Vanaf 1 maart heeft Henk Bakker uit Nieuwkoop het stokje overgenomen van Ferrie Förster als Programmamanager Human Capital Zuid-Holland. Henk brengt veel ervaring mee als onafhankelijk adviseur en projectmanager en als leidinggevende van succesvolle teams bij onder andere Capgemini Invent, Berenschot en Ecorys. Hij houdt van sport en bewegen, is een echte familieman en vertoeft graag veel op de Friese meren en Nieuwkoopse plassen. Henk kan niet wachten om samen met het Human Capital team en alle partners weer nieuwe successen te behalen in de uitvoering van de Human Capital Agenda 2.0. 

Jij was al bekend met de Human Capital Agenda (HCA) vanuit je rol bij de WIJIJ- coöperatie, wat was jouw motivatie om voor deze rol te gaan?

“Ja, klopt. Ik was daar voorzitter van en ik was er trots op dat WIJIJ door de Economic Board Zuid-Holland is erkend als belangrijk project voor het realiseren van Leven Lang Ontwikkelen en voor het modern matchen op skills in de provincie. Maar ik was daarvoor al bekend met de HCA vanuit mijn consultancy opdrachten voor onder andere de Rotterdamse Leerwerkakkoorden. Ferrie Förster, mijn voorganger als programmamanager, kende ik ook al. Hij vertelde me met veel enthousiasme over de HCA, het team en wat er – ook bevestigd via onafhankelijk evaluatieonderzoek van SEOR – in de eerste jaren van de HCA al is bereikt. Daar wilde ik wel bij horen natuurlijk! Ik wil helpen om verder te bouwen. Als inwoner van Zuid-Holland is het voor mij extra motiverend om in mijn eigen provincie te werken aan de aanpak van personeelstekorten en het zorgen dat mensen mee kunnen komen bij het geweld van alle transities en veranderingen in de economie en op de arbeidsmarkt. Het gaat echt ergens over! 

“Betrokken, gedreven en Friese nuchterheid”

Wat kenmerkt jou en welke eigenschappen ga je zeker inzetten als Programmamanager HCA?

“Woorden die bij me opkomen bij deze vraag zijn: betrokken, gedreven, Friese nuchterheid, open, ervaren, meedenkend, optimistisch, mensgericht, verbindingsgericht, cocreatie en resultaatgericht. Dat zijn volgens mij wel begrippen die mij zo’n beetje kernschetsen. Ik denk dat ik ook om die reden in beeld gekomen bij de Economic Board en de provincie Zuid-Holland. Er werd gezocht naar iemand die veel ervaring heeft in multistakeholder-omgevingen rondom human capital-uitdagingen, iemand die samenwerking hoog in het vaandel heeft staan. Voor mij is dat een vanzelfsprekendheid en dat heb ik in mijn lange periode met consultancywerkzaamheden ook altijd toegepast. Vooral op snijvlakken vindt innovatie en groei plaats en alleen gezamenlijk kunnen hoge ambities worden gerealiseerd.” 

“Die verbindingen benutten en integraal oppakken is efficiënt en is een krachtige basis voor impact.”

Als je denkt aan het beeld dat jij had van de Human Capital Agenda Zuid-Holland, wat is er bevestigd en wat was nieuw voor jou?

“Het beeld dat ik had is zeker, in positieve zin, bevestigd. Dat de HCA en het HCA-team heel doordacht gepositioneerd is in de driehoek van Economic Board Zuid-Holland, provincie Zuid-Holland en InnovationQuarter, had ik me vooraf nog niet zo gerealiseerd. Dat vind ik heel slim, door de goede verbindingen met bedrijven, kennisinstellingen, overheden en dienstverleners. Die verbindingen benutten en integraal oppakken is efficiënt en is een krachtige basis voor impact. Verder merk ik meteen hoe goed er wordt samengewerkt met een gecommitteerde taskforce Human Capital. Deze wordt gevormd door bestuurders van bedrijven, overheden en onderwijs- en kennisinstellingen, en hierin zitten zowel private als publieke partners. Ik heb voor veel andere regio’s en in landelijke programma’s voor veel ministeries gewerkt als extern adviseur, dus ik kan oprecht zeggen dat het wel heel erg bijzonder is wat er staat in Zuid-Holland. Fijn om daar nu zelf als programmamanager deel van te mogen uitmaken.” 

Waar ga je beginnen in deze nieuwe rol als programmamanager Human Capital?

“Never change a winning team” en “never change a winning formula”, daar ben ik het helemaal mee eens. We moeten dit wel voortdurend verbeteren en steeds blijven inspelen op nieuwe kansen. Met het team en samen met alle stakeholders willen we wat dat betreft in de volgende fase vooral ook het accent leggen op het realiseren van nog meer impact. Die is al fors volgens het onderzoek dat SEOR uitvoerde, maar de ambitie is hoger. Zoals meer instroom in functies waar personeelstekort is, meer opleiden, meer om- en bijscholing, meer leerwerkarrangementen en meer benutting van talent. Maar ook aandacht voor niet-direct meetbare zaken, zoals een sterk ecosysteem voor werken, leren en innoveren en een verdere versterking van de lobby. Samenwerking is daarbij het sleutelwoord.” 

Wat zie jij als je belangrijkste doel in de rol als Programmamanager voor de Human Capital Agenda Zuid-Holland?

