De Grond-, Weg- en Waterbouwsector (GWW) heeft de afgelopen jaren een indrukwekkende digitale impuls gekregen. Dankzij het deelakkoord ‘DigiCampus GWW’ – onderdeel van het Human Capital Akkoord Zuid-Holland – is een sector die van oudsher traditioneel opereerde, in beweging gekomen richting een toekomstbestendige, digitaal vaardige werkomgeving. Dit project ging niet alleen over technologie, maar juist over samenwerking. “Door publieke en private partijen in een deelakkoord samen te brengen, ontstond meer begrip voor elkaars werkwijze en ruimte om samen te bouwen aan innovatie”, aldus Jaap Kolk, Programmamanager DigiCampus.

 

Doelen behaald, impact gemaakt

Het project heeft zijn belangrijkste doelen ruim overtroffen:

  • Meer dan 500 professionals hebben zich ontwikkeld op het gebied van digitalisering;
  • 42 organisaties – zowel publieke als private – zijn intensief betrokken geweest bij trainingen, scans, kennissessies en casusgroepen;
  • 30 werkgevers zijn ondersteund in het verhogen van hun digitale volwassenheid en het beter benutten van arbeidscapaciteit.

Van casusgroepen tot opleidingen: leren in de praktijk

Centraal in de aanpak stonden casusgroepen waarin markt, overheid en onderwijs samenwerkten aan actuele digitaliseringsvraagstukken zoals de digitalisering van kabels en leidingen en de standaardisatie van weekstaten. Deze vorm van co-creatie zorgde voor direct toepasbare oplossingen en voor betere samenwerking en kennisuitwisseling binnen de keten.

Ook op het gebied van opleidingen zijn grote stappen gezet. Zo zijn er drie nieuwe trainingen ontwikkeld die inmiddels breed worden ingezet:

  • Basistraining Data-gedreven werken
  • Digitaal samenwerken
  • Gestructureerd werken met Systems Engineering

Deze programma’s sluiten direct aan op de praktijk en op de leerbehoeften die via DigiChecks bij de bedrijven zijn opgehaald.


Brede opbrengsten voor Human Capital

Naast digitalisering heeft het project op meerdere vlakken bijgedragen aan versterking van het human capital in de regio. Zo is er sprake van:

  • Verbeterde samenwerking: publieke en private partijen hebben elkaar gevonden in een gedeelde taal en aanpak voor digitalisering;
  • Meer werkplezier en motivatie: deelnemers gaven aan dat de casusgroepen niet alleen leerzaam, maar ook inspirerend waren. Het bracht hen in contact met gelijkgestemden en gaf energie om met vernieuwing aan de slag te gaan;
  • Versterking van het onderwijs: kennisinstellingen zijn nauwer betrokken geraakt bij de sector en kunnen actuele kennis beter integreren in hun curricula;
  • Professionalisering van de sector: door scans en gesprekken is beter zicht gekomen op ontwikkelvraagstukken binnen organisaties en projecten;
  • Een verhoging van de arbeidsproductiviteit. Zeker voor een sector die moeite heeft voldoende personeel te vinden een zeer welkome opbrengst.

Blijvende beweging

Een belangrijke uitkomst is dat alle betrokken partijen de samenwerking willen voortzetten. De ambitie reikt verder dan de projectperiode: er wordt gewerkt aan de oprichting van een stichting die DigiCampus GWW een structurele plek geeft. Daarmee blijft de opgebouwde energie behouden en kunnen nieuwe digitaliseringsoplossingen gezamenlijk worden ontwikkeld. Het consortium wil bovendien een duidelijke beweging in de sector stimuleren: niet langer uitsluitend aanbesteden op prijs, maar nadrukkelijk ook op digitale vaardigheden en innovatieve oplossingen die het werk slimmer, efficiënter en aantrekkelijker maken.

Samen digitaal sterker

Dankzij DigiCampus GWW heeft de sector een krachtige stap gezet richting digitalisering, samenwerking en innovatie. De inzet van zoveel partners – van gemeenten en aannemers tot onderwijsinstellingen – laat zien wat er mogelijk is als we slim, samen en digitaal werken aan de toekomst van onze leefomgeving.

Wil je op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen? Kijk dan op: https://www.digicampusgww.nl/

Binnen het zogenaamde Bouwen-spoor van de Zuid-Hollandse Human Capital Agenda werken we aan structurele oplossingen voor een beter werkende arbeidsmarkt. Dat gebeurt via bundeling van zowel vraag, aanbod als via bundeling van initiatieven. Met ondersteuning vanuit de Human Capital Agenda Zuid-Holland is een verkenning gestart naar opschaling van het Campus Gouda-initiatief Transport en Logistiek. Doel: verduurzaming, slimme technologie en een sterkere arbeidsmarkt langs de N11/A12-corridor.

Bijeenkomst Gemeenten werkgebied mbo Rijnland

Tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van wethouders uit het werkgebied van het mbo Rijnland is het nieuwe HCA-initiatief van de Campus Gouda rond Transport en Logistiek gepresenteerd. Veel van de aldaar aangepakte vraagstukken zoals verduurzaming bedrijventerreinen, zero-emissie zones, productiviteitsverhoging middels de inzet van slimme technologie en de LLO-aspecten daaromheen, lenen zich volgens de deelnemers aan de bijeenkomst mogelijk voor opschaling naar andere gemeenten/ regio’s.

Opschaling

Reden voor mbo Rijnland om te willen inventariseren of het lopende initiatief van Campus Gouda opgeschaald zou kunnen worden. Aangezien daarmee vergelijkbare initiatieven gebundeld worden, was dat voor de Human Capital Agenda aanleiding om een verkenning te financieren.

Verkenning

Kim van Eijck voert die verkenning uit en verwacht de uitkomsten daarvan in oktober te kunnen presenteren.

In de regio Drechtsteden-Rotterdam is kwartiermaker Jonneke de Jong gestart met de Werf van de Toekomst. Negen scheepswerven bundelen krachten om te robotiseren, personeel te ontwikkelen en samen toekomstbestendig te groeien.

