#1 – Een vierluik over de uitgangspositie van de Zuid-Hollandse economie
De coronacrisis en de onvermijdelijke economische crisis die daarop volgt, trekken een zware wissel op de Nederlandse en Zuid-Hollandse economie. Hoe hard die klap is, hangt niet alleen af van de lastig te voorspellen impact van Covid-19. Het hangt ook samen met de uitgangspositie van de regionale economie. In deze serie onderzoeken we hoe de Zuid-Hollandse economie ervoor staat op vier verschillende thema’s: economie, innovatie, human capital en de technologische industrie. Deze eerste editie trappen we af met een algemene analyse van de economische uitgangspositie van Zuid-Holland, de risico’s die we zien én de kansen.
Lees hier deel #2 en deel #3 van het Vierluik.
Hoe staat de Zuid-Hollandse economie ervoor en wat kunnen we verwachten?
Traditionele economische scenario’s en ramingen geven een eerste beeld van de uitgangspositie van de Zuid-Hollandse economie. Op basis van verschillende analyses ontstaat het beeld dat hoewel de Zuid-Hollandse economie en werkgelegenheid hard worden geraakt, de klap minder hard is dan in andere Nederlandse regio’s. In recente publicaties concludeert het UWV (2020) dat er in Zuid-Holland ten opzichte van Nederland minder banen zich in de direct getroffen sectoren bevinden. Daarmee is de arbeidsmarkt minder kwetsbaar. Een raming van onderzoeksbureau NEO Observatory (2020), uitgevoerd in opdracht van de Provincie Zuid-Holland, Economic Board Zuid-Holland, InnovationQuarter en de gemeenten Den Haag en Rotterdam, bevestigt dat beeld. De onderzoekers verwachten dat de economie in 2020 met 6 procent krimpt en in 2021 licht groeit met 1 procent. Dat betekent dat de economie van de regio minder hard krimpt dan de Nederlandse economie, maar dat het herstel ook minder uitbundig is. Eén verklaring voor de minder harde krimp in Zuid-Holland is de relatieve oververtegenwoordiging van de sectoren overheid en zorg in Zuid-Holland. Overheid en zorg zijn goed voor 23% van de Zuid-Hollandse economie, terwijl dit slechts 19% uitmaakt van de Nederlandse economie.
Figuur 1. Ramingen reëel bruto regionaal product (marktprijzen 2018) Zuid-Holland (NEO Observatory, 2020).
Het Zuid-Hollandse ecosysteem voor ondernemerschap
Traditionele economische ramingen zeggen echter weinig over het ondernemerschap in de economie van Zuid-Holland, terwijl ondernemerschap een belangrijke bron van economische vooruitgang en economisch herstel is. Zeker in een crisis, waarin bedrijven stoppen of failliet gaan, is het van belang dat ondernemers met slimme nieuwe oplossingen komen om economische en maatschappelijke waarde te creëren. De afgelopen jaren heeft het denken in entrepreneurial ecosystems (of: ecosystemen voor ondernemerschap) een vlucht genomen (Stam, 2014). De achterliggende gedachte: ondernemers creëren geen waarde als onafhankelijke actoren, maar zijn voor hun welslagen afhankelijk van randvoorwaarden – zoals financiering, infrastructuur en talent – en de interactie daartussen. Regio’s met een sterk ecosysteem zijn een betere voedingsbodem voor innovatief ondernemerschap. Het omgekeerde is ook waar: ondernemen is een stuk lastiger in regio’s met een zwak ecosysteem voor ondernemerschap, bijvoorbeeld vanwege een gebrek aan durfkapitaal.
Tegen die achtergrond beschouwen de Economic Board Zuid-Holland en InnovationQuarter de Zuid-Hollandse economie als een entrepreneurial ecosystem. De benadering biedt een kader om systematisch na te denken over de sterktes en zwaktes van de regionale economie en in welke mate die worden beïnvloed door de coronacrisis (zie figuur 2). Als gevolg van of versneld door de Corona-uitbraak signaleren wij drie ontwikkelingen die de economie van Zuid-Holland sterk beïnvloeden. In deze analyse fungeren deze ontwikkelingen als de lens waardoor we naar de ecosysteemelementen kijken.
Figuur 2. IQ-perspectief op ecosysteem denken, bewerking van Stam (2014).
De gevolgen van Corona: drie trends
Wij signaleren drie ontwikkelingen waarvan de tijdshorizon, impact en waarschijnlijkheid verschilt. Deze ontwikkelingen brengen risico’s met zich mee, maar bieden zeker ook kansen:
- Economische stagnatie. Hoewel het koffiedik kijken is wat de precieze economische gevolgen van de coronacrisis zijn, is een economische crisis onontkoombaar.
- De anderhalve-meter-economie. Tot er een vaccin is de verwachting dat de anderhalve meter afstand waar mogelijk wordt geborgd. Dat heeft consequenties voor de economie en hoe wij samenwerken. Zo versnelt het nu al digitalisering.
