De technologische industrie speelt een sleutelrol in de economie van Zuid-Holland. Niet alleen neemt het aandeel van deze sector in het regionaal verdienvermogen consistent toe, ook biedt zij werk aan ruim 123.000 werknemers. De EBZ-taskforce Technologische Industrie zet zich in voor het verder versterken van deze sector. Daarom kwamen de leden van de taskforce bijeen op 6 februari aan de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden voor haar jaarlijkse strategiesessie. Thema’s die op de agenda stonden waren de betrokkenheid van mkb’ers bij het Regionaal Versterkingsplan Nationale Technologiestrategie (NTS), de essentiële rol van internationaal talent voor het vestigingsklimaat van deze sector en ontwikkelingen op het gebied van quantum & lasersatellietcommunicatie. 

Groeikansen voor innovatieve mkb’ers
Tijdens de vergadering hebben we gesproken over het traject Regionaal Versterkingsplan Nationale Technologie Strategie (NTS), dat InnovationQuarter namens de gezamenlijke Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) coördineert. In dit traject zijn vijftien unieke waardeketens geïdentificeerd. Een belangrijk aandachtspunt is het aansluiten van innovatieve mkb-bedrijven op deze ketens, waaronder Quantum & Lasersatellietcommunicatie. Zo ontstaan er nieuwe kansen voor duurzame groei en een sterke internationale marktpositie. Het verbinden van de bedrijven aan dit initiatief zal bijvoorbeeld via verschillende bijeenkomsten (specifiek gericht op ketens) gebeuren. Ook de drie ketens die vanuit de ActieAgenda Technologische Industrie worden ondersteund, komen terug in de vijftien geïdentificeerde waardeketens.

 

Internationaal talent speelt sleutelrol
Voor deze vergadering was de taskforce te gast bij de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden. Decaan Jasper Knoester gaf tijdens de bijeenkomst een toelichting op de bijdrage van de faculteit aan bijvoorbeeld kennisontwikkeling en innovatie bij quantumtechnologie, ruimtevaart en complexe instrumentatie. De universiteit, die dit jaar haar 450e verjaardag viert, heeft een rijke geschiedenis in fundamenteel bèta-onderzoek. Ze speelt een vooraanstaande rol in deze domeinen. Samenwerking met het bedrijfsleven is hierbij essentieel. De faculteit zet zich in voor de ontwikkeling van talent, onder andere door stages in relevante sectoren aan te bieden, via samenwerkingen met de Leidse instrumentmakers School (LiS) en door mee te doen in samenwerkingsinitiatieven op quantum- en halfgeleidertechnologie. Daarnaast is de universiteit ook betrokken bij het project Beethoven Zuid-Holland ter versterking van de microchipsector. Tijdens een rondleiding door de Fijnmechanische dienst en Elektronische dienst kwam het technologisch vakmanschap dan ook nadrukkelijk naar voren kwam.

De taskforce benadrukt dat ook de beschikbaarheid van internationaal talent een cruciale factor speelt voor innovatie en een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven. Bedrijven zien dat internationaal talent makkelijker integreert in een bedrijf wanneer zij ook in Nederland hebben gestudeerd. Een onderwerp dat onder andere door de EBZ hoog op de agenda is gezet.

 

Versterking van Zuid-Hollandse waardeketens
De EBZ Taskforce Technologische Industrie blijft zich inzetten voor de creatie van nieuwe waardeketens met een sterke positie voor Zuid-Holland. De regio beschikt over een unieke combinatie van kennis en bedrijvigheid, wat kansen biedt voor maakbedrijven in waardeketens zoals Quantum & Lasersatellietcommunicatie, Cognitieve Robotica en Energietechnologie. Door gezamenlijk in te zetten op deze ketens, wordt de concurrentiepositie van de technologische industrie verder versterkt. Zuid-Holland heeft de potentie om als belangrijke schakel binnen deze internationale ketens een sleutelpositie in te nemen.