Vier scheepvaartbedrijven in de regio Drechtsteden-Rotterdam hebben samen bij de EBZ ondersteuning gevraagd en gekregen om samen te werken aan toekomstbestendig samenwerken op het gebied van human capital. Het betreft Scheepswerf Slob, Royal IHC, Oceanco en NMC. Deze bedrijven maken deel uit van een breder consortium Scheepswerf van de Toekomst, waarin negen scheepswerven in de regio samenwerken. Deze werven pakken met ondersteuning van kwartiermaker Jonneke de Jong gezamenlijk de uitdaging op om hun productieprocessen te robotiseren. Dit komt voort uit een wens om onder andere gezamenlijk een tekort of juist een tijdelijk overschot aan personeel op te vangen. De ambitie is om samen meer te bereiken dan alleen in het behouden en in het vinden en opleiden van talent voor de sector.

De werven voorzien ook dat ze hun huidige personeel moeten gaan bijscholen om de automatisering en digitalisering in de werkzaamheden op de werven in goede banen te leiden. De consensus is dat hier slimmer en meer gezamenlijk in opgetrokken kan worden. Daarnaast worden de andere werven aangehaakt en geactiveerd om mee te doen zodat alle werven binnen de ‘Werf van de toekomst’ hiervan profiteren. Daarnaast worden de mogelijkheden voor nadere samenwerking met onderwijsinstellingen verkend.

De Greenports Boskoop en Duin- en Bollenstreek hebben samen met ondernemers, onderwijsinstellingen en overheden een Human Capital-deelakkoord ondertekend. Met dit akkoord zetten de partners een belangrijke stap om de arbeidsmarkt in de sierteeltsector toekomstbestendig te maken.

De sierteeltregio staat voor grote uitdagingen: een groeiend tekort aan vakmensen, afhankelijkheid van internationale arbeidskrachten, snelle technologische ontwikkelingen en strengere duurzaamheidseisen. Zonder gezamenlijke aanpak dreigt dit de innovatiekracht, concurrentiepositie en zelfs de continuïteit van de sector negatief te beïnvloeden.

Oplossingen in drie routes

Het deelakkoord richt zich op drie hoofdroutes:

  • Leven Lang Ontwikkelen binnen bedrijven – structurele programma’s en een Greenport Academy moeten een lerende cultuur in de sector verankeren.
  • Samenwerking tussen bedrijven en sectoren – via een regionaal Human Capital-platform, gezamenlijke flexpools en een Green Flower Campus wordt kennis gedeeld en arbeid flexibeler georganiseerd;
  • Activeren van onbenut potentieel – deeltijdkrachten en verborgen talenten krijgen ontwikkelkansen, onder meer via loopbaanbegeleiding, erkenning van verworven competenties en flexibele werkmodellen.

Breed draagvlak

Het deelakkoord wordt gedragen door 38 bedrijven en brancheorganisaties, waaronder KAVB en Royal Anthos. Zij investeren samen met de provincie Zuid-Holland, gemeenten en onderwijsinstellingen in een meerjarig programma (2025–2027). De Greenport Duin- en Bollenstreek treedt op als penvoerder.

Link met Regio Deal

De aanpak sluit nauw aan bij de toegekende Regio Deal Sierteeltregio 2024. Het kan gezien worden als concretisering van een van de daarin opgenomen programmalijnen, te weten Programmalijn 2: duurzame en veerkrachtige regionale arbeidsmarkt. Met name de ontwikkeling van de Green Flower Campus versterkt de ambities uit het deelakkoord en maakt samenwerking tussen bedrijven, onderwijs en overheid concreet.

Beoogde resultaten

Met een totaal budget van een kleine 3 miljoen euro en een subsidiebedrag van ruim 7 ton wordt aangesloten bij de doelstellingen van de Zuid-Hollandse HCA:

  • 640 werknemers in staat stellen om zich te ontwikkelen
  • 191 werkgevers helpen arbeid beter te gebruiken
  • 90 flexwerkers ontwikkelperspectief bieden
  • 240 transities over sector- en/of regiogrenzen
  • 320 onderbenutte deeltijdwerkers meer aan het werk
  • 1.060 internationale medewerkers behouden of aantrekken

Na de eerdere lancering tijdens het Zuid-Hollands Industrie Event (ZIE) is inmiddels het talentprogramma Beethoven Zuid-Holland in uitvoering. De regio’s Zuid-Holland, Brainport, Twente en Groningen zijn door de Rijksoverheid gevraagd om een plan in te dienen voor het Nationaal Versterkingsplan Microchiptalent. In opdracht van de Economic Board Zuid-Holland (Human Capital Agenda) heeft bureau Birch ondersteuning verleend aan de betrokken kennisinstellingen, bedrijven en partners, om te komen tot een ambitieus, onderbouwd en realistisch Regioplan. Hiervoor is de komende jaren in totaal 43 miljoen euro subsidie voor vanuit het Rijk.

De kerngroep vanuit de kennisinstellingen werd gevormd door de TU Delft, De Haagse Hogeschool, Hogeschool Inholland en ROC Mondriaan. Ook zijn andere onderwijsinstellingen als Universiteit Leiden, de ROC’s (Via Delta) en de Leidse Instrumentmakers School betrokken. Met het bedrijfsleven wordt intensief samengewerkt, onder meer via HiDelta en QUST.

In Zuid-Holland wordt maar liefst 50% van alle Nederlandse technici opgeleid en veel bedrijven en ketenpartners van ASML zijn er gevestigd. De eerste resultaten worden al zichtbaar. Zoals de lancering van nieuwe technische opleidingsvarianten en een ambitieuze wervingscampagne voor internationale masterstudenten (zie: www.hightechuniversities.nl).

 

>>Lees verder: https://www.economicboardzuidholland.nl/e43-miljoen-beethovengeld-voor-zuid-holland/

In zijn nieuwste column staat Ron Brans, Strategisch Projectadviseur Human Capital, stil bij de zogenoemde “productiviteitsparadox”. Waarom lijken drukke mensen vaak meer gedaan te krijgen? En hoe beïnvloedt de zomervakantie onze arbeidsproductiviteit? Met een knipoog en scherpe analyse laat Ron zien dat rust en reflectie minstens zo belangrijk zijn als hard werken. Zo legt hij de basis voor de productiviteitsagenda waar het HCA-team dit najaar mee aan de slag gaat.

