Tag Archief van: EBZ

De steun en samenwerking is nodig om grote uitdagingen van deze tijd aan te kunnen. In de brief aan de informateur en alle Statenleden vraagt de EBZ aandacht voor een serie aan thema’s en sectoren in de komende Statenperiode en wordt er gepleit voor meer structurele investeringen in de Zuid-Hollandse economie.

De unieke kracht van Zuid-Holland is dat we binnen een straal van 40 kilometer beschikken over de kennis, vaardigheden, infrastructuur en instituties om de economie te verduurzamen en te vernieuwen. Zuid-Holland is namelijk de belangrijkste motor van de Nederlandse economie. De brede welvaart in Zuid-Holland  behoort echter tot de laagste van het land en de verschillen binnen Zuid-Holland zijn helaas significant. Dit heeft gevolgen voor de welvaart en het welzijn van veel Zuid-Hollanders – 21% van de bevolking van Nederland – en Nederland als geheel. De grote transities van deze tijd op het gebied van, onder andere, energie, circulariteit en digitalisering zijn tegelijkertijd een bedreiging en een kans. We moeten de kansen samen verzilveren en uitdagingen samen aangaan. Dit vraagt om gezamenlijke programma’s en gerichte acties op de transitiethema’s. De EBZ bepleit dat er meer structureel geïnvesteerd wordt in de economie van Zuid-Holland.

De opgaves die in de brief worden genoemd, vloeien voort uit de regionaal vastgestelde Groeiagenda, die door 80 organisaties uit de regio is ondertekend. Nederland staat voor gigantische maatschappelijke en economische uitdagingen. De aanpak hiervan heeft gevolgen voor de welvaart en het welzijn van veel Zuid-Hollanders, 21% van de bevolking van Nederland, en Nederland als geheel.  Zuid-Holland is dé plek waar het Rijk het meer dan een kwart van haar ambities op CO2– reductie, woningbouw en economische groei kan realiseren. Private en publieke partijen de handen ineengeslagen en gaan versneld aan de slag middels de gezamenlijke Groeiagenda Zuid-Holland.

Samenwerking is de sleutel tot succes: door bedrijven, kennisinstellingen en overheden te verbinden, creëert de EBZ mogelijkheden om gezamenlijk te werken aan een duurzame toekomst voor Zuid-Holland. In de afgelopen jaren zijn er al veel positieve resultaten behaald, maar we moeten ons blijven inzetten om de regionaal economische samenwerking verder te versterken tijdens deze Statenperiode. Daarom vraagt de EBZ om steun van het nieuw te vormen college van Gedeputeerde Staten en van Provinciale Staten als geheel.

Lees de gehele brief en de benadrukte opgaves hier.

Op donderdag 6 april is het Human Capital deelakkoord voor Crest officieel ondertekend in de haven van Schiedam. Ondertekenaars Stichting Crest, Huisman, GustoMSC, Jumbo, Mammoet en gemeente Schiedam gaan hiermee de samenwerking aan om persoonlijk leiderschap van werknemers in de energie- en maritieme sector te laten groeien.

Het doel van Crest is om 380 werkenden een ontwikkelperspectief te bieden en 6 werkgevers te ondersteunen om hun arbeidskrachten beter in te zetten. Persoonlijk leiderschap wordt gestimuleerd onder medewerkers binnen de sector, door deelnemers zelf aan het roer te zetten van hun opleidingsprogramma. Dit is nodig omdat de energie- en maritieme sector aan verandering onderhevig is. De markt van offshore wind vraagt andere manieren van (samen)werken. Internationale concurrentie neemt toe en daarom worden medewerkers in het kader van Leven Lang Ontwikkelen (LLO) gefaciliteerd in hun persoonlijke ontwikkeling. Tijdens de programma’s van Crest gaan deelnemers binnen de sector aan de slag met de bewustwording van persoonlijk leiderschap, hun relaties met anderen en de impact die ze hiermee kunnen maken. Dit biedt een meerwaarde in de sector en op de arbeidsmarkt.

“We vergroten het zelfbewustzijn, stimuleren samenwerking en creëren gemeenschappen”

Dit deelakkoord is mede tot stand gekomen dankzij een subsidie van €236.000 van de provincie Zuid-Holland (lees het eerdere nieuwsbericht hier).

Seriena Bal, programmamanager Crest: “We merken dat deelnemers vooral enthousiast zijn over het leren en ontwikkelen binnen peer-netwerken en waarderen dat de programma’s door henzelf vormgegeven kunnen worden. De komende periode benaderen we actief energie en maritieme organisaties om de programma’s voor een nog groter publiek toegankelijk te maken.”

Bij de officiële ondertekening waren een aantal sprekers: Jeffrey van Meerkerk (voorzitter van de taskforce Human Capital Zuid-Holland), Nils van Nood (Managing Director GustoMSC) en Dimitrie Morrison (Hoofd Economische zaken bij provincie Zuid-Holland).

Jeffrey van Meerkerk, Directeur Manpower Group en voorzitter taskforce Human Capital:“Crest is inhoudelijk een sterk programma en belangrijk voor het behoud van medewerkers. Zeker de nieuwe generatie stelt hoge eisen aan de persoonlijke ontwikkeling binnen een functie en binnen een organisatie, hierin kan Crest voorzien.”

Nils van Nood, Managing Director GustoMSC: “Naar mijn overtuiging zullen op termijn de netwerken en de manier van werken die uit Crest ontstaan gaan leiden tot onverwachte oplossingen en vormen van samenwerking die weer nodig zijn om de maatschappelijke uitdagingen in de toekomst aan te kunnen.”

Lees meer via de website van Crest: https://www.crestcollective.nl/

Vanaf 1 maart heeft Henk Bakker uit Nieuwkoop het stokje overgenomen van Ferrie Förster als Programmamanager Human Capital Zuid-Holland. Henk brengt veel ervaring mee als onafhankelijk adviseur en projectmanager en als leidinggevende van succesvolle teams bij onder andere Capgemini Invent, Berenschot en Ecorys. Hij houdt van sport en bewegen, is een echte familieman en vertoeft graag veel op de Friese meren en Nieuwkoopse plassen. Henk kan niet wachten om samen met het Human Capital team en alle partners weer nieuwe successen te behalen in de uitvoering van de Human Capital Agenda 2.0. 

Jij was al bekend met de Human Capital Agenda (HCA) vanuit je rol bij de WIJIJ- coöperatie, wat was jouw motivatie om voor deze rol te gaan?