 

 

 

 

 

 

 

 

We gaan in gesprek met een van onze partners bij de Human Capital Agenda (HCA) over samenwerking en arbeidsmarktinnovatie. Deze keer aan het woord: programmacoördinator Whitney Reemers-Stout van Crest. Crest verzorgt complete programma’s om het persoonlijk leiderschap van medewerkers in de maritieme sector te vergroten. Het is een initiatief van vier maritieme bedrijven. In 2022 tekende Crest een deelakkoord via de Human Capital Agenda (HCA) en ontving daarmee extra financiële steun van de provincie Zuid-Holland. “Driekwart van onze financiering bestaat uit de bijdrage van bedrijven. De financiële bijdrage via de HCA vormt daarop een welkome aanvulling”, vertelt Reemers-Stout.

 

In de maritieme sector werken veel technisch geschoolde medewerkers. Binnen deze bedrijven is behoefte aan trainingen gericht op persoonlijke ontwikkeling. Waar het IQ ruim voldoende ontwikkeld is, is er behoefte aan trainingen om het EQ te versterken: waar ligt je talent? Hoe wil je je verder ontwikkelen? De bedrijven bundelden hun krachten en Crest (voorheen Vijfsluizen Academy) was een feit.

“We zijn werkzaam in een sector met veel tradities. Het is niet makkelijk om die te doorbreken. Vaak werken deze bedrijven samen met gevestigde opleidingspartners. Dan is het wel spannend om met een nieuwe partij in zee te gaan, ook nog eens op dit gebied”, legt Whitney Reemers-Stout uit.

 

Ontwikkelperspectief
Het doel van het deelakkoord was om 380 werkenden een ontwikkelperspectief te bieden en zes werkgevers te ondersteunen hun arbeidskrachten beter in te zetten. Crest biedt daarvoor drie programma’s. Personal leadership is voor de jonge professional. Collaborative leadership is gericht op team leads en medewerkers die met verschillende interne en externe disciplines te maken hebben. En thought leadership is specifiek voor de specialist met ruime werkervaring. De groepen worden begeleid door een facilitator. Met tools, modellen en werkvormen geeft deze de deelnemers richting; vervolgens gaan ze zelf aan de slag.

 

Deelnemer aan het woord
Jeroen Taen werkt zo’n vijf jaar als ingenieur bij Ulstein, een scheepsontwerpbureau in Rotterdam. Via zijn werkgever kwam hij bij Crest terecht, waar hij de training collaborative leadership volgde. “Ik zat vijf jaar bij mijn werkgever in een technische functie en stond voor de vraag: welke kant wil ik op? Het mooie aan de training is dat je zelf kunt inbrengen wat je leervraag is. Het is 20% theorie en 80% praktijk. De facilitator geeft geen advies, maar laat het je zelf ontdekken. Je spreekt ook over persoonlijke onderwerpen, wat zorgt voor een open sfeer. Daarnaast word je aangemoedigd buiten de training met elkaar en andere deelnemers in contact te blijven waardoor Crest meer een mastermind-groep is dan een conventioneel trainingsprogramma.

 

Wat betreft de cijfers: zijn de 380 deelnemers gehaald en zes werkgevers ondersteund? “Bijna!” zegt Whitney. “151 deelnemers hebben een programma van 9 maanden gevolgd en we bereikten 211 medewerkers met onze workshops. Eind 2024 tikken we de 380 wel aan. Inmiddels hebben we dertien werkgevers ondersteund, en in oktober verwelkomden we HEBO en Bonn & Mees als vaste partners. De kracht van Crest ligt in het verbinden van medewerkers binnen de sector, waardoor samenwerking en innovatie worden gestimuleerd. Onze ambitie is om, ook zonder subsidie, een gevestigd collectief te worden en de juiste partners aan ons te binden.”

 

Dit artikel is onderdeel van het Human Capital Agenda jubileum magazine, waarin we nog meer inspirerende gebeurtenissen delen tijdens vijf jaar Human Capital Agenda. Het online magazine lees je hier.

De Nederlandse arbeidsmarkt stevent af op een structureel tekort aan goed opgeleid talent. Tegen 2030 wordt de krapte nog groter en na 2035 dreigt een aanzienlijke teruggang in arbeidspotentieel. Om de concurrentiepositie van Nederland te behouden en economische groei veilig te stellen, moeten we nu investeren in een strategie om internationale studenten aan te trekken en te behouden. Amsterdam Economic Board, Economic Board Zuid-Holland en Economic Board Utrecht hebben daarom een gezamenlijke brief gestuurd aan de minister Eppo Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, minister Beljaarts van Economische Zaken en minister Eddy van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met een dringende oproep voor een langetermijnbeleid voor het behoud van internationaal arbeidspotentieel ten behoeve van het toekomstig verdienvermogen van Nederland.