 

De productiviteitsparadox

Wil je iets snel gedaan krijgen, vraag het dan aan iemand die het druk heeft. Dat lijkt op het eerste gezicht onlogisch, maar mijn ervaring is dat het prima werkt. De logica is als je er even over nadenkt ook best voor de hand liggend. Mensen die iets gevraagd wordt terwijl ze druk zijn, doen het er even tussendoor, klaren het klusje, handelen het af en kunnen weer verder. Iemand die meer of alle tijd heeft, denkt er eerst even over na, kauwt er eens op, maakt een plannetje en al die tijd lijkt er op het eerste gezicht weinig te gebeuren.

Het zomerreces zorgt dan ook voor een driedubbele daling in de arbeidsproductiviteit. In de eerste plaats is een groot deel van het land op vakantie en hoewel de doevakanties in populariteit toenemen, wordt vakantie niet met (arbeids)productiviteit geassocieerd.

Ten tweede dragen sommige sectoren aanzienlijk meer bij aan ’s lands arbeidsproductiviteit dan andere. Hoog staan delfstofwinning, financiële dienstverlening en de informatie en communicatiesector, juist sectoren waar medewerkers en masse de zomerse kuierlatten nemen. Laag staan onder andere de horeca en de detailhandel, sectoren die de langvakantievierende schoolverlaters toevlucht bieden om de verveling te verdrijven.

En als derde en in lijn met mijn betoog: het is zomers gewoon minder druk. Collega’s en of partijen waarmee je samenwerkt zijn op vakantie en daardoor onbereikbaar. Er kan minder, waarmee hetgeen wel gedaan kan worden, ook best tot morgen kan wachten. Ik merk het aan mezelf, ik werk door deze zomer, mijn output ligt lager. Het schrijven van deze column heb ik al een paar dagen voor me uitgeschoven.

Is deze column daarmee, in het belang van de noodzakelijke arbeidsproductiviteitsverhoging, een pleidooi voor afschaffing van de (zomer)vakantie? Zeker niet. Rust biedt ruimte. We leven in een tijd waarin druk zijn bijna een statussymbool is geworden en mensen trots zeggen dat ze geen tijd hebben. Dit zegt evenwel niet direct iets over de kwaliteit van de output. Vergelijk het met de hamster in het loopwiel, veel inspanning, geen vooruitgang. Meer van hetzelfde. Juist de vakantie biedt de ruimte om dieper op dingen door te gaan, ergens iets langer bij stil te staan, een wandeling te ondernemen waar nieuwe ideeën ontstaan en die ervoor zorgt dat je iets op een nieuwe en betere manier bekijkt en aanpakt.

Na de zomer gaan we met ons team Human Capital werken aan een productiviteitsagenda. Gelukkig ga ik in september nog even op vakantie.

– Ron Brans, Strategisch Projectadviseur Human Capital

We zijn verheugd om jullie voor te stellen aan onze nieuwe collega, Thaïza Kwas, die ons team komt versterken als Communicatie- en Kennisadviseur Human Capital bij de Economic Board Zuid-Holland en de Provincie Zuid-Holland. Thaïza gaat zich richten op de ontwikkeling van de Lerende Kennisomgeving binnen de Human Capital Agenda Zuid-Holland en op het zichtbaar maken van de resultaten die we samen met partners realiseren. Benieuwd naar onze nieuwe collega? Dat begrijpen we, en daarom stellen we haar graag alvast via deze weg aan je voor:

Welke expertise breng je mee in het EBZ-team?

“De afgelopen jaren heb ik in verschillende rollen bij adviesbureaus gewerkt voor uiteenlopende sectoren. De rode draad in mijn werk is altijd geweest: oplossen, uitzoeken, mensen bij elkaar brengen en beweging creëren. Het voelde voor mij als het juiste moment om niet langer als extern adviseur, maar direct in dienst van de publieke zaak te werken aan maatschappelijke en economische vraagstukken. Dat heb ik gevonden binnen dit team. Het geeft me een goed gevoel dat we met een toegewijd team de komende jaren gestructureerd kunnen toewerken naar concrete resultaten.”

Wat zijn jouw persoonlijke ambities die je in je professionele leven nastreeft?

“Ik wil communicatie inzetten als strategisch middel: niet alleen om zichtbaar te zijn, maar ook om te verbinden, te inspireren en ervoor te zorgen dat de beweging groter wordt dan de som der delen. Het klinkt misschien cliché, maar samen bereik je echt meer dan alleen. De triple helix-samenwerkingen binnen de Human Capital Agenda zijn daar een perfect voorbeeld van: door samenwerking kun je versnelling en systeemdoorbraken realiseren. Het bouwen aan een lerende kennisomgeving zie ik daarbij als een prachtig en belangrijk doel.”

Wat spreekt jou aan in de Human Capital Agenda?

“Met de aangescherpte agenda 2025–2030 ligt er een duidelijke focus op de lerende kennisomgeving. Samen met alle partners leren, delen en doen wat werkt: dat spreekt me enorm aan. Het geeft veel energie om hier samen met bevlogen collega’s en partners aan te bouwen.”

En tot slot: waar kijk je naar uit in je nieuwe rol?

“Ik kijk ernaar uit om alle partners persoonlijk te ontmoeten, van elkaar te leren en samen de regio in de volle breedte verder te versterken. De stevige basis die de afgelopen jaren is gelegd, mede door mijn voorganger Renee Bakker, geeft vertrouwen dat we samen mooie nieuwe stappen kunnen zetten.”

Welkom bij het team, Thaïza. We kijken uit naar de samenwerking!

TK
Even sparren?
Dat kan! Neem contact op met Thaïza via thaiza.kwas@economicboardzuidholland.nl.

De Nederlandse economie staat voor een fundamentele uitdaging: de groei van de arbeidsproductiviteit blijft al decennia achter bij die van vergelijkbare landen. Waar andere economieën erin slagen per gewerkt uur meer waarde toe te voegen, is Nederland de afgelopen jaren vooral ‘arbeidsintensief’ gegroeid. Dat leverde welvaartsgroei op, maar niet de noodzakelijke productiviteitssprong die essentieel is voor ons toekomstig verdienvermogen.

Brede welvaart onder druk

De druk op de arbeidsmarkt neemt verder toe door vergrijzing en afname van het aantal jonge instromers op de arbeidsmarkt. Extra arbeidsinzet is nauwelijks meer mogelijk. Tegelijkertijd vragen grote maatschappelijke transities, zoals de energietransitie, digitalisering en verduurzaming van de zorg, juist om een forse productiviteitsstijging. Zonder deze sprong dreigt ons verdienvermogen en de brede welvaart onder druk te komen.