“Ja, klopt. Ik was daar voorzitter van en ik was er trots op dat WIJIJ door de Economic Board Zuid-Holland is erkend als belangrijk project voor het realiseren van Leven Lang Ontwikkelen en voor het modern matchen op skills in de provincie. Maar ik was daarvoor al bekend met de HCA vanuit mijn consultancy opdrachten voor onder andere de Rotterdamse Leerwerkakkoorden. Ferrie Förster, mijn voorganger als programmamanager, kende ik ook al. Hij vertelde me met veel enthousiasme over de HCA, het team en wat er – ook bevestigd via onafhankelijk evaluatieonderzoek van SEOR – in de eerste jaren van de HCA al is bereikt. Daar wilde ik wel bij horen natuurlijk! Ik wil helpen om verder te bouwen. Als inwoner van Zuid-Holland is het voor mij extra motiverend om in mijn eigen provincie te werken aan de aanpak van personeelstekorten en het zorgen dat mensen mee kunnen komen bij het geweld van alle transities en veranderingen in de economie en op de arbeidsmarkt. Het gaat echt ergens over! 

“Betrokken, gedreven en Friese nuchterheid”

Wat kenmerkt jou en welke eigenschappen ga je zeker inzetten als Programmamanager HCA?

“Woorden die bij me opkomen bij deze vraag zijn: betrokken, gedreven, Friese nuchterheid, open, ervaren, meedenkend, optimistisch, mensgericht, verbindingsgericht, cocreatie en resultaatgericht. Dat zijn volgens mij wel begrippen die mij zo’n beetje kernschetsen. Ik denk dat ik ook om die reden in beeld gekomen bij de Economic Board en de provincie Zuid-Holland. Er werd gezocht naar iemand die veel ervaring heeft in multistakeholder-omgevingen rondom human capital-uitdagingen, iemand die samenwerking hoog in het vaandel heeft staan. Voor mij is dat een vanzelfsprekendheid en dat heb ik in mijn lange periode met consultancywerkzaamheden ook altijd toegepast. Vooral op snijvlakken vindt innovatie en groei plaats en alleen gezamenlijk kunnen hoge ambities worden gerealiseerd.” 

“Die verbindingen benutten en integraal oppakken is efficiënt en is een krachtige basis voor impact.”

Als je denkt aan het beeld dat jij had van de Human Capital Agenda Zuid-Holland, wat is er bevestigd en wat was nieuw voor jou?

“Het beeld dat ik had is zeker, in positieve zin, bevestigd. Dat de HCA en het HCA-team heel doordacht gepositioneerd is in de driehoek van Economic Board Zuid-Holland, provincie Zuid-Holland en InnovationQuarter, had ik me vooraf nog niet zo gerealiseerd. Dat vind ik heel slim, door de goede verbindingen met bedrijven, kennisinstellingen, overheden en dienstverleners. Die verbindingen benutten en integraal oppakken is efficiënt en is een krachtige basis voor impact. Verder merk ik meteen hoe goed er wordt samengewerkt met een gecommitteerde taskforce Human Capital. Deze wordt gevormd door bestuurders van bedrijven, overheden en onderwijs- en kennisinstellingen, en hierin zitten zowel private als publieke partners. Ik heb voor veel andere regio’s en in landelijke programma’s voor veel ministeries gewerkt als extern adviseur, dus ik kan oprecht zeggen dat het wel heel erg bijzonder is wat er staat in Zuid-Holland. Fijn om daar nu zelf als programmamanager deel van te mogen uitmaken.” 

Waar ga je beginnen in deze nieuwe rol als programmamanager Human Capital?

“Never change a winning team” en “never change a winning formula”, daar ben ik het helemaal mee eens. We moeten dit wel voortdurend verbeteren en steeds blijven inspelen op nieuwe kansen. Met het team en samen met alle stakeholders willen we wat dat betreft in de volgende fase vooral ook het accent leggen op het realiseren van nog meer impact. Die is al fors volgens het onderzoek dat SEOR uitvoerde, maar de ambitie is hoger. Zoals meer instroom in functies waar personeelstekort is, meer opleiden, meer om- en bijscholing, meer leerwerkarrangementen en meer benutting van talent. Maar ook aandacht voor niet-direct meetbare zaken, zoals een sterk ecosysteem voor werken, leren en innoveren en een verdere versterking van de lobby. Samenwerking is daarbij het sleutelwoord.” 

Wat zie jij als je belangrijkste doel in de rol als Programmamanager voor de Human Capital Agenda Zuid-Holland?

“Verbinden en enthousiasmeren en daarmee voorop gaan in de Human Capital-strijd. Ik wil ook zorgen voor goede randvoorwaarden voor het team om succesvol en om met plezier te kunnen werken. Ik zal alle stakeholders goed betrekken en gezamenlijk eigenaarschap van het vraagstuk stimuleren bij bedrijven, instellingen, in branches en bij zowel onderwijs als overheden. Het is aan mij om goed kijken waar er kansen liggen. Ik zal kijken naar welke HCA-acties het verschil kunnen maken, daar wil ik me vooral op richten. En dat kan alleen met een sterk team en dat staat er ook. De evaluatie van SEOR, opgeleverd begin 2022, toonde dat ook duidelijk aan: de stakeholders zijn heel erg te spreken over het HCA-team. Ik vind het een eer om daar nu deel van te mogen uitmaken en om dit team te mogen leiden en faciliteren.” 

Wat kan de regio in het komende jaar verwachten vanuit de Human Capital Agenda?

“Ik ben net gestart en nu druk aan het inwerken. Maar wat ik wel alvast kan zeggen is dat we de ingezette lijn willen voortzetten, met specifieke aandacht voor de speerpunten die in de Human Capital Agenda 2.0 zijn omschreven en met de ambitie om de impact van de HCA verder te vergroten. De regio mag erop rekenen dat we weer met veel nieuwe impulsen komen. Van inspiratiebijeenkomsten en toegankelijk en laagdrempelig meedenken met bedrijven, opleiders en samenwerkingsverbanden, tot co-creatie van nieuwe arrangementen. We hebben veel expertise en mogelijkheden in huis, zelf en via onze partners. Dat is allemaal voor de regio beschikbaar. Het team heeft er zin in. Ik zelf incluis!” 

“Ik heb er onwijs veel zin in. De deur staat open en de telefoon en e-mail staan aan!” 

Bedrijven, overheden en kennisinstellingen uit Zuid-Holland roepen de landelijke politiek op om Nederland toegankelijk te houden voor internationaal talent. Er is maatwerk per instelling nodig in verband met de verschillen tussen steden en onderwijsinstellingen. ‘Maatwerk’ als uitgangspunt, waarbij de invulling aan de instellingen zelf wordt over gelaten, daar wordt in deze brief voor gepleit.