 

Internationale studenten als essentiële schakel voor innovatie en economie
Internationale studenten dragen in belangrijke mate bij aan de economie van de toekomst en het concurrentievermogen van Nederland. Ze brengen nieuwe perspectieven, kennis en netwerken en vormen een belangrijke talentenpool voor bedrijven in onder meer techniek, IT en gezondheidszorg – sectoren die nu al kampen met grote personeelstekorten.

“Internationale studenten op onze universiteiten en hogescholen zijn en blijven belangrijk in een tijd van geopolitieke veranderingen. Ze bevorderen niet alleen de economie en het bedrijfsleven door het meenemen van hun kennis, netwerken en innovatie, maar versterkt ook de onderlinge samenwerking tussen landen. Als studenten over de grenzen heen leren en gaan werken, creëert dat meer begrip tussen landen en zullen ook de diplomatieke banden versterken in een wereld die steeds meer met elkaar verbonden is,” zegt Femke Brenninkmeijer, voorzitter van de Economic Board Zuid-Holland en CEO van NPRC.

“Veel van deze studenten willen hier blijven en bijdragen aan onze samenleving, maar door het ontbreken van een gerichte strategie laten we dit talent eenvoudigweg vertrekken,” aldus Jessica Peters-Hondelink, directeur van Amsterdam Economic Board. “Als we willen dat Nederland aantrekkelijk blijft voor nationale en internationale bedrijven en haar innovatiekracht behoudt, moeten we af van het kortetermijndenken en investeren in structurele oplossingen.”

 

Uitdagingen ombuigen naar kansen
Hoewel de instroom van internationale studenten uitdagingen met zich meebrengt, zoals druk op huisvesting en onderwijsinfrastructuur, mogen deze geen reden zijn om internationalisering te ontmoedigen. Dit aangekondigde beleid trek een enorme wissel op de beschikbaarheid van talent op de arbeidsmarkt en daarmee de aantrekkelijkheid van ons vestigingsklimaat. De Economic Boards pleiten voor een gezamenlijke aanpak, waarin de focus ligt op:

  • Een betere integratie met de arbeidsmarkt: Door gerichte loopbaanbegeleiding, stage- en traineeshipprogramma’s, netwerkontwikkeling en samenwerking met het bedrijfsleven kan de blijfkans van internationale studenten aanzienlijk worden verhoogd. In Zuid-Holland heeft de Economic Board hier al successen mee, wat als voorbeeld kan dienen voor bredere implementatie.
  • Duurzame huisvesting: In plaats van de instroom te beperken, moet de overheid samenwerken met onderwijsinstellingen, gemeenten en huisvestingspartners om structurele oplossingen te vinden.
  • Verbeterde monitoring: De instroom van internationale studenten daalt al fors. Bij de Vrije Universiteit Amsterdam daalde de internationale instroom in 2024-2025 met 23,5%, en zelfs met 30% bij de Bètafaculteit. Daarnaast blijkt uit onderzoek van Nuffic dat driekwart van de internationale studenten 5 jaar na hun studie niet meer in Nederland woont, omdat ze geen passende baan of woonruimte kunnen vinden. Dit is een zorgwekkende ontwikkeling voor sectoren waar juist een groot tekort aan talent is.

 

Economic Boards bieden samenwerking aan
Amsterdam Economic Board, Economic Board Zuid-Holland en Economic Board Utrecht bieden aan om vanuit hun sterke infrastructuur voor helixsamenwerking met bedrijven, kennisinstellingen en overheden mee te denken over toekomstbestendige oplossingen. “We hebben de kennis, de netwerken en de ervaring om tot slimme strategieën te komen. Nu is het tijd om gezamenlijk actie te ondernemen,” benadrukt Peters-Hondelink.

Nederland kan zich niet veroorloven om talent te verliezen. De Economic Boards roepen de overheid op om internationale studenten niet te zien als een tijdelijke last, maar als een duurzame investering in de toekomst van onze economie.