- Productiesoevereiniteit. De coronacrisis toont dat internationale toeleverketens kwetsbaar zijn en lijkt de geopolitieke spanningen die er al waren, te versterken. We verwachten dat kostenefficiëntie niet langer het enige criterium is bij het inrichten van waardeketens. Productiezekerheid en de voorwaarden waaronder wordt geproduceerd worden belangrijker en kunnen een stimulans zijn voor circulair produceren.
De impact op het Zuid-Hollandse ecosysteem
De beschouwing van de tien ecosysteemelementen (zie figuur 2) vanuit de drie trends legt een aantal significante risico’s en kansen bloot voor het Zuid-Hollandse ecosysteem voor ondernemerschap. We bespreken vijf ecosysteemelementen.
Netwerken – Wetenschappelijk onderzoek heeft keer op keer bevestigd hoe belangrijk face-to-face-interactie is voor kennisoverdracht in innovatietrajecten. Dit geldt in het bijzonder voor de overdracht van tacit knowledge: complexe kennis die lastig te vangen is in schrift. De afgelopen tijd is face-to-face-interactie echter sterk afgenomen als gevolg van de geadviseerde anderhalve meter afstand, terwijl videobellen in toenemende mate de standaard is geworden. Wij verwachten dat de afgenomen interactie op de werkvloer en de toename van videobellen de overdracht van tacit knowledge bemoeilijken en innovatie kunnen remmen. Bovendien kan de rol van toeval in innovatietrajecten niet worden onderschat. Toevallige ontmoetingen bij de koffieautomaat kunnen het startschot zijn van een nieuwe innovatie. Ook het aantal toevallige ontmoetingen is het afgelopen halfjaar drastisch afgenomen. Hier ligt een belangrijke opgave voor aanjagers en versterkers van het ecosysteem, zoals decentrale overheden en InnovationQuarter, om alternatieve vormen voor interactie te faciliteren. Bijvoorbeeld door hybride innovatietrajecten te begeleiden waarin we digitale communicatietoepassingen combineren met Corona-proof fysieke overleggen op kritieke momenten.
Minder face-to-face interactie en toevallig ontmoetingen kunnen innovatieprocessen frustreren.
Nieuwe kennis – De economische stagnatie leidt niet alleen tot minder marktvraag. Ook leidt het er naar verwachting toe dat private R&D-budgetten afnemen, omdat bedrijven budgetten aanwenden om de dagelijkse operatie te bekostigen. Rabobank verwacht een daling van private R&D-uitgaven in de Verenigde Staten van 6,8 % (basisscenario) tot 13,6 % (extended scenario; Rabobank, 2020). Als we ervan uitgaan dat de private R&D-uitgaven in Zuid-Holland komend jaar met een zelfde percentage dalen, dan betekent dat een afname van circa € 136 tot € 272 miljoen aan regionale R&D-uitgaven of 700-1400 fulltime private R&D-banen. Zeker in het licht van de al jaren dalende arbeidsproductiviteitsgroei in Nederland is de reflex om R&D-budgetten te korten riskant (Trouw, 2020).
Figuur 3. Verwachting private R&D-uitgaven Verenigde Staten en Zuid-Holland (Rabobank, 2020; bewerking InnovationQuarter).
Hopelijk ondervangen de investeringen vanuit het door het Kabinet aangekondigde Groeifonds deze terugval in R&D-uitgaven en lokken deze publieke investeringen ook extra private uitgaven uit.
Leiderschap – Zowel de anderhalvemetereconomie als de economische stagnatie waarmee we worden geconfronteerd, kunnen invloed hebben op de regionale samenwerking. Bedrijven die zich moeten focussen op de eigen financiële situatie, kunnen minder tijd en aandacht hebben voor regionale samenwerking. Dat is een risico: juist in tijden van crisis zijn samenwerking en gezamenlijke visievorming essentieel om klappen op te vangen en nieuwe verdienmodellen te ontwikkelen. Nationale investeringen in waterstof bieden bijvoorbeeld kansen om ook machines en diensten te ontwikkelen. Een gebrek aan face-to-face-interacties als gevolg van de anderhalvemetereconomie maakt het bovendien lastiger om nieuwe contacten op te doen. Het belang bestaande contacten te onderhouden en het regionale netwerk te consolideren neemt daarmee alleen maar toe. Tegelijk geldt dat juist de gevoelde urgentie kan leiden tot méér samenwerking. Hier ligt een belangrijke opgave voor de Economic Board Zuid-Holland om dit potentieel aan leiderschap te activeren.
