HCA-column: Oei, ik groei

, ,

In deze column denkt Ron Brans, Strategisch Projectadviseur Human Capital om en geeft zijn persoonlijke visie op groei.  De zeven routes in de Human Capital Agenda leiden naar een veerkrachtige arbeidsmarkt en dat lukt door groei van het aantal mensen met een relevante opleiding. Hoe kan het economische beleid blijven inzetten op groei, met een structurele krappe arbeidsmarkt? En welke keuzes moeten we maken om dit te ondersteunen?

 

“Toen onze dochter geboren werd, stond bij veel bewuste ouders het boek ‘Oei, ik groei’ in de boekenkast. Zo ook bij ons. We hielden de ontwikkeling van onze spruit nauwlettend in de gaten en probeerden de voorspelde groeisprongen te identificeren en op gepaste wijze te begeleiden. Inmiddels is de theorie van het echtpaar Plooij en Van de Rijt omstreden en vind je het boek  vooral nog terug in de zelf geknutselde bibliotheken die overal in het land langs de openbare weg opduiken. Vaak staand naast ‘Het aanzien van het jaar …’, ‘Tekstverwerken voor dummies’ of een van de 26 banden van ’Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog’ van Loe de Jong.

Groei en de al dan niet daarmee gepaard gaande stuipen, vormen al jaren de kern van het nationale en provinciale/ regionale economisch beleid. Weliswaar steeds sterker ook met aandacht voor “brede welvaart”, voor groene groei en middels pleidooien voor consuminderen, blijft (economische) groei de pijler van waaruit de verzorgingsstaat en maatschappelijke ontwikkeling moeten worden betaald.

De evaluatie na vijf jaar Human Capital Agenda Zuid-Holland laat zien dat er mooie dingen zijn bereikt en dat de gezamenlijke wil bestaat om dit langjarig voort te zetten. De aanbevelingen bevestigen echter ook dat we zullen moeten leren omgaan met een structureel krappe arbeidsmarkt. Omdenkers komen dan met ‘Krapte als kans’.

Feit is dat keuzes noodzakelijk zijn. Niet alles kan, maar vooral ook dat we meer moeten investeren in (sociale) innovaties. Dat de arbeidsproductiviteit omhoog kan, door slimmer (samen) te werken. Bijvoorbeeld door het anders organiseren van werk of door inzet van technologie die werk uit handen neemt. Daarnaast liggen er mogelijkheden in stevigere inzet  van inclusieve technologie, die werk toegankelijk maakt voor een grotere en meer diverse groep werknemers. We zullen meer moeten halen uit het aanwezige potentieel, dat we middels een omarmde leercultuur in staat moeten stellen om het beste uit zichzelf te halen.

Intussen wordt ook de maatschappelijke discussie over ‘wat zijn vitale sectoren en beroepen’ steeds intenser gevoerd. Inzetten op sectoren met een hogere toegevoegde waarde levert (maatschappelijk) meer op dan inzetten op bulk en massa waarbij de factor arbeid als kostenpost in plaats van als belangrijkste asset wordt gezien, met de ongewenste race to the bottom als gevolg.

Hoe moeten we anno nu aankijken tegen groei? Selectieve, waardevolle groei, jazeker, maar wat betekent dat concreet? Daar moeten we met zijn allen antwoorden op zien te vinden. Dan hoeft niemand er meer van te schrikken, worden sprongen voorwaarts positief geduid en komt er wellicht een Human Capital versie van de voormalige bestseller.”

– Ron Brans, Strategisch Projectadviseur Human Capital