-Holland speelt met de Rotterdamse haven een belangrijke rol in Europa in het realiseren van de klimaat- en energietransitie. Maar liefst een derde van de CO2-uitstoot van Nederland wordt uitgestoten in Zuid-Holland. Waterstof gaat in het terugdringen hiervan een cruciale rol spelen, en de uitgangspositie van Zuid-Holland als Europese waterstofhub is zeer goed: met een sterke industrie zitten vraag en aanbod vlak bij elkaar en bestaande infrastructuur kan gebruikt worden voor waterstoftransport. Bovendien is de regio actief op álle aspecten van de waterstofketen: lokale productie en import, opslag en doorvoer, en toepassing in verschillende sectoren. En dat is uniek in Nederland en Europa.

Zuid-Holland heeft hele ecosysteem in één regio

Waterstof is onmisbaar bij de verduurzaming van de industrie, met name in de haven en voor doorvoer naar het achterland. Zo zal de lokale waterstofvraag in 2050 rond de 14 Mt kiloton zijn, en zal de waterstofbehoefte van onze oosterburen in 2050 zijn opgelopen tot 24 Mt. Maar ook zwaar wegtransport, de maritieme industrie, en de luchtvaart zetten zwaar in op de toepassing van waterstof of haar afgeleide brandstoffen. Er liggen daarmee enorme businesskansen voor de Zuid-Hollandse waterstofhub. De transitie naar waterstof zorgt daarnaast voor nieuwe banen, terugdringing van klimaatverandering en verbetering van de luchtkwaliteit.

Wat het Zuid-Hollandse innovatiesysteem voor waterstof zo sterk maakt is dat alle elementen in de waardeketen nu al aanwezig zijn en in de komende jaren alleen maar kunnen groeien. Er wordt op termijn grootschalig waterstof geproduceerd, toegepast, en daarnaast ook volop geïmporteerd en vervoerd naar de rest van Europa. Zuid-Holland heeft een ijzersterke kennispositie met universiteiten, hogescholen, kennisinstellingen en opleidingsinstituten. De meeste technologische maakindustrie van Nederland zit bovendien in Zuid-Holland. Dat betekent alle kansen om componenten en systemen te maken voor zowel waterstofproductie (electrolysers), als het transport en de toepassing van waterstof, en lokale oplossingen en bedrijvigheid te ontwikkelen voor de digitalisering en automatisering van de waterstofeconomie.

Eerste regio die start met grootschalige productie waterstof

In 2023 start Zuid-Holland als eerste regio in Nederland met de grootschalige productie van groene waterstof op de Tweede Maasvlakte. Om Nederland een internationale koploperspositie te geven als hydrogen hub voor Europa heeft de regio hulp van het Rijk nodig. De investeringen zijn nodig voor buisleidingen van Rotterdam via Chemelot naar het Ruhrgebied en voor de eerste groene-waterstoffabrieken die in 2023 en 2025 in productie genomen worden. Voor beide projecten liggen aanvragen bij het nationaal groeifonds.

Maar met productie alleen kan Nederland haar huidige positie als Europese energiehub niet behouden. De vraag, vanuit Nederland en de rest van Europa, is vele malen groter dan wat we in Nederland kunnen produceren. In 2050 zal het grootste deel van de waterstof dan ook worden geïmporteerd. Dat kan alleen dankzij de prominente positie van de Rotterdamse haven als energy port: nu al voorziet de haven in maar liefst 13% van de totale Europese energiebehoefte. Daarmee heeft Rotterdam de ideale uitgangspositie om ook een centrale rol te spelen in de groene-waterstofeconomie in Europa.

Wat gebeurt er al in Zuid-Holland?

Binnen Zuid-Holland lopen er verschillende projecten. Zo is er het project H-vision: een nieuwe waterstoffabriek die restgassen uit raffinage gaat inzetten om blauwe waterstof te produceren. Dat betekent dus CO2-arme waterstofproductie die als brandstof kan worden gebruikt waarmee de industrie voor 2030 op grote schaal warmte kan produceren om producten te maken. Daarnaast wordt er via diverse projecten zoals bijvoorbeeld H2Sines gewerkt aan de import van vloeibare groene waterstof van Portugal naar Rotterdam (voorheen: project Green Flamingo) en de import van waterstof uit Noord-Spanje naar Rotterdam.