“De provincie Zuid-Holland draait op het talent van haar inwoners.” Daarmee openen de Economic Board Zuid-Holland (EBZ), de Economic Board The Hague (EBTH) en Economic Development Board Drechtsteden (EDB) in een gezamenlijke brief aan de minister van Onderwijs, de minister van Economische zaken en de leden van de Tweede Kamer. Het aantrekken en behouden van internationaal talent is een belangrijk onderdeel in de Human Capital Agenda van Zuid-Holland.

De aanleiding van de brief is de motie die de Tweede Kamer heeft aangenomen, waarbij hogescholen en universiteiten worden gevraagd om een stop te zetten op het actief werven van internationale studenten. De instroom van internationale studenten kan zorgen voor uitdagingen, zoals de kwaliteit van onderwijs of krapte op de woningmarkt. Wat Zuid-Holland betreft is het noodzakelijk om gezamenlijk tot een toekomstbestendig pakket aan maatregelen te komen dat lokaal kan worden ingezet. Er is juist behoefte aan het aantrekken en behouden van internationaal talent voor het verdien- en innovatievermogen in Zuid-Holland. Te generieke maatregelen op landelijk niveau zijn schadelijk voor de sociaal-economische ontwikkeling van de regio. En laten we niet vergeten dat de Nederlandse beroepsbevolking daalt door demografische omstandigheden de komende decennia, waardoor wij internationaal talent hard nodig hebben.

Het aannemen van de motie door de Tweede Kamer leidt tot onvoldoende aandacht voor regionale behoeftes en behoeftes van individuele onderwijsinstellingen en gemeenten. Het versterkt een negatief sentiment rondom instroom van internationale studenten naar hogescholen en universiteiten. EBZ, EBTH en EDB benadrukken het belang van een regionale dialoog  om gezamenlijk tot een goed pakket aan maatregelen te komen en om het maatwerk aan instellingen zelf over te laten.

Tim van der Hagen (Rector en Voorzitter college van Bestuur TU Delft): “Als TU Delft vinden we het belangrijk dat universiteiten en hogescholen kunnen beschikken over instrumenten om de instroom van studenten duurzaam en effectief te kunnen beheersen, met name om de instroom van niet-EER studenten te kunnen beperken. De instrumenten zijn er nu niet, daarbij is maatwerk essentieel.”

Martin Van Gogh (Directeur Batenburg Techniek):”Het is noodzakelijk voor bedrijven om toegang te houden tot alle beschikbare talenten, dus ook internationaal talent.”

De Human Capital Agenda Zuid-Holland richt zich op een veerkrachtigere arbeidsmarkt in de provincie. Eind 2021 werd voor een van de routes van de agenda ‘het aantrekken en behouden van internationaal talent’ het project ‘Internationaal Talent Programma’ gelanceerd. Het Internationaal Talent Programma heeft als doel om 500 internationale werknemers aan te trekken en/of te behouden. Waarom is dit essentieel? Een aantal cijfers uit de brief:

  • In de technieksector, waar een flink arbeidstekort is, is de blijfkans van internationaal talent hoog, namelijk 30-40%
  • In andere sectoren zien we dat de blijfkans gemiddeld 25% is en dat dit percentage groeipotentieel heeft

We werken er als regio hard aan om internationaal talent niet alleen naar Nederland toe te laten komen voor een studie, maar dat dit talent hier blijft om te werken, wonen en een bijdrage levert aan te toekomst van Nederland. Dit draagt niet alleen bij aan de arbeidstekorten op specifieke functies, maar ook aan de internationale marktpositie van Zuid-Holland. Denk hierbij aan organisaties die internationaal-gericht zijn, maar ook aan de innovatiekracht van ons land.

Lees hier voor de volledige brief

De taskforce Energietransitie van de Economic Board Zuid-Holland werkt aan het emissievrij maken van Zuid-Holland en in de Dream Hall van de TU Delft hebben de leden zich laten inspireren door studenten die werken in zogenoemde ‘dreamteams’. Lees hier over de innovatieve teams en de thema’s waar de taskforce zich in 2023 op zal richten.

In deze Dream Hall ging de taskforce in gesprek met verschillende innovatieteams:

  • het Brunel Solar Team, het team wat werkt aan auto’s op zonne-energie
  • het Hydromotion Team: een team wat werkt aan boten die worden aangedreven door groene energie
  • het Hyperloop team: een team wat werkt aan het transportatiesysteem van de toekomst werkt, “met een pod in een lichtdrukbuis in 30 minuten van Amsterdam naar Parijs”.

Tijdens de bijeenkomst gaf Melanie Provoost van brancheorganisatie Geothermie Nederland een presentatie over geothermie (aardwarmte). Daarnaast stond de taskforce  ook stil bij belangrijke focuspunten en concrete projecten voor 2023 op het gebied van energietransitie.

Dit alles met als doel: het vernieuwen, verduurzamen en versterken van de economie en het vestigingsklimaat in onze regio.

Thema’s waar de taskforce Energietransitie van de EBZ zich in 2023 op zal richten zijn:

  • de inzet van geothermie
  • het benutten van industriële restwarmte
  • de realisatie van een waterstofhub
  • de gerelateerde maakindustrie, zoals bijvoorbeeld elektrolysers: ‘batterijen’ die waterstof produceren.

De EBZ verwelkomt met veel enthousiasme twee nieuwe taskforceleden Energietransitie: Karen de Lathouder (CEO BP NL) en Yvonne van Delft (wethouder Duurzaamheid in Leiden en trekker van de Regionale Energie Strategie Holland Rijnland).

Op deze pagina lees je meer over de taskforce Energietransitie.

 

 

Digitalisering lijkt voor bedrijven in de Grond- Weg- en Waterbouwsector achter te blijven. Het is een onmisbare ontwikkeling om de productiviteit binnen de infrasector te verhogen en om de kwaliteit in de sector te verbeteren. Om die reden roepen Stichting Rondom GWW en de Gemeente Rotterdam Digicampus GWW in het leven.

De Human Capital Agenda heeft als doel om van Zuid-Holland dé regio te maken waar de arbeidsmarkt structureel en duurzaam wordt verbeterd, zodat bedrijven kunnen beschikken over voldoende werknemers met de juiste scholing en skills: nu en in de toekomst. Daarom is er voor dit Human Capital deelakkoord €315.000 subsidie verstrekt vanuit de provincie Zuid-Holland.