Oorzaken van achterblijvende productiviteitsgroei

Uit onderzoek van TNO blijkt dat een combinatie van factoren de productiviteitsgroei afremt. Zo groeide de Nederlandse economie vooral door meer werkuren in plaats van productiviteitsstijging. Ook de sterke afhankelijkheid van laagproductieve sectoren, lage private investeringen in R&D en innovatie, en de beperkte verspreiding van innovaties naar het mkb spelen een rol. Daarbij zorgen flexibilisering en loonmatiging voor minder prikkels om in menselijk kapitaal en arbeidsbesparende technologie te investeren.

Internationale vergelijking

Hoewel Nederland behoort tot de landen met een hoog productiviteitsniveau (88 dollar per gewerkt uur, boven het OESO-gemiddelde), is het groeitempo fors lager dan in buurlanden. Met name na de Grote Recessie bleef herstel van productiviteitsgroei achter, waar België en Duitsland wel een inhaalslag maakten.

Vier oplossingen voor een productief groeipad

TNO schetst vier oplossingsrichtingen om Nederland op een toekomstbestendig groeipad te zetten:

  1. Structuurverandering – Vergroten van het aandeel hoogproductieve en R&D-intensieve activiteiten, verminderen van de afhankelijkheid van laagproductieve sectoren en goedkope arbeid.
  2. Human centred technologie – Investeren in arbeidsbesparende en arbeidsondersteunende technologie die productiviteit verhogen en de kwaliteit van werk verbetert.
  3. Versnellen van innovatie en kennisspillovers – Het mkb ondersteunen bij toepassing van technologische en sociale innovaties en kennis beter laten stromen van koplopers naar het brede bedrijfsleven.
  4. Continu leren en ontwikkelen – Sterke inzet op leven lang ontwikkelen, upskilling en reskilling, en een arbeidsmarkt die meer gebaseerd is op skills in plaats van diploma’s.

Samen aan zet

De opgave is helder: Nederland moet van een arbeidsintensief naar een productief groeimodel. Dit vraagt om gezamenlijke inzet van overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen. Door structureel te investeren in R&D, innovatie en menselijk kapitaal kan Nederland weer aansluiten bij de internationale kopgroep en bouwen aan een concurrerende, toekomstbestendige economie.

>>Meer lezen? Download hier de whitepaper: https://www.tno.nl/nl/newsroom/insights/2025/01/arbeidsproductiviteit-moet-omhoog/

Een uitgave van TNO, geschreven door Thijmen van Bree, Joris Vierhout en Goedele Geuskens, januari 2025.

De Conferentie Groeiagenda Zuid-Holland is een jaarlijkse bijeenkomst georganiseerd door én voor de 80 partners van de Groeiagenda Zuid-Holland, waarbij de voortgang van de ambities wordt besproken. De Groeiagenda Zuid-Holland is een initiatief dat gericht is op het versterken van samenwerking in uitdagingen en kansen in de regio. De agenda richt zich op vier belangrijke doelen: CO2-reductie, strategische economische groei, woningbouw en human capital.  

Dit jaar stond de Conferentie Groeiagenda Zuid-Holland in het teken van de energietransitie. Wat kunnen we wél doen? Hoe kunnen we de energietransitie veiligstellen? Sprekers uit bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden gingen tijdens de conferentie in op de uitdagingen en kansen bij deze actuele vraagstukken. 

De conferentie werd geopend met een inspirerend betoog van Ferrie Förster, secretaris van de EBZ, en Femke Brenninkmeijer, voorzitter van de EBZ en CEO van NPRC. Zij riepen op om samen te werken om de grote uitdagingen van de energietransitie aan te pakken. Hierbij werd benadrukt dat leiderschap meer dan ooit het verschil kan maken en dat we blijven spreken uit hoop en vertrouwen.   

Oproep – Strategisch partnerschap en gezamenlijke verantwoordelijkheid 

Zuid-Holland is de sleutelregio voor de strategische autonomie van Nederland. Wat wij hier doen, bepaalt mede de koers van ons land. Daarom is het van belang dat we als bestuurders, directeuren, kennisinstellingen en beleidsmakers onze krachten bundelen. 

Er werd tijdens de conferentie ingezoomd op de energietransitie, en in het bijzonder op de verduurzaming van de industrie. Een thema dat vraagt om visie, samenwerking en lef. Verschillende sprekers, zelfs uit het buitenland, lieten hun licht schijnen op het thema. We zagen, ondanks de hitte deze dag, dat we aan de slag moeten. De nadruk lag op wat we kunnen en vooral moeten doen en wat al gedaan wordt. 

Versnelling is noodzakelijk 

De knelpunten blijven en de randvoorwaarden zijn niet op orde. Daardoor dreigen we onze doelen voor economische groei en CO₂-reductie in 2030 niet te halen. Dat kunnen we ons niet permitteren. 

Daarom zijn de Provincie Zuid-Holland en de Economic Board Zuid-Holland het Versnellingsprogramma gestart, waarin samen wordt gewerkt met partners. Hiermee brengen we investeringskansen voor onze regio in kaart en zoeken we naar oplossingen om belangrijke knelpunten zelf te verhelpen of met behulp van het Rijk en Europa. We vragen hernieuwd commitment van onze partners. Want alleen samen kunnen we de impasse doorbreken. 

Na de opening volgde een keynote van Malou Kroezen, Managing Director – Erasmus Center for Energy Transition. Zij gaf aan: 

“We varen momenteel met de energietransitie tegen de wind in, maar juist daarom is het belangrijk om de juiste koers te blijven varen. Momenteel zitten we nog in spagaat tussen verduurzamen en vestigingsklimaat maar we moeten naar én-én.” 