Marktvraag – De Coronacrisis kan de aandacht voor de regionale schaal ook doen toenemen. De crisis toont de beperkingen van internationale waardeketens die afgelopen jaren zijn geoptimaliseerd met efficiëntie als uitgangspunt. Bedrijven en nationale overheden realiseren zich in toenemende dat het niet aanhouden van voorraden en afhankelijk zijn van één productielocatie in het verre buitenland risico’s met zich meebrengt. Ook op Europees niveau wordt hier momenteel over nagedacht. Onze verwachting is dat die kwetsbaarheden een aanleiding zijn om bepaalde productieketens te heroverwegen of differentiëren in de vorm van reshoring of near shoring. Dat kan leiden tot meer productie dichterbij huis, mogelijk zelfs regionaal.
Figuur 4. De convergentie van productiekosten (Economist, 2019).
Interessant in dat verband is de constatering dat er sprake is van convergentie van productiekosten (zie figuur 4). De gemiddelde productiekosten in China zijn in de periode 2004-2018 fors gestegen en naderen de gemiddelde productiekosten in de Verenigde Staten. Hoewel we ons realiseren dat de productiekosten voor veel goederen de komende jaren nog goedkoper zullen zijn in het buitenland dan in Nederland, is het te verwachten dat de businesscase voor productie in eigen land de komende jaren realistischer wordt. Met name op het gebied van het low quantity, high complexity productie zien wij de komende jaren kansen voor reshoring.
Talent – Deze drie trends hebben natuurlijk ook enorme invloed op de arbeidsmarkt. Hele sectoren staan zwaar onder druk, en ook binnen sectoren die het in het algemeen nog redelijk doen, neemt de dynamiek van banen die verdwijnen én ontstaan fors toe. In een apart artikel gaan we hier dieper op in.
Nieuwe economische kansen voor ondernemers
Hoewel een harde klap onontkoombaar is, ontstaan er ook kansen voor ondernemers die slim inspelen op de onzekere en veranderende economische omstandigheden. In een recente publicatie signaleren de Amerikaanse hoogleraar ondernemerschap Daniel Isenberg en ondernemer Eric Schultz (2020) tal van kansen als gevolg van vijf ontwikkelingen. Voorbeelden zijn telemedicine, digitaal onderwijs en flexibilisering van productieprocessen.
Figuur 5. Vijf ontwikkelingen leiden tot kansen voor ondernemers (Isenberg en Schultz, 2020).
Voortbouwend op analyse van Isenberg en Schultz (2020) en de ecosysteemanalyse zien wij in ieder geval drie concrete kansen voor de regionale economie van Zuid-Holland:
- Versnelde digitalisering en robotisering. Digitalisering en robotisering staan al langer op de agenda bij veel innovatieve bedrijven in de regio. Uit gesprekken met bedrijven weten we dat bedrijven die vooroplopen op het gebied van robotisering minder hard zijn geraakt door de coronacrisis. Gerobotiseerde productieprocessen konden ondanks de anderhalve-meter-afstand doorgang vinden. Voor bedrijven die nog niet zo ver waren onderstreept Corona de urgentie van digitale en robotiseringstoepassingen. Een concrete kans is om met robotica een oogstrobot te ontwikkelen voor de Zuid-Hollandse (en internationale) tuinbouw.
- Dichter bij huis produceren. Reisbeperkingen en bewustwording van de beperkingen van internationale waardeketens kunnen een kans zijn om regionale samenwerking en regionale productie naar een hoger plan te tillen. Hoewel wij niet verwachten dat de Coronacrisis zal leiden tot een radicale reshoring naar Nederland, zijn wij er van overtuigd dat een deel van de productie in het buitenland gebeurt als gevolg van informatie-asymmetrieën: bedrijven weten simpelweg niet dat hun buurvrouw of buurman hun bepaalde onderdelen ook kan leveren of produceren. Door informatiebarrières weg te nemen en bedrijven aan elkaar te verbinden valt hier een wereld te winnen. Dit principe is overigens niet alleen toepasbaar op de eigen regio, maar ook op Europa. Door meer gebruik te maken van complementaire competenties in andere Europese regio’s kunnen Europese interregionale waardeketens worden gebouwd waarmee de concurrentie op de globale markt kan worden aangegaan. De Europese Commissie zet hier ook op in.
- Samen nieuwe waardeketens ontwikkelen. Economische neergang maakt het vinden van nieuwe producten en diensten urgent voor veel bedrijven. Tegelijkertijd maken Nederland en Europa veel geld vrij om te werken aan economisch herstel en blijven we met elkaar staan voor grote maatschappelijke opgaven rondom de energietransitie, de gezondheidszorg en voeding. Urgentie, middelen en opgaven bieden volop kansen om met elkaar nieuwe producten en diensten te ontwikkelen voor complexe opgaven. Dit is een kernthema in de regionale Groeiagenda en bijvoorbeeld binnen de ActieAgenda Technologische Industrie.
Trackbacks & Pingbacks
[…] hier deel #1, deel #2 en deel #3 van het […]
[…] hier deel #1 en deel #3 van het […]
Reacties zijn gesloten.