Tijdens de vakbeurs InfraTech in Ahoy Rotterdam is op 18 januari feestelijk gevierd dat het Digicampus GWW deelakkoord is ondertekend door Karel Ossewaarde (voorzitter Stichting Rondom GWW), Ronald Zandbergen (voorzitter RegioIngenieur) en Jeffrey van Meerkerk (voorzitter Taskforce Human Capital van de Economic Board Zuid-Holland).

Digicampus GWW is een platform met de missie om iedereen in de Grond- Weg en Waterbouwsector digitaal vaardiger te maken en tegelijkertijd slimmer digitaal te laten samenwerken in projecten. Het platform is een initiatief van Stichting Rondom GWW, RegioIngenieur en de Economic Board Zuid-Holland.

Met de ondertekening van het deelakkoord Digicampus GWW wordt er een belangrijke stap gezet  om in de komende twee jaar het platform te ontwikkelen. worden trainingen en tools aangeboden worden om de digitale vaardigheden van medewerkers in de infrasector te verbeteren en projecten efficiënter te laten verlopen, doordat er digitaal meer aansluiting is tussen verschillende partijen.

De ondertekening markeert het startpunt van een ambitieus project dat zich richt op het versterken van de digitale concurrentiekracht van de GWW-sector en het verhogen van de productiviteit in de sector.

Jeffrey van Meerkerk, voorzitter van de Taskforce Human Capital van de Economic Board Zuid-Holland: “Digicampus GWW levert een belangrijke bijdrage aan het leven lang ontwikkelen en verbeteren van de digital skills in de Grond- Weg- en Waterbouwsector. Dit is wederom een mooi deelakkoord dat we vanuit de Taskforce met de triple helix bewerkstelligen. Het draagt bij aan de digitale transformatie van de infrasector en maakt ook de GWW-sector aantrekkelijker voor nieuwe instroom.

Willy de Zoete, gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland: “Digicampus GWW is een win-win: aan de ene kant ondersteunt het ‘leven lang ontwikkelen’ van werknemers en aan de andere kant stimuleert het bedrijven in die sector om te digitaliseren. Met dit Human Capital deelakkoord zetten we een volgende stap in de ontwikkeling van de digitale economie in Zuid-Holland.”

Digicampus GWW wordt in de komende maanden verder onder de aandacht gebracht bij allerlei partijen in de infrasector. Verder nodigt Digicampus GWW iedereen uit de branche aan om zich aan te sluiten. Meer informatie hierover kan worden gevonden op de website: www.digicampusgww.nl

Hij is 35 jaar en heeft in zijn carrière nu al veel impact gemaakt in de regio. Na het behalen van zijn Master Technische Bestuurskunde aan de TU Delft, werd Ferrie al snel wethouder Economie, Cultuur en Ruimtelijke Ordening voor de gemeente Delft. Een van zijn successen hierbij was de opening van een doorgroeigebouw van YES!Delft en het starten van RoboValley in samenwerking met de TU Delft. Na 4 jaar wethouder te zijn geweest, nam Ferrie, als programmamanager, de verantwoordelijkheid voor het opstellen en uitvoeren van de Human Capital Agenda voor Zuid-Holland. Met maar één doel: in samenwerking met bedrijven, overheden en kennisinstellingen de arbeidstekorten in de regio terugdringen. Inmiddels zijn daar al 69 partners bij aangesloten.

Vanaf 1 november 2022 bekleedt Ferrie de rol van Secretaris van de Economic Board Zuid-Holland.

In wat voor Zuid-Holland kom je terecht?

“We staan voor een aantal forse uitdagingen. Inflatie zorgt ervoor dat de maandlasten zowel voor de inwoners als voor bedrijven enorm zijn toegenomen. Daarnaast hebben we grote uitdagingen op het gebied van energietransitie en op de arbeidsmarkt. In maart zijn er Provinciale Staten verkiezingen, dan zal de nieuwe coalitie in Zuid-Holland onder andere bepalen hoe we uitvoering geven aan het stikstofbeleid. We moeten als regio echt kijken naar waar we willen staan in 2050 en dat betekent, voor de EBZ, keuzes maken: waar gaan we als eerste mee aan de slag? Welke partij pakt welke rol? En hoe kunnen we versnellen?”

“Ik kijk ik elke dag naar mijn positie en hoe ik daarmee impact kan maken voor een beter Zuid-Holland.”

Met welk toekomstbeeld ben je opgegroeid?

“Mijn vader vond het heel belangrijk dat we überhaupt op een leefbare wereld op zouden groeien; hij had daar in de jaren ’80 al sterke zorgen over. Toen besefte ik het nog niet zo goed, maar als je nu naar de klimaatuitdagingen kijkt, dan schrik ik wel. Mijn vader had dus in de jaren ’80 al gelijk: we moeten meer ons best doen om de planeet leefbaar te houden voor onze kinderen en onze kleinkinderen. Als we op deze manier doorgaan dan wordt deze planeet onleefbaar.

Mijn moeder heeft altijd gezegd dat ik iedere dag het beste uit mezelf moet halen en elke dag kritisch moet kijken hoe ik de meeste toegevoegde waarde kan leveren. Daarom wil ik iedere dag een betere versie van mezelf zijn en buiten mijn comfortzone treden. Ik kijk elke dag naar mijn positie en hoe ik daarmee impact kan maken voor een beter Zuid-Holland.

“Als kind wilde ik altijd timmerman worden, maar ik besefte later dat ik mijn capaciteiten anders kon inzetten en om met mijn hersens te ‘bouwen’.”

Wat wilde je worden?

Als kind wilde ik altijd timmerman worden, maar ik besefte later dat ik mijn capaciteiten anders kon inzetten om een verschil te maken, en om met mijn hersens te ‘bouwen’ aan de regionale economie. Op mijn 26e kreeg ik de kans om wethouder te worden en toen gingen er deuren voor mij open die anders niet open waren gegaan. Vanuit deze rol sprak ik met mensen en organisaties die veel invloed uit kunnen oefenen. Ook vanuit mijn rol als Programmamanager Human Capital was ik continu bezig met de vraag: ‘aan welke knoppen op de arbeidsmarkt kunnen we draaien vanuit de regio?’ Als secretaris van de EBZ kan ik vanuit een nog breder speelveld aan die knoppen draaien.”

Welke ervaring neem je mee uit je wethouderschap in Delft?

“Als politicus wilde ik zoveel mogelijk mensen tevreden houden, want in die rol wil je het liefst besluiten nemen waar iedereen achterstaat. Maar soms moet je een boodschap brengen die een kleine minderheid niet leuk vindt en die noodzakelijk is voor het grotere belang. Soms moet ik ongemakkelijke gesprekken voeren, die essentieel zijn voor het overkoepelende belang van Zuid-Holland. Als je zo’n gesprek vanuit de inhoud benadert, hoeft een discussie niet in de weg te staan van een persoonlijke relatie.”