“Verbinden en enthousiasmeren en daarmee voorop gaan in de Human Capital-strijd. Ik wil ook zorgen voor goede randvoorwaarden voor het team om succesvol en om met plezier te kunnen werken. Ik zal alle stakeholders goed betrekken en gezamenlijk eigenaarschap van het vraagstuk stimuleren bij bedrijven, instellingen, in branches en bij zowel onderwijs als overheden. Het is aan mij om goed kijken waar er kansen liggen. Ik zal kijken naar welke HCA-acties het verschil kunnen maken, daar wil ik me vooral op richten. En dat kan alleen met een sterk team en dat staat er ook. De evaluatie van SEOR, opgeleverd begin 2022, toonde dat ook duidelijk aan: de stakeholders zijn heel erg te spreken over het HCA-team. Ik vind het een eer om daar nu deel van te mogen uitmaken en om dit team te mogen leiden en faciliteren.” 

Wat kan de regio in het komende jaar verwachten vanuit de Human Capital Agenda?

“Ik ben net gestart en nu druk aan het inwerken. Maar wat ik wel alvast kan zeggen is dat we de ingezette lijn willen voortzetten, met specifieke aandacht voor de speerpunten die in de Human Capital Agenda 2.0 zijn omschreven en met de ambitie om de impact van de HCA verder te vergroten. De regio mag erop rekenen dat we weer met veel nieuwe impulsen komen. Van inspiratiebijeenkomsten en toegankelijk en laagdrempelig meedenken met bedrijven, opleiders en samenwerkingsverbanden, tot co-creatie van nieuwe arrangementen. We hebben veel expertise en mogelijkheden in huis, zelf en via onze partners. Dat is allemaal voor de regio beschikbaar. Het team heeft er zin in. Ik zelf incluis!” 

“Ik heb er onwijs veel zin in. De deur staat open en de telefoon en e-mail staan aan!” 

Bedrijven, overheden en kennisinstellingen uit Zuid-Holland roepen de landelijke politiek op om Nederland toegankelijk te houden voor internationaal talent. Er is maatwerk per instelling nodig in verband met de verschillen tussen steden en onderwijsinstellingen. ‘Maatwerk’ als uitgangspunt, waarbij de invulling aan de instellingen zelf wordt over gelaten, daar wordt in deze brief voor gepleit.

“De provincie Zuid-Holland draait op het talent van haar inwoners.” Daarmee openen de Economic Board Zuid-Holland (EBZ), de Economic Board The Hague (EBTH) en Economic Development Board Drechtsteden (EDB) in een gezamenlijke brief aan de minister van Onderwijs, de minister van Economische zaken en de leden van de Tweede Kamer. Het aantrekken en behouden van internationaal talent is een belangrijk onderdeel in de Human Capital Agenda van Zuid-Holland.

De aanleiding van de brief is de motie die de Tweede Kamer heeft aangenomen, waarbij hogescholen en universiteiten worden gevraagd om een stop te zetten op het actief werven van internationale studenten. De instroom van internationale studenten kan zorgen voor uitdagingen, zoals de kwaliteit van onderwijs of krapte op de woningmarkt. Wat Zuid-Holland betreft is het noodzakelijk om gezamenlijk tot een toekomstbestendig pakket aan maatregelen te komen dat lokaal kan worden ingezet. Er is juist behoefte aan het aantrekken en behouden van internationaal talent voor het verdien- en innovatievermogen in Zuid-Holland. Te generieke maatregelen op landelijk niveau zijn schadelijk voor de sociaal-economische ontwikkeling van de regio. En laten we niet vergeten dat de Nederlandse beroepsbevolking daalt door demografische omstandigheden de komende decennia, waardoor wij internationaal talent hard nodig hebben.

Het aannemen van de motie door de Tweede Kamer leidt tot onvoldoende aandacht voor regionale behoeftes en behoeftes van individuele onderwijsinstellingen en gemeenten. Het versterkt een negatief sentiment rondom instroom van internationale studenten naar hogescholen en universiteiten. EBZ, EBTH en EDB benadrukken het belang van een regionale dialoog  om gezamenlijk tot een goed pakket aan maatregelen te komen en om het maatwerk aan instellingen zelf over te laten.

Tim van der Hagen (Rector en Voorzitter college van Bestuur TU Delft): “Als TU Delft vinden we het belangrijk dat universiteiten en hogescholen kunnen beschikken over instrumenten om de instroom van studenten duurzaam en effectief te kunnen beheersen, met name om de instroom van niet-EER studenten te kunnen beperken. De instrumenten zijn er nu niet, daarbij is maatwerk essentieel.”

Martin Van Gogh (Directeur Batenburg Techniek):”Het is noodzakelijk voor bedrijven om toegang te houden tot alle beschikbare talenten, dus ook internationaal talent.”

De Human Capital Agenda Zuid-Holland richt zich op een veerkrachtigere arbeidsmarkt in de provincie. Eind 2021 werd voor een van de routes van de agenda ‘het aantrekken en behouden van internationaal talent’ het project ‘Internationaal Talent Programma’ gelanceerd. Het Internationaal Talent Programma heeft als doel om 500 internationale werknemers aan te trekken en/of te behouden. Waarom is dit essentieel? Een aantal cijfers uit de brief:

  • In de technieksector, waar een flink arbeidstekort is, is de blijfkans van internationaal talent hoog, namelijk 30-40%
  • In andere sectoren zien we dat de blijfkans gemiddeld 25% is en dat dit percentage groeipotentieel heeft

We werken er als regio hard aan om internationaal talent niet alleen naar Nederland toe te laten komen voor een studie, maar dat dit talent hier blijft om te werken, wonen en een bijdrage levert aan te toekomst van Nederland. Dit draagt niet alleen bij aan de arbeidstekorten op specifieke functies, maar ook aan de internationale marktpositie van Zuid-Holland. Denk hierbij aan organisaties die internationaal-gericht zijn, maar ook aan de innovatiekracht van ons land.

Lees hier voor de volledige brief