Als het gaat om het toepassen van waterstof voor zwaar wegtransport, scheepvaart en luchtvaart lopen er diverse projecten in Zuid-Holland. Zoals het project waarbij over enkele jaren 1000 trucks op schone waterstof gaan rijden tussen Rotterdam, Antwerpen en Duisburg. Of RH2INE dat als doel heeft om uiterlijk in 2030 (minimaal) tien binnenvaartschepen op waterstof te laten varen. Binnen Zenid (Next Aviation Fuels) wordt waterstof gecombineerd met CO2 als grondstof voor de productie van e-kerosine. Hiernaast wordt er geëxperimenteerd met kansrijke toepassingen van waterstof in de gebouwde omgeving in Zuid-Holland.

Naast daadkracht heeft Zuid-Holland ook een sterke kennispositie: alleen al aan de samenwerkende universiteiten van Delft, Rotterdam en Leiden, en bij onderzoeksinstituut TNO, werkt meer dan 1600 fte aan energie-vraagstukken, van lab-schaal tot pilot-schaal, samen met de industrie. Daarnaast werken de Hogeschool Rotterdam, het STC, de RDM en het Fieldlab Industriële elektrificatie aan de toepassing van waterstof.

Waterstofplannen onderdeel van de Groeiagenda Zuid-Holland

De waterstofplannen zijn onderdeel van de Groeiagenda Zuid-Holland. De Groeiagenda is doorgerekend door de OESO, Erasmus Universiteit en NEO Observatory. Concreet belooft de regio met het uitvoeren van de volledige Groeiagenda:

  • 40% van de nationale CO2-reductie (73 megaton) te realiseren door de industrie en chemie te verduurzamen;
  • 25% van de nationale woningbouwopgave (240.000 woningen) te realiseren;
  • Over tien jaar 12% economische groei in onze regio te realiseren. Concreet is dat €24 miljard euro extra BBP en 000 nieuwe banen;
  • Bedrijvigheid te vernieuwen door middel van innovatie, digitalisering, verduurzaming en nieuwe technologieën.

(Ter vergelijk: 150 kiloton waterstof kan 25 miljoen auto’s vullen. Met 150 kiloton kunnen er 1,5 miljoen kilometers gereden worden.)

Groeiagenda Zuid-Holland

Bijna 80 overheden, bedrijven en kennisinstellingen in Zuid-Holland investeren het komende decennium jaarlijks € 1,4 miljard in de regionale economie. Hiermee bestrijdt de regio de effecten van de coronacrisis, de hoge werkloosheid en achterblijvende economische groei in de regio én  wordt een forse CO2-reductie gerealiseerd. Ook wordt een forse impuls gegeven aan de grote woningbouwopgave en de bereikbaarheid en leefbaarheid van de regio. De OESO, Erasmus Universiteit Rotterdam en NEO Observatory hebben berekend dat heel Nederland profiteert van deze Zuid-Hollandse investeringen.

De plannen staan in de Groeiagenda Zuid-Holland die dinsdag 16 maart werd gelanceerd tijdens een conferentie met onder andere de directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau, Kim Putters, Ingrid Thijssen, voorzitter van VNO-NCW, Edith Schippers, president van DSM, Tim van der Hagen, rector magnificus van de TU Delft en commissaris van de Koning Jaap Smit.

“Met de Groeiagenda Zuid-Holland worden de grootste maatschappelijke uitdagingen opgelost én vele miljarden euro’s extra voor Nederland verdiend,” zegt commissaris van de Koning, Jaap Smit. “Maar dat gaat alleen lukken als het Rijk jaarlijks € 1 miljard toevoegt aan onze investeringen en meer integraal naar de regio gaat kijken. Nauwere samenwerking met het Rijk is logisch want van investeren in Zuid-Holland plukt heel Nederland de vruchten.” De Groeiagenda bestaat uit tal van concrete projecten die snel uitgevoerd kunnen worden en die onder andere goed aansluiten bij het Nationaal Groeifonds en de fondsen van de Europese Unie.

Zuid-Holland staat voor grote uitdagingen. In deze regio woont bijna een kwart van de Nederlandse bevolking en de komende decennia komen er nog eens 400.000 mensen bij. Dat zet druk op de woningmarkt, arbeidsmarkt en bereikbaarheid. Tegelijkertijd komt 1/3e van de nationale CO2 uitstoot uit Zuid-Holland. Dit is de plek waar de energietransitie concreet vorm moet krijgen. Tot slot blijven de economische prestaties van Zuid-Holland achter bij vergelijkbare regio’s en dreigt een hoge werkloosheid. Door hun omvang hebben al deze Zuid-Hollandse uitdagingen nationale urgentie. De Groeiagenda Zuid-Holland voorziet in een langjarige actieagenda die een grote bijdrage levert aan de Nederlandse economie en samenleving.