Wat bracht je voorganger Linco Nieuwenhuyzen mee naar de EBZ?

“In mijn ogen is Linco heel goed in het snel analyseren van de problemen die er zijn. Hij zet ze snel uiteen en ziet ook oplossingen. Dat zijn echt ongelofelijke kwaliteiten. Hij versterkt de denkkracht die je hebt als organisatie.”

Welke persoonlijke kwaliteiten neem jij mee in je rol als secretaris bij de EBZ?

“Ik ga al heel wat jaren mee in deze regio, en breng vooral mijn netwerk en ervaring als bestuurder en programmamanager mee. Hierdoor heb ik veel kennis van de uitdagingen van de EBZ. Hoe meer mensen zich scharen achter onze ambitie, visie en strategie, des te sneller weten partijen elkaar te vinden en des te sneller verwezenlijken we onze doelen. Ik streef ernaar om benaderbaar te zijn, mijn gezicht veel te laten zien. Ik ga volledig gecommitteerd deze functie oppakken. Alle uitnodigingen die ik nu al heb mogen ontvangen, zijn heel waardevol.”

Je hebt binnen de Human Capital Agenda heel concrete commitment gekregen van partijen in de regio. Welke concrete commitments hebben Zuid-Hollandse partijen over 3 jaar afgegeven?

“De energietransitie is naar mijn mening op dit moment de belangrijkste uitdaging. We moeten in Zuid-Holland ons uiterste best moeten doen om de afgesproken bijdrage aan de CO2-reductie in 2030 te halen en geen kansen laten liggen. In de Circulaire Agenda worden hele concrete doelstellingen genoemd; zo concreet wil ik de targets ook met de partners van de EBZ afspreken. Je hoort vaak ‘we willen het’ en ‘we moeten het’, maar ik ga graag het gesprek aan over hoe partners dit daadwerkelijk laten zien en wat ze hiervoor nodig hebben. Het is de taak van de EBZ om de partijen bij elkaar te brengen die dit individueel niet kunnen. Meedoen met de EBZ is vrijwillig, niet vrijblijvend. Organisaties dienen, samen met hun medewerkers, echt hun bijdrage te leveren om binnen hun mogelijkheden zaken te versnellen. Met de Human Capital Agenda zijn we letterlijk klassen aan het vullen en mensen aan het omscholen naar de IT en techniek.

“Vernieuwende denkkracht in de EBZ is heel waardevol, want hiermee kunnen verschillende partijen elkaar inspireren.”

Welk profiel zou jij graag aan de EBZ toe willen voegen?

“Ik zou graag jonge, innovatieve boardleden met een frisse blik willen verwelkomen, bijvoorbeeld start-ups. Ik weet dat deelname aan de EBZ tijd en energie kost, dus men moet voelen dat het van toegevoegde waarde is in de eerste, veelvragende fase van een organisatie. Ik ben daarom ook andere vormen van betrokkenheid aan het onderzoeken, zodat we de input van dit soort bedrijven mee kunnen nemen. Vernieuwende denkkracht in de EBZ is heel waardevol, want hiermee kunnen verschillende partijen elkaar inspireren. Een scale-up die de energietransitie kan versnellen, zou bijvoorbeeld van grote toegevoegde waarde zijn.

De verschillende taskforces binnen de EBZ zijn wat concreter, daardoor zien we dat steeds meer innovatieve bedrijven lid zijn en een actieve bijdrage leveren. De samenwerking met InnovationQuarter (IQ) is ook heel belangrijk, omdat we elkaar als organisaties versterken. We kunnen, vanuit de EBZ, draagvlak creëren en de strategische lijnen uitzetten, waarbij IQ de uitvoerende kracht is voor Zuid-Holland.”

Denk je al voorzichtig na over een stap ná de EBZ?

“Ik hoop deze functie toch wel een heel aantal jaren te mogen vervullen. Vervolgens hoop ik op een plek terecht te komen waar ik met een eigen organisatie of in samenwerking met andere organisaties ook echt een verschil kan blijven maken. Ik ben gepassioneerd geraakt over publieke en private samenwerkingen en de mogelijkheden die ontstaan. Ik begrijp de publieke kant en kan er goed mee omgaan. Daarnaast houd ik ook graag de snelheid erin en ben ik resultaatgericht. Deze twee werelden met elkaar verbinden vormt de rode draad door mijn loopbaan.”

“Collectief en vernieuwend te werk gaan: dat is mijn doel bij de EBZ.”

Een laatste woord?

“Een afspraak die ik wil maken met al onze partners is dat we het ook echt als regio moeten gaan doen. We focussen ons op waar we als regio gezamenlijk kunnen optrekken en hoe we samen onze schouders onder de doelstellingen kunnen zetten. Dat is de enige manier waarop we massa kunnen bereiken. Durven loslaten hoe we sommige dingen nu doen en niet op eilandjes zitten, maar collectief en vernieuwend te werk gaan: dat is mijn doel bij de EBZ.”

 

WE-IT is een krachtige samenwerking tussen bedrijven, onderwijsinstellingen en overheden met als doel om door middel van om- en bijscholing 3.000 mensen op te leiden in de richting van IT en digitalisering. Na het eerste deelakkoord komt er nu een vervolg, namelijk WE-IT 2.0. Op dinsdag 6 december werd dit deelakkoord op de Dutch Innovation Factory in Zoetermeer ondertekend. Vanuit de provincie Zuid-Holland is er €329.610 subsidie verstrekt voor de eerste deelprojecten.

Alle partners uit het eerste deelakkoord zetten zich in voor het vervolg om het tekort aan IT’ers en digivaardige werknemers tegen te gaan. En hier sluiten bij versie 2.0 maar liefst 6 nieuwe partijen bij aan, waaronder werkgevers zoals PostNL, Main Capital en Doc-Direkt. Met 16 scholingstrajecten en 22 partners is WE-IT hét voorbeeld van een mooie Human Capital samenwerking tussen bedrijven, overheden en opleidingsinstellingen.