Malou beschreef de uitdagingen en kansen in Europa, Nederland en specifiek de regio Zuid-Holland. De uitdagingen zijn helder, zoals bijvoorbeeld netcongestie, een onzeker investeringsklimaat en het huidige politieke klimaat. Grote potentie is er op zee. Zuid-Holland heeft een unieke uitgangspositie vanuit industrie, haven, kennis en netwerken. Een aantal van haar tips:  

  • Binnen bedrijven kunnen we energiecoöperaties, flexibiliteitsdiensten, elektrificatie of opslaginitiatieven ondersteunen.  
  • Binnen de overheid kan er ruimte gemaakt worden in beleid voor systeemintegratie (in plaats van alleen zon of wind bijbouwen). 
  • In onderwijs en kennisinstellingen meer experimenteren en living labs versnellen en die ook openstellen voor bedrijven. 
  • In netwerken zoals de onze: projecten zichtbaar maken en opschalen. 

Na deze bemoedigende activerende woorden kwamen we tot nieuwe inzichten tijdens een panelgesprek met Maarten Neelis (Ministerie van Klimaat en Groene Groei), Leo Freriks (Siemens Energy en voorzitter Taskforce Energietransitie), Marjan Kreijns (The Green Village) en Sander Mertens (De Haagse Hogeschool). Het publiek kreeg stellingen voorgelegd waarna de panelleden meer zicht konden bieden op wat keuzes kunnen inhouden. Zoals dat de ideale wereld en de realiteit soms ver uit elkaar kunnen liggen. Het dilemma tussen investeringsklimaat enerzijds en energietransitie anderzijds werd duidelijk zichtbaar. En dat we vooral het gesprek moeten blijven voeren tussen bedrijfsleven en overheid en de focus op de uitvoering op orde krijgen het allerbelangrijkste zijn. 

Na een prachtig intermezzo van zangeres Jeanna uit Delft volgde een hands-on verhaal van Mark Smith, Team Lead Innovation – Energy and Circular bij InnovationQuarter (en lid Taskforce Energietransitie) over de rol van Energy Hubs. 

“We moeten van input naar impact.” Hij gaf concrete voorbeelden over verschillende typen energiehubs en waarom deze handig zijn. Hij vertelde over de Innovatietafel waterstof met als trekker Werkgevers Drechtsteden, een gevormde coalitie met veel partners die tot praktische resultaten leiden. Tot slot vertelde hij hoe een business case een investering kan worden, hoe Human capital hierbij kan helpen en de specifieke kansen voor Energiehubs in de regio Zuid-Holland. Tip van de dag: een stimuleringsprogramma Energiehubs. 

Last but not least, Louise Kingham, head of country UK & Senior Vice President Europe BP sprak ons beeldend en pragmatisch toe: 

“Het gaat om keuzes maken, hoe lastig dan ook. 

We moeten de juiste balans vinden tussen regelgeving en stimulansen… zodat bedrijven het vertrouwen hebben om te investeren, innoveren en groeien- hier in Europa. 

Succes bereiken we alleen als we de krachten bundelen. Met duidelijke afspraken, gezamenlijke transitiekaders en afgestemde energiestrategieën kunnen we werken aan een sterker en beter verbonden Europa. Dat zien we bijvoorbeeld in de samenwerking tussen het Britse Department for Energy Security and Net Zero en de plannen van de Europese Commissie om de energiemarkten nauwer op elkaar af te stemmen. Dat zijn goede signalen. Maar uiteindelijk draait het om meer concurrentievermogen. En daarvoor moet Europa scherp blijven op zijn strategische agenda om sterker en weerbaarder te worden.”   

Daarna konden de partners tijdens de borrel nog even napraten.

Foto’s: (C) Fred Libochant Fotografie
Den Haag / Provinciehuis / Groeiagenda Conferentie

 

 

 

 

 

 

 

 

Meer weten over de Groeiagenda Zuid-Holland? Kijk hier. 

Investeer in een cyberveilige energietransitie. Inzet is hard nodig, want de energietransitie versnelt — maar maakt onze energievoorziening tegelijkertijd kwetsbaarder. Daarom bundelen onder meer netbeheerders, industrie, kennisinstellingen en overheden nu hun krachten in de Innovatiecoalitie Cyberveilige Energietransitie die vandaag officieel van start is gegaan. Zij nemen het initiatief om samen te innoveren en te investeren in de cyberveiligheid van slimme energienetten (smart grids) en energieketens. De groep deed de oproep tijdens de “Kennissessie: hack-out scenario”, bij The Green Village op de TU Delft.

Onder regie van Economic Board Zuid-Holland richt de innovatiecoalitie zich in eerste instantie op het ontwikkelen van intelligente energienetwerken (smart grids) en -ketens die aan de basis veilig zijn ontworpen (secure by design) en op het ontsluiten van investeringen en financieringsmogelijkheden. Van toegepast onderzoek, testen in de (field) labs naar toepassing in de praktijk: de coalitie wil de in de regio aanwezige kennis vertalen naar innovaties en opschalen naar rendabele businessmodellen. Zo ontstaat maatschappelijke vernieuwing mét economische impact.

De gezamenlijke ambitie is dat Zuid-Holland de voortrekkersrol pakt in een energievoorziening die vanaf het ontwerp veilig, betrouwbaar én interoperabel is: secure by design.

Netwerken, apparaten en toepassingen moeten vanaf het ontwerp veilig en goed samenwerkend zijn. Om cyberaanvallen te beperken en betrouwbare data-uitwisseling binnen de energieketens te garanderen, is een zorgvuldige balans tussen vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van data cruciaal voor het veilig en betrouwbaar ondersteunen van zowel strategische doelen als operationele processen. 

Innovatiecoalitie Cyberveilige Energietransitie

De coalitie is opgericht door Economic Board Zuid-Holland, TNO, TU Delft, KPN, Stedin, Batenburg Techniek, Technolution, the Green Village, Provincie Zuid-Holland, InnovationQuarter en Security Delta (HSD) in samenwerking met Havenbedrijf Rotterdam, Westland infra, Dutch Institute for Vulnerability Disclosure (DIVD), European Network for Cyber Security (ENCS), Greenport West-Holland, Topsector ICT, gemeente Den Haag, TU PowerWeb Institute, Living Lab Scheveningen, Campus@Sea, Duurzaamheidsfabriek en Hi Delta.

Kennissessie: hack-out scenario

De coalitie deed de oproep op 8 juli 2025 tijdens de ‘Kennissessie: hack-out scenario’ bij The Green Village op de TU Delft. Dit evenement daagt leveranciers van energiemanagementsystemen uit om hun systemen te laten testen door een team van studenten en een expertteam met ethische hackers, met als doel eventuele kwetsbaarheden vroegtijdig te identificeren. Het hackevenement zelf vindt plaats op 25 november en 4 december van dit jaar. Meer informatie: Kennissessie: hack-out scenario – The Green Village.