Edith Schippers, president DSM Nederland: “DSM behoort tot de wereldwijde top van bioscience, met Delft als wereldwijde hub. Door te investeren in de Zuid-Hollandse economie kan deze regio uitgroeien tot de Silicon Valley van de bioscience. De Groeiagenda biedt een uitgelezen kans om de regio te versterken als wereldwijde hub op gebied van gezonde en duurzame voeding en grondstoffen. Zo zijn er op de Biotech Campus Delft meer dan tien jonge innovatieve bedrijven gevestigd, zoals Meatable dat wereldwijd toonaangevend is in de ontwikkeling van kweekvlees. Het is cruciaal voor het innovatieve vermogen en de groei van Nederland om dit soort bedrijven op eigen bodem te helpen groeien.”

Investeren in Zuid-Holland betaalt zich uit

De OESO, Erasmus Universiteit en NEO Observatory hebben berekend dat het in samenhang uitvoeren van de Groeiagenda Zuid-Holland leidt tot structureel 1%punt  extra jaarlijkse groei van de regio. Dit betekent structureel 12 % extra economische groei na 10 jaar. Op termijn leidt dit tot € 24 miljard structureel extra BBP voor Nederland. Ook is berekend dat deze aanpak 120.000 banen oplevert.

Aziza Akhmouch, Head of the Cities, Urban Policies and Sustainable Development Division, OESO: “Met de Groeiagenda heeft de regio Zuid-Holland een grote stap gezet in het implementeren van eerdere OESO-aanbevelingen. Deze agenda moet geen eenmalige inspanning zijn, maar een langdurige samenwerking tussen lokale, regionale en nationale partners worden om een meer innovatieve, duurzame en inclusieve toekomst te realiseren.”

Uitgangspositie van de regio beter benutten                                                                                                                                           

In Zuid-Holland zijn veel innovatieve mkb-ondernemers, toonaangevende kennisinstellingen, sterke sectoren en de grootste Europese haven. Dit geeft de regio een goede uitgangspositie om ook de komende decennia een grote bijdrage te leveren aan brede welvaart en inclusieve werkgelegenheid in Zuid-Holland én Nederland. Maar dan moeten nu in samenhang geïnvesteerd worden in het vernieuwen van de economie en het vestigingsklimaat in de regio.

Private en publieke partijen uit Zuid-Holland investeren daarom tegelijkertijd in: kennis & innovatie ecosystemen en sleuteltechnologieën; de maakindustrie; de energie-infrastructuur, biotechnologie, de mobiliteitstransitie en een leven lang ontwikkelen. De sleutelspelers in Zuid-Holland staan in de startblokken en vragen het Rijk om mee te doen.

De volledige Groeiagenda Zuid-Holland is hier te vinden:

Groeiagenda Zuid-Holland

IT Campus Rotterdam, Albeda en Zadkine hebben het initiatief genomen een MKB Digitale werkplaats in de regio op te richten. In de digitale werkplaats werken studenten van diverse niveaus en opleidingen in teams aan digitaliseringsvraagstukken van ondernemers. Met praktische handvatten en advies op maat helpen zij de ondernemer op weg met het digitaliseren van hun bedrijf. De MKB DigiWerkplaats Rijnmond is onderdeel van het Human Capital deelakkoord WE-IT, waarin Zuid-Holland 3000 extra IT’ers opleidt.

Het midden- en kleinbedrijf (mkb) is de motor van de Nederlandse economie. De coronacrisis heeft ook hen hard geraakt. Het is daarom belangrijk juist nu te investeren om de productiviteit van het mkb te verhogen. Door digitalisering in het brede mkb te versnellen, dragen we bij aan herstel van de economie.

De MKB DigiWerkplaats Rijnmond heeft als doel de komende drie jaar minimaal 500 ondernemers uit de regio Rijnmond te ondersteunen in digitalisering. De werkplaats richt zich in het eerste jaar primair op mkb bedrijven tot 10 medewerkers in de retail sector en zakelijke en overige dienstverlening in samenwerking met het ICT- en economisch beroepsonderwijs. Vanaf het tweede jaar wordt uitgebreid naar de (maak)industrie en transport & logistiek (inclusief maritieme sector).

Roos Vermeij (wethouder Economie, wijken en kleine kernen in Rotterdam): “We werken er hard aan om zoveel mogelijk MKB’ers de overstap naar online ondernemen te laten maken. Zeker nu. Digitalisering kan een oplossing zijn om het hoofd in deze zware tijd boven water te houden. Maar ook in de toekomst biedt digitalisering volop kansen. Door de MKB DigiWerkplaats Rijnmond kunnen ondernemers straks, dankzij de onmisbare kennis van Rotterdamse studenten, hun weg vinden in de digitale wereld en profiteren van de snel toenemende digitale ontwikkelingen. Dat is goed voor het MKB, voor de studenten én voor het herstel van onze economie.”