Willy de Zoete, gedeputeerde Human Capital namens de provincie Zuid-Holland:

“De transitie van digitalisering is een grote uitdaging. Met WE-IT bundelen we de regionale krachten voor het opleiden van 3.000 IT-professionals. Het is essentieel dat werkgevers juist nú de stap zetten naar het om- en bijscholen van werknemers. Dit draagt uiteindelijk bij aan een sterkere Zuid-Hollandse economie. Daarom ondersteunt provincie Zuid-Holland, na het eerste deelakkoord in 2020, met enthousiasme ook het WE-IT 2.0 akkoord”

WE-IT 2.0 bevat acht verschillende deelprojecten die bijdragen aan de doelstellingen. De genoemde subsidie is verstrekt voor drie deelprojecten: Digiwerkplaats Rijnmond, BIT Academy Haaglanden en Stichting BEE-Ideas. WE-IT 2.0 sluit naadloos aan op de Human Capital routes ‘leven lang ontwikkelen’ (binnen bedrijven) en ‘transities over regio- en sectorgrenzen heen’ (tussen bedrijven).

Jeffrey van Meerkerk, voorzitter van de Human Capital taskforce:

“Werkgevers staan te springen om IT-talent. Met de uitbreiding van WE-IT naar het 2.0 deelakkoord gaan we vanuit de Human Capital Agenda nog meer werkenden begeleiden naar het IT-vak, wat essentieel is voor het groeiende tekort aan personeel in deze sector en voor Zuid-Holland. Dit deelakkoord is een mooi voorbeeld van de samenwerking tussen de overheid, bedrijven en onderwijsinstellingen. We zitten midden in grote transities waarbij het bedrijfsleven en onze overheid IT-talent nodig heeft wat over de juiste relevante skills beschikt. In stapjes met elkaar op naar 3.000 extra IT-professionals voor Zuid-Holland!”

Wil je meer informatie over WE-IT, de deelprojecten of over de Human Capital Agenda Zuid-Holland?

Die vind je via onderstaande links:

https://www.economicboardzuidholland.nl/contact-2/

https://we-itwerkt.nl/

 

De samenwerking in de regio stond nog in de kinderschoenen, toen hij begon. Linco Nieuwenhuyzen startte acht jaar geleden als secretaris van de Economic Board Zuid-Holland. Hij was een van de mensen die tal van bestuurlijke kopstukken met de neuzen dezelfde kant op moest zien te krijgen. Hij stuurde en bestuurde, nooit als woordvoerder maar altijd vanuit de coulissen. Inmiddels staat hij bekend als ‘superstrateeg’. Linco haalde significant meer bedrijven aan boord en zorgde dat ze allen hun zegje konden doen. Nu verlaat hij de Economic Board en wordt hij Hoofd Innoveren bij InnovationQuarter. We blikken met hem terug.

Hoe was de situatie in Zuid-Holland toen je begon als secretaris?

“Ik herinner me de eerste boardvergadering nog goed. Het was bijzonder om op deze manier bij elkaar te zitten, maar het was ook echt nog wennen. We spraken nog ‘verschillende talen’, maar hadden positieve intenties om met elkaar in gesprek te gaan. Daarnaast was InnovationQuarter net begonnen en ik werd met een agenda op pad gestuurd rondom campussen, energietransitie, internationaal talent en mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Eigenlijk met precies de thema’s die nu ook in de Groeiagenda staan, maar destijds nog veel meer vanuit overheidsperspectief opgeschreven. Er was nog niet veel draagvlak vanuit bedrijven. De MRDH (Metropool Regio Rotterdam Den Haag) was nog maar net van start gegaan en nog niet eens formeel opgericht. De intentie om samen een marathon te gaan lopen voor positieve bewegingen in deze regio was er zeker, maar we waren pas net uit de startblokken.

Inmiddels is dat speelveld echt veranderd. Bedrijven leggen onderwerpen op tafel en gaan het gesprek met elkaar erover aan. We hebben een gezámenlijk perspectief op waar we naartoe gaan in de regio. In de laatste boardvergadering hadden we het over de versnelling van de energietransitie: wat betekenen onze plannen nou daadwerkelijk voor de regio? Iedereen zat op het puntje van z’n stoel, diep nadenkend over hoe ze de plannen konden vertalen naar hun eigen bedrijf en organisatie. We informeren elkaar niet alleen, maar inspireren elkaar ook echt. Binnen de EBZ vragen partijen actief hulp aan elkaar.”

Je hebt je sterk gemaakt voor een EBZ met meer bedrijven dan overheden en kennisinstellingen, waarom?

“Waarom ik die bedrijven belangrijk vind: als politiek het oppakt, wordt het snel een bestuurlijke discussie, ‘wie is de baas’. Terwijl we een andere setting creëren door met bedrijven aan tafel te zitten. Je voert direct een meer economisch-inhoudelijk gesprek. We kijken ook naar wat er in andere regio’s gebeurt. Soms moet de overheid dan alsnog een beslissing nemen, maar op deze manier kunnen we dat beter geïnformeerd doen.

Vaak denken we in Nederland dat de overheid overal een oplossing voor moet bieden, maar bedrijven en onderwijsinstelling zijn echt sleutelspelers om ook een deel van de knelpunten in de regio op te pakken. Als deze sleutelspelers elkaar begrijpen en respect hebben voor elkaars uitgangspunten, kunnen zij samen ergens de schouders onder zetten. Dat betekent wel dat je die bedrijven bij elkaar moet brengen. Het is heel waardevol om regionale spelers aan tafel hebben die een deel van de oplossing kunnen inbrengen maar het probleem niet alleen kunnen oplossen.”

Wat was jouw doel bij de EBZ en waar ben je het meest trots op?

“Ik ben het meest trots op wat we rondom Human Capital gedaan hebben. We hebben een brede agenda gemaakt, waarin we er echt in slagen om allerlei doelgerichte projecten te doen. Enorme complimenten voor de provincie die het lef had om aan de EBZ te vragen om met een gedeelde visie te komen waar alle sleutelspelers uit de regio achter staan, waarbij de provincie financiering kan verstrekken voor het programmateam en subsidie voor de projecten.

Ik ben überhaupt trots op het bestaan van de EBZ. Inspiratie, leiderschap, visie en een platform wat dat leiderschap en die inspiratie kanaliseert, dat zijn aspecten die ik van begin af aan in mijn hoofd heb gehad. De goede samenwerking bij de EBZ bestaat onder andere door een open houding: delen wat er speelt, ook al hebben we niet direct een oplossing. Met een gedeeld perspectief kunnen we elkaar inspireren en krachten bundelen. Het doel wat de EBZ uiteindelijk dient is: op regionale schaal ervoor zorgen dat mensen tot hun recht komen. We willen deze prachtige samenleving in stand houden en de EBZ heeft daar een hele nuttige functie in. We zijn ook steeds scherper geworden op de ‘spelregels’: je zit hier niet om je eigen bedrijfsbelang te verdedigen. Je maakt deel uit van een groter geheel, in hoeverre ben je bereid om hier een gesprek over aan te gaan?“

Binnen de EBZ was jij de sturende en drijvende kracht, maar anderen stonden in de schijnwerpers. Heeft dat je wel eens in de weg gezeten?