 Meer achtergrond

Zo’n 800 partijen werken in Nederland aan de energietransitie: van beheerders van elektriciteitsnetwerken, zonneparken, windmolens, warmtenetten tot fabrikanten en leveranciers van batterijen, transformatoren en laadpalen. Energieketens – de weg die energie aflegt van opwekking tot de gebruikers – verlopen via een complex samenspel van hardware, software, infrastructuren en leveranciers. Digitale technologieën kunnen deze ketens efficiënter, beter beheersbaar en betaalbaarder maken. Bijvoorbeeld door vraag en aanbod van energie real-time op elkaar af te stemmen en storingen sneller te signaleren en op te lossen.

Toenemende digitalisering maakt energieketens kwetsbaar

Cyberaanvallen op smart grids of manipulatie van data-uitwisseling vormen daarbij reële risico’s. Zulke incidenten kunnen leiden tot grootschalige storingen in de energievoorziening, economische schade en verlies van controle over vitale infrastructuur. Zonder voldoende aandacht voor cyberveiligheid kan digitalisering de energietransitie juist vertragen en een bedreiging worden voor economische groei, innovatie en leveringszekerheid.

Secure by design als basis voor een betrouwbare energievoorziening

Elf organisaties in Zuid-Holland pleiten nu voor structurele investeringen en samenwerking. Netwerken, apparaten en toepassingen moeten vanaf het ontwerp veilig en goed samenwerkend zijn: secure by design én interoperabel. Om cyberaanvallen te beperken en betrouwbare data-uitwisseling binnen de energieketens te garanderen, is een zorgvuldige balans tussen vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van data cruciaal voor het veilig en betrouwbaar ondersteunen van zowel strategische doelen als operationele processen.

 Kansen voor Zuid-Holland in cyberveilige energietransitie

Dit is een internationaal vraagstuk dat om gezamenlijke oplossingen vraagt – een opgave waarvoor deze partijen zich actief gaan inzetten. Zuid-Holland heeft alles in huis om hierin het voortouw te nemen: toonaangevende kennisinstellingen, een sterke industriële basis, een innovatieve energie-infrastructuur, geavanceerde lab- en testfaciliteiten, ethische hackers, krachtige publiek-private samenwerkingen en contacten met internationale partners. Maar geen enkele partij kan dit alleen. Daarom bundelen onder meer netbeheerders, industrie, kennisinstellingen en overheden nu hun krachten in de Innovatiecoalitie Cyberveilige Energietransitie.

Foto credits: The Green Village / Robèrt Kroonen

De kracht van Zuid-Holland

Ons land staat voor vele uitdagingen de komende periode, zo ook de regio Zuid-Holland. Hoe kunnen we in deze tijd toch verschil maken? De EBZ is, samen met partners, druk bezig om het Versnellingsprogramma Zuid-Holland vorm te geven. Dit programma richt zich op het versterken van het investeringsklimaat en het benutten van kansen binnen de regio. We zijn in gesprek met de vele samenwerkingspartijen uit het bedrijfsleven, onderwijs en de overheid om de kansen in onze provincie in kaart te brengen.

Daarnaast heeft de EBZ taskforce Technologische Industrie in maart 2025 de aangescherpte ActieAgenda Technologische Industrie gelanceerd. Daarin is met name de context veranderd: meer gericht op concurrentievermogen en strategische autonomie. Er is namelijk een enorm belang bij de technologische industrie. De sector omvat 6.600 bedrijven, biedt werk aan 123.000 FTE en genereert een omzet van €56 miljard met een toegevoegde waarde van €23 miljard. Het is de groeimotor van Zuid-Holland met sterke kennisinstellingen en veel starters. Uitdagingen in deze sector zijn onder meer talenttekort, ruimtegebrek en geopolitieke onzekerheden. Met het Versnellingsprogramma Zuid-Holland willen we werken aan oplossingen voor deze uitdagingen.

Van uitdagingen in de technologische industrie naar technologische industrie met ‘schwung’

De missie van de EBZ is om het investeringsklimaat in de regio te versterken. Taskforces richten zich binnen de EBZ op specifieke uitdagingen. Voor de technologische industrie ligt deze in de diversiteit van de sector. Er gebeurt heel veel: van technologische innovaties in de kassen in het Westland en ambachtelijk handwerk op de scheepswerf tot onderzoek in quantumtechnologie. De technologische industrie in zijn geheel is wel de groeimotor voor Zuid-Holland:

  • 6.600 bedrijven met twee of meer werknemers
  • Biedt werk aan 123.000 FTE – 6% van de Zuid-Hollandse werkgelegenheid
  • Omzet van €56 mld en toegevoegde waarde €23 mld. (2023)
  • Ondernemende regio: meeste starters in de sector in Nederland
  • Krachtige kennis en kunde: 3 universiteiten, 2 UMC’s, 4 hogescholen en 10 mbo-instellingen

Hoe kunnen we de potentie van deze sector ontsluiten? De knelpunten die in heel Nederland voelbaar zijn, spelen ook hier. Zo is er het gebrek aan talent en de zoektocht naar voldoende ruimte en stroomaansluitingen. Daarbij speelt ook de onzekere handelssituatie door geopolitieke spanningen een rol. Hoe maken we tastbaar waar de regio voor staat aan uitdagingen, ook met het oog op de komende verkiezingen? Mensen willen aan iets wezenlijks en duurzaam bijdragen, het moet ‘schwung’ hebben om in de Nederlandse technologische industrie te werken. Het verhaal moet de kracht van Zuid-Holland laten zien, met een duidelijke boodschap voor de beoogde doelgroep. Taskforceleden gelden als ambassadeurs van de technologische industrie.

Op 20 juni was de EBZ te gast bij jachtbouwer Oceanco, waar vakmanschap en geavanceerde technologie hand in hand gaan, met een sterke nadruk op duurzaamheid en circulair ondernemen. Voorzitter taskforce technologische industrie Arie van Andel, tevens CTO van Oceanco, nam ons mee in de wereld van zijn bedrijf.