De digitale werkplaats draagt daarmee bij aan digitaal vaardige ondernemers en is tegelijkertijd de kweekvijver voor de regio om te groeien naar meer integraal onderwijs, dat doorstroom bevordert, (cross)sectorale samenwerking tussen opleidingsniveaus mogelijk maakt en een betere aansluiting op de arbeidsmarkt bewerkstelligt.

750 studenten helpen de komende jaren om ondernemers de productiviteit van hun bedrijf te laten verhogen en stimuleren hen verder te investeren in digitalisering. Ook ontwikkelen de studenten voor de ondernemers een uitgewerkte roadmap met praktische handvatten, prototypes en advies op maat. Primair richt de MKB DigiWerkplaats Rijnmond zich op oplossingen op het gebied van online sales, marketing, web ontwikkeling, programmeren, privacy & security, cloud engineering en het digitaliseren van administratieve bedrijfsprocessen.

Via www.digiwerkplaatsrijnmond.nl kunnen ondernemers in contact komen met de MKB DigiWerkplaats Rijnmond. Indien mogelijk worden vraagstukken al tijdens de oprichting van de digitale werkplaats in behandeling genomen. Per september 2021 is de digitale werkplaats Rijnmond hét loket voor digitaliseringsvraagstukken van het brede mkb in de regio.

Initiatiefnemer van de MKB DigiWerkplaats Rijnmond is IT Campus Rotterdam die deze publiek private samenwerking zal uitvoeren in samenwerking met partners Albeda (penvoerder), Zadkine, Techniek College Rotterdam, Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Inholland, MKB Rotterdam Rijnmond, VNO NCW Rotterdam Rijnmond, Rabobank Rotterdam, Ministerie van Economische Zaken & Klimaat, Provincie Zuid-Holland (WE-IT), Gemeente Rotterdam (MKB010>>Next) en Gemeente Schiedam (Clicks&Bricks i.s.m. MRDH).

Vorige week presenteerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de voorlopige cijfers voor regionaal economische groei in Nederland. Hoewel de Zuid-Hollandse economie krimpt, is de krimp minder fors dan in andere regio’s.

De coronapandemie heeft een zware wissel getrokken op de wereldeconomie. Ook de Nederlandse economie heeft in 2020 een forse klap gekregen, zo blijkt uit de voorlopige economische groeicijfers van het CBS. In 2020 heeft de Nederlandse economie een krimp van 3,8 procent zien. Een belangrijke noot vooraf is dat het gaat om voorlopige cijfers op basis van een relatief nieuwe experimentele methode van het CBS. De cijfers kunnen dus nog positiever of negatiever uitvallen.

Verschillen tussen regio’s

Uit de cijfers van het CBS blijkt dat de economische weerbaarheid verschilt per regio. De provincies Noord-Holland en Groningen zijn in 2020 het hardst gekrompen. Met name de krimp in Noord-Holland valt op. De regionale economie is in 2020 met 7 procent gekrompen. Een belangrijke verklaring voor de krimp in de Randstadprovincie is de afname van de hoeveelheid vliegverkeer – de economie van de regio Haarlemmermeer krimpt met maar liefst 18 procent. Zeker tijdens de eerste coronagolf lag het aantal vliegbewegingen fors lager.

Zuid-Hollandse economie krimpt minder hard

De Zuid-Hollandse economie is met 3 procent gekrompen in 2020, zo schat het CBS. Hoewel die krimp minder fors is dan het Nederlands gemiddelde, staat de krimp in schril contrast met de regionale groeicijfers van een jaar eerder. In 2019 groeide de Zuid-Hollandse economie nog met 1,3 procent. De cijfers van het CBS laten verder zien dat er kleine verschillen bestaan tussen Zuid-Hollandse corop-regio’s. De regio’s Leiden en Bollenstreek, Rijnmond en Overig Zuidoost-Zuid-Holland krimpen met drie procent. In alle overige Zuid-Hollandse corop-regio’s ligt de krimp met twee procent onder het Zuid-Hollands gemiddelde.

Een blik vooruit

De cijfers van het CBS geven een beeld van de weerbaarheid van de regionale economieën in Nederland. Hoewel de cijfers tonen dat de Zuid-Hollandse economie minder hard is geraakt, zeggen ze weinig over de economische wendbaarheid van de regio: de mate de regionale economie ook weer opkrabbelt. De komende tijd wordt duidelijk hoe de verschillende regionale economieën zich herstellen.