“Nee. Mijn drijfveer is om een bijdrage te leveren aan de grote uitdagingen die op deze regio afkomen. De EBZ is voor mij een vehikel om dat te doen. Mijn doel was echt om de neuzen dezelfde kant op te krijgen, structureel met elkaar het gesprek aan te gaan, netwerken mobiliseren en om samen een goede strategie op te stellen. Wanneer we dit samen bereikten met mijn bijdrage, was ik tevreden. Ik heb het wel altijd belangrijk gevonden dat de leden van de board zagen welke bijdrage ik leverde, maar die waardering heb ik altijd gekregen. Het gaat niet om mij, het gaat niet om de EBZ, maar om het doel van de EBZ.”

Welke twee zaken zou je morgen willen veranderen in de regio?

“De vragen rondom de arbeidsmarkt liggen mij het meest na aan het hart. De zorgen komen voornamelijk vanuit de periode dat ik voor de klas heb gestaan, daar is mijn hart sneller gaan kloppen voor de scholing van mensen. Voor mij is een belangrijke drijfveer: ik wil mensen tot hun recht laten komen. Scholing speelt hierin een enorm belangrijke rol, zodat mensen het leven kunnen leiden dat ze willen. Mijn wens is toch wel echt een sterk programma omtrent de bijscholing van mensen, met andere aantallen dan tot op heden. Door de toenemende dynamiek aan de bedrijvenkant op het gebied van energietransitie, digitalisering en daarmee toenemende internationale concurrentiedruk, moet de arbeidsmarkt echt weerbaarder zijn. Ik zou me sterk willen inzetten op innoveren met leren, vooral voor de leeftijdsgroep 40 tot 60 jaar.

Waar ik me daarnaast grote zorgen over maak is hoe veel ruimte we hebben voor de transformatie van bestaande bedrijven en het verwelkomen van nieuwe bedrijven. Er wordt nu veel geïnvesteerd in nieuwe technologie en dat moet ook gaan resulteren in bedrijven die straks snel gaan groeien. Waar moeten we die bedrijven neerzetten? Ik zou een hele goeie ruimtelijk-economische strategie willen maken.”

Kan de EBZ die ruimtelijke strategie dan niet gaan maken?

“Nee. Ruimtelijke strategie is namelijk een vak en we willen vanuit de EBZ niet zomaar wat roepen over onderwerpen waar we onvoldoende verstand van hebben. Daar zijn andere partijen in ‘the lead’.” Grappend: “Het liefst had ik een magische knop om bij alle sleutelspelers in de regio draagvlak te krijgen voor dit soort dingen.”

Als buitenstaander ziet de EBZ er behoorlijk homogeen uit. Hoe ziet dit er over vijf jaar uit?

“Ik vind diversiteit echt belangrijk. Tegelijkertijd is het geen primair doel voor de EBZ om diversiteit aan te jagen. De EBZ is een afspiegeling van de sleutelspelers in de regio. Het aantal vrouwen in bestuurlijke functies gaat de goede kant op, maar etnische diversiteit blijft achter. Dat zie je dus ook terug in de EBZ. Waar de EBZ wel een rol in kan spelen, is dat alle typen bedrijven vertegenwoordigd worden en een stem hebben. Het is belangrijk dat iedereen die bij de EBZ aan tafel zit, zich comfortabel voelt om te spreken.”

Wat bewonder je in je opvolger Ferrie Förster, waar je al jaren mee samenwerkt?

“Bij de Human Capital Agenda heb ik er enkel voor gezorgd dat het in de grondverf stond. Maar Ferrie heeft gezorgd voor bedrijfscommitment, concrete afspraken en toezeggingen voor alle projecten die er nu staan. Ik denk en verwacht dat hij deze kwaliteiten ook bij de EBZ gaat inzetten. We zijn in Zuid-Holland steeds beter in staat om samen verder te komen, bijvoorbeeld met de Groeiagenda als scherpe, gezamenlijke strategie, maar ook met de circulaire agenda, de strategie voor de maakindustrie en de Human Capital Agenda. We moeten nu met elkaar de volgende fase in. Die vraagt nog veel meer effort om collectief de juiste stappen te zetten. Ik denk dat Ferrie er echt voor geknipt is om dat voor elkaar te boksen.”

Wat wil je Ferrie Förster meegeven?

“Blijf jezelf! Dat is in deze rol ontzettend belangrijk, in iedere rol overigens.”

Wat zijn twee persoonlijke lessen die je van boardleden hebt geleerd?

“Een is van Karel Luyben, Rector Magnificus Emeritus van de TU Delft. Hij leerde me dat elkaar informeren ook al een vorm van samenwerken is: een enorm belangrijke les.

En ik leerde iets moois van Bart van Zijll Langhout, toen Campuslead van Janssen: als we een kennismakingsgesprek hadden met nieuwe EBZ-leden, dan wilde ik laten zien wat de EBZ voor hen kon betekenen. Bart zei tijdens ons kennismakingsgesprek: “Dat is niet de reden dat ik hier aan tafel kom. Wij zijn een groot bedrijf en ik zie het bijna als een vorm van burgerschap dat wij als bedrijf actief deelnemen aan dit overleg. Daar maak ik geen winst- of verliesrekening van.” Dat vond ik een hele mooie gedachte en ik hoop dat er meer bedrijven zijn die op die manier in de wedstrijd zitten.

Naast deze twee lessen, heb ik van Jaap Smit, onze voorzitter, geleerd om voortdurend het ‘waarom’ en het ‘waar naartoe’ van de EBZ scherp op de radar te hebben. En om van daaruit de vergadering continu op scherp te houden.”

Waar zien we jou over vijf jaar?

“Ik verwacht dan nog steeds in de provincie te werken, omdat ik als inwoner van Zuid-Holland de beste bijdrage kan leveren. Ik heb een hart voor de regio en ik merk dat ik mijn werk een extra dimensie krijgt in de regio waar ik ook zelf woon. Dat geeft me energie.

Ik ben dan nog steeds bezig met de neuzen dezelfde kant op krijgen, voor grote maatschappelijke opgaves waar we hier in de regio het antwoord op kunnen vinden. Ik geloof er in om bestuur, strategie en uitvoering met elkaar te blijven verbinden. En de kracht van het ‘doen’: na een goed gesprek moeten we ook echt iets ondernemen.”