Bij Oceanco komen diverse vakmanschappen en specialistische expertise samen, variërend van maatwerk timmerwerk tot geavanceerde elektrische systemen. Het bedrijf beschouwt het als haar missie om duurzaam en circulair denken consequent door te voeren – iets wat zichtbaar is in de jachten, de faciliteiten en de klantgerichte aanpak, waarbij duurzaamheid een strikte vereiste is.

Het bezoek aan de Oceanco bood de EBZ-leden een indrukwekkend inkijkje in de jachtbouw, een sector waarin Nederland wereldwijd een leidende positie inneemt. Dit bezoek benadrukte opnieuw de internationale toppositie van de Nederlandse jachtbouwindustrie.

Wat steeds duidelijker wordt, is dat dit het moment is om keuzes maken: welke ketens zijn cruciaal voor Nederland en wil je behouden? In Zuid-Holland zijn we ijzersterk in bijvoorbeeld de maritieme sector, in de tuinbouw en in quantumtechnologie. Hoe kunnen we samenwerken op waarden en sectoren weerbaarder maken? Dit is een vraagstuk waar de EBZ taskforce technologische industrie samen met de EBZ taskforce Human Capital aan de slag gaat. Zoals in de microchiptechnologie, met het programma Beethoven. Een mooi voorbeeld van een meerwaarde in samenwerking tussen onderwijs, overheid en het bedrijfsleven.

Van startup naar scale-up

De regio Zuid-Holland staat hoog op de lijst van DeepTech en Impact startups maar kampt met versnippering van initiatieven en gebrek aan ruimte en netcapaciteit. Er wordt ingezet op datagedreven monitoring, opschaling en gezamenlijke activering om startups te ondersteunen en het ecosysteem te versterken. Een van de uitdagingen is de transitie van startup naar scale-up en vervolgens naar marktleider. Die loopt nog niet soepel. Maaike Zwart, wethouder gemeente Delft, neemt ons mee met wat we beter kunnen doen op het gebied van startups en scale-ups in onze regio. Zuid-Holland staat op nummer twee als startup/scale-up regio. Om verder te groeien moeten we de slag maken van praten naar doen. Maar ook hier spelen het gebrek aan ruimte en netcongestie een rol. In het ecosysteem zijn er een aantal punten die wringen. Waaronder:

  1. We hebben 150 losse initiatieven die zich richten op startups en scale-ups. Hierdoor weten ondernemers niet waar ze moeten zijn met hun vragen.
  2. We hebben de sector niet scherp genoeg in beeld. Daarom kunnen we niet op tijd ergens op reageren en activeren.

Op de schaal van Zuid-Holland kunnen we ons geen onderling concurrentiedenken veroorloven. Juist in samenwerking worden we sterk. In Europa zit op dit thema energie; er is een EU-commissaris voor de startup scale-upstrategie. We moeten een gezamenlijk verhaal over Zuid-Holland hebben. In lijn met het Draghi-rapport en de EU Strategy Startup & Scale-up zetten we daarom in op:

  1. Datagedreven ontwikkeling: met meer monitoring van de startupinitiatieven
  2. Opschaling: meer succesvolle initiatieven helpen naar de volgende fase
  3. Activering van initiatieven: gezamenlijk de uitdagingen van ondernemers adresseren

Met deze uitdagingen in gedachten, is het van cruciaal belang om gerichte acties te ondernemen. Momenteel wordt gewerkt aan de financiering van de Startup & Scale-up Programma Zuid-Holland. Parallel daaraan wordt besloten of dit programma wordt ondergebracht bij de EBZ. We houden u uiteraard op de hoogte van de ontwikkelingen.

Ten slotte

Ter afsluiting van de bijeenkomst namen we afscheid van twee EBZ-leden, Marja van Bijsterveld, burgemeester van Delft en Annetje Ottow, bestuursvoorzitter Universiteit Leiden. EBZ-voorzitter Femke Brenninkmeijer bedankte hen voor hun langdurige en actieve inzet voor de Economic Board Zuid-Holland en de regio.

Als nieuw lid van de Economic Board Zuid-Holland heeft Annelien Bredenoord, voorzitter van het College van Bestuur van de Erasmus Universiteit Rotterdam, een duidelijke missie: het versterken van de maatschappelijke impact van wetenschap door nauwe samenwerking met bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties. Met haar achtergrond in ethiek, politiek en academisch bestuur wil ze bruggen slaan tussen kennis en praktijk. Binnen de EBZ ziet Annelien kansen om de regionale economie te versterken door het verbinden van onderwijs en arbeidsmarkt, en het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen zoals armoede en energietransitie.

Annelien Bredenoord is een veelzijdig bestuurder met een indrukwekkende achtergrond in zowel wetenschap als politiek. Opgegroeid in Utrecht met een vader als huisarts en veel familieleden die geneeskunde hebben gestudeerd, lag een medische carrière voor de hand. Toch koos ze een ander pad: “Ik was meer geïnteresseerd in wereldpolitiek en filosofie, in wat mensen drijft en in waarden en conflicten.” Die zoektocht bracht haar via een studie theologie in Leiden naar de politicologie, die ze beide ook afrondde.

Combinatie van ethiek, politiek en wetenschap
Tijdens haar studie combineerde ze de ethische dimensie van de gezondheidszorg met praktische politieke ervaring. Ze werkte als student-assistent medisch ethiek aan het Leids Universitair Medisch Centrum en was tegelijkertijd fractiemedewerker voor D66 in Leiden. “De combinatie van ethiek, politiek en wetenschap loopt sindsdien als een rode draad door mijn carrière.”

Na haar afstuderen promoveerde Annelien op het gebied van de ethiek van nieuwe technologieën in de gezondheidszorg. Ze bouwde een loopbaan in de wetenschap uit en werkte in diverse academische ziekenhuizen. “Wat me zo aanspreekt in een ziekenhuis is dat het het mensenleven in een notendop is. Mensen worden er geboren en gaan er dood. Je loopt er tegen de grote existentiële vragen aan.”

Maatschappelijke impact van de universiteit
Annelien ziet veel parallellen tussen haar rol als bestuurder en haar achtergrond als ethicus: “Volgens mij bestaat het leven van een bestuurder uit veel morele dilemma’s. Je kunt lang niet altijd het goede nastreven, maar soms gaat het echt om het minst slechte. Dit komt ook in mijn huidige functie bij de Erasmus Universiteit Rotterdam sterk naar voren. Als universiteit zijn we een publieke instelling die wordt betaald met belastinggeld. Dan moet je zorgen dat je kennis en inzichten ontwikkelt die er maatschappelijk toe doen.”

Onder haar leiding zet de Erasmus Universiteit Rotterdam stevig in op maatschappelijke impact. Annelien verwijst daarbij naar de slogan “positive societal impact” die ook fysiek zichtbaar is op de campus. Ze benadrukt dat wetenschap niet op zichzelf staat, maar altijd verbonden moet zijn met de samenleving:

“We zijn een engaged university. We proberen in co-creatie met bedrijven, buurtorganisaties, welzijnsinstellingen en lokale overheden kennisvragen op te halen en daar onderzoek van te maken. Uiteindelijk kan het wetenschappelijk proces kennis, inzichten en interpretaties geven die ons echt gaan helpen met het begrijpen van de wereld. En daardoor met het oplossen van vraagstukken rondom armoede, woningnood, criminaliteit, migratie en economie. De wetenschap kan voor deze dilemma’s niet het beleid maken, maar kan wel zorgen dat de overheid dat geïnformeerd doet.”

Campus Woudesetin met slogan: Creating positive societal impact the Erasmian Way

“Studeren aan een universiteit betekent veel. We hebben een belangrijke emancipatiefunctie. We zijn de grootste eerste-generatie-universiteit van Nederland. Veel studenten zijn de eersten in hun familie die naar de universiteit gaan. We hebben een heel actief outreach-programma op basisscholen in Rotterdam. Zo nemen we onze maatschappelijke rol op in de aanpak van regionale ongelijkheid. Rotterdam-Zuid, een van de armste gebieden van Nederland, vormt een belangrijk aandachtsgebied.”

Bijdrage aan de Economic Board Zuid-Holland
Die sociale betrokkenheid sluit nauw aan bij de agenda van de Economic Board Zuid-Holland (EBZ), waar de Erasmus Universiteit Rotterdam partner van is. Annelien ziet de EBZ als een cruciaal platform om kennis te delen, samenwerkingsverbanden te smeden en maatschappelijke innovatie te bevorderen. Ze beschouwt de samenwerking met EBZ als wederkerig en essentieel. “Wij brengen een extreem grote kennis- en opleidingsmotor mee. Het helpt ons om onderwerpen voor onderzoek te identificeren die rechtstreeks uit de samenleving komen. Bedrijven kunnen bij ons aankloppen met vragen waarvoor nog geen oplossing bestaat, en wij kunnen daarop inspelen met nieuwe kennisontwikkeling.”

“De triple helix zou je willen uitbreiden met maatschappelijke organisaties. Je kunt de complexe vraagstukken van vandaag, zoals weerbaarheid of energietransitie, alleen maar met verschillende spelers aanvliegen. Wij merken bij de bedrijven in ons netwerk dat ze echt zitten te wachten op opgeleide mensen die hieraan kunnen werken.”

“Wij leiden mensen op voor beroepen die soms nog niet bestaan. Je leert hier kritisch denken en vragen stellen, de ‘21st century skills’. We richten ons op het omgaan met nieuwe technologie en met hele grote hoeveelheden onzekere informatie. Daarin vullen we de bredere opleidingswaaier aan, naast hogescholen en mbo-instellingen.”

“De gezamenlijke Human Capital Agenda is heel belangrijk voor het versterken van de regionale arbeidsmarkt. De bedrijven in de regio, zeker in en rond de haven, zitten te springen om personeel. Die koppeling tussen onderwijs en arbeidsmarkt is precies waar EBZ op inzet, en waar wij als universiteit veel waarde aan hechten. Kijk bijvoorbeeld naar de samenwerking binnen het LDE-consortium (Leiden-Delft-Erasmus) en de convergentie met het Erasmus MC en de TU Delft. Deze netwerken dragen bij aan regionale innovatie.”

Politieke bedreigingen
Het politieke klimaat is momenteel wel een grote zorg. De voorgenomen Wet Internationalisering in Balans ziet Annelien als een bedreiging voor de internationale oriëntatie van het Nederlandse hoger onderwijs. “We hebben 150 nationaliteiten op de Erasmus Universiteit Rotterdam. Wetenschap is per definitie internationaal. We merken dat internationale collega’s zich minder welkom voelen in Nederland. Een verdere ‘braindrain’ maakt het steeds onaantrekkelijker om wetenschappelijke carrière in Nederland op te bouwen. Het is natuurlijk heel tegenstrijdig dat in het regeerakkoord 85 keer staat dat innovatie de oplossing is, maar vervolgens is onderwijs de grootste bezuinigingspost in decennia. Dat kan niet.”

“Hiervoor ben ik 3,5 jaar rector geweest en dan ben je verantwoordelijk voor onderwijs en onderzoek in het collegebestuur. Als voorzitter heb ik nu een integrale portefeuille, met meer verantwoordelijkheid voor de externe kant van de universiteit. De hele politieke kant, zowel gemeenteraad, provincie en het Rijk ken ik ook goed. Ook Brussel, want daar ben ik afgelopen jaar adviseur geweest van de Commissie over het nieuwe innovatiebeleid.” Anneliens ervaring in de politiek helpt haar hierbij. “Ik ben jarenlang voorzitter van D66 Utrecht geweest en heb 8 jaar in de Eerste Kamer gezeten. Dat geeft je een soort ervaringskennis die je niet uit een boekje kunt halen. Je leert door de regels heen te kijken.”

Als bestuurder van een universiteit die midden in de samenleving staat, zoekt Annelien naar verbinding: tussen wetenschap en maatschappij, tussen onderwijs en arbeidsmarkt, tussen lokale vraagstukken en internationale samenwerking. Ze ziet universiteiten als essentiële schakels in het oplossen van complexe vraagstukken als armoede, energietransitie en woningnood. “Ik ben als verbinder van verschillende domeinen op mijn sterkst. De grote problemen van deze tijd vragen om technologische én sociale innovatie. Die gaan hand in hand.” Haar boodschap is helder: de kracht van de universiteit zit in de verbondenheid met de omgeving, in samenwerking met andere kennisinstellingen, overheden en bedrijven, en in het opleiden van studenten die bijdragen aan een betere wereld.

 

foto’s: Erasmus Universiteit Rotterdam (Alexander Santos Lima)