 

 

Een Leven Lang Ontwikkelen is een belangrijk speerpunt binnen de Human Capital Agenda. En dit vind je terug in het project ‘Crest’: Een collectief van organisaties, specifiek voor de maritieme- en offshore windindustrie met een aanbod van leiderschapprogramma’s waarbinnen ontwikkeling, persoonlijk leiderschap en innovatie de hoofdmoot zijn.

Er is een grote behoefte aan windturbines en overige offshore wind- en energieproducten. De vier bedrijven GustoMSC, Huisman, Jumbo en Mammoet uit het Vijfsluizen gebied in Schiedam, signaleerden dat de internationale concurrentie steeds meer toeneemt. Om de sterke positie te behouden is het continu opleiden en ontwikkelen van medewerkers essentieel. Dit sluit volledig aan bij route 1 van de Human Capital Agenda: een leven lang ontwikkelen.

Daarom is er met behulp van een kwartiermaker een plan van aanpak opgesteld voor dit nieuwe collectief met de naam Crest – Personal Leadership Collective. In dit plan is opgenomen hoe het collectief gevormd zou worden en zijn de leerbehoeftes van de medewerkers van de samenwerkende organisaties in kaart gebracht. Deze leerbehoeftes zijn duidelijk geworden door een groot aantal interviews te houden met verschillende groepen medewerkers. Het plan van aanpak en het daarbij behorende deelakkoord was de aanleiding voor de provincie Zuid-Holland om een subsidie te verstrekken van €236.000.

Binnen de programma’s staan persoonlijk leiderschap en innovatie centraal, uiteraard gekoppeld aan de energie- en maritieme sector. Het programma aanbod van Crest kenmerkt zich door co-creatie, (leer)experimenten en het leren van en met elkaar. Hiermee ontwikkelt het Schiedamse cluster zich verder tot dé hotspot voor maritieme en hoogwaardige constructieactiviteiten voor de wind op zee- en maritieme industrie binnen het Rotterdamse ecosysteem.

Seriena Bal, Programmadirecteur van Crest: “Standing on the crest of a wave, wil zeggen dat je je op de top van een golf bevindt. We define Crest as a collective wave; setting a new leadership wave in motion in the energy and maritime sector. En dat sluit volledig aan bij deze samenwerking en Crest. We maken een start in het Vijfsluizen gebied en kunnen niet wachten tot we ons kunnen gaan verbreden en in een nog groter gebied impact kunnen maken met Crest.”

Voor meer informatie zie; https://www.crestcollective.nl/

Een onstuimige wereld waarin er sprake was van een coronapandemie, waarin Brexit is geïmplementeerd, waarin de oorlog in Oekraïne economische gevolgen heeft, waarin inflatie ons allen, zakelijk en privé, bezig houdt en waarin we in groeiende sectoren grote personeelstekorten hebben. Onstuimig als thema voor de Economische Monitor Zuid-Holland kunnen we dus dubbel onderstrepen.

De belangrijkste economische inzichten

Wat heeft deze onstuimige omgeving voor invloed op de economie in Zuid-Holland? Om hier inzicht in te krijgen, is op 9 november de Economische Monitor Zuid-Holland gepresenteerd. Deze monitor biedt inzicht in economische kerncijfers van Zuid-Holland en in randvoorwaarden voor groei. We zien hierin terug dat de Zuid-Hollandse economie achter blijft binnen Nederland, maar harder groeit dan Europese vergelijkbare regio’s. Zuid-Holland is met provincie Noord-Brabant de provincie met de meeste vestigingen in de maakindustrie. De regio is zeer internationaal georiënteerd, maar er is een schaarste aan ruimte om grote projecten naar de regio te halen. Naast schaarste aan ruimte, zien we ook dat de krapte op de arbeidsmarkt in de regio is opgelopen tot een historisch hoog niveau. Het tekort aan vooral technisch geschoold personeel is groot en belemmert de uitvoering van bijvoorbeeld de energietransitie. De regio speelt met de Groeiagenda Zuid-Holland op al deze ontwikkelingen in en stimuleert een brede welvaart, wat met de onstuimige factoren een grote uitdaging is.

Doel van de Economische monitor

De monitor draagt eraan bij dat alle sleutelspelers in de regio een gedeeld beeld hebben waar Zuid-Holland nu staat en welke uitdagingen er op de regio afkomen. De vele informatie die gedurende het jaar versnipperd langskomt, is in deze monitor gebundeld. Op die manier kunnen we als regio met elkaar in gesprek over waar we naartoe willen streven. De monitor is essentieel om de doelen uit de Groeiagenda Zuid-Holland te realiseren.

Linco Nieuwenhuyzen, voormalig secretaris EBZ: “De cijfers in de monitor laten zien dat Zuid-Holland een aantrekkelijke regio is om oplossingen voor maatschappelijke opgaven te bedenken en te vermarkten. Kijk bijvoorbeeld naar de cijfers over scale-ups en investeringen van buitenlandse bedrijven. Dat is echt goed nieuws, want juist deze bedrijven zorgen voor economische groei, maatschappelijke impact en betekenisvol werk – belangrijke doelen van onze gezamenlijke Groeiagenda. Deze bedrijven gaan er hopelijk ook voor zorgen dat de achterblijvende private R&D-uitgaven omhoog gaan. Ook grote projecten vanuit onder andere het Groeifonds kunnen helpen om die trend te keren. Maar dan moeten we met elkaar wel zorgen voor voldoende goed opgeleide mensen en fysieke ruimte.”

De monitor heeft een focus op inzicht verkrijgen. Hiermee kunnen we de beelden die we van de regio hebben bijstellen of bevestigen. Het is een bron die gedurende het komende jaar leidend is, bijvoorbeeld voor het opstellen van het meerjarenplan (2023-2026) van InnovationQuarter.

Download hier de Economische monitor Zuid-Holland 2022.

De Human Capital Agenda werkt samen met 69 partners aan de verbetering van de arbeidsmarkt in de provincie Zuid-Holland. Een speerpunt binnen Human Capital is het personeelstekort in de bouw- en technieksector. Bouwend Nederland, Techniek Nederland, LeerWerkAkkoord Rotterdam en Economic Board Zuid-Holland hebben de handen ineen geslagen om hier verandering in aan te brengen, middels het project ‘Van Bank naar Bouw en Techniek’, het antwoord op personeelstekort in de bouw- en technieksector.

Door de nieuwe subsidie van € 93.000 vanuit de Provincie Zuid-Holland is het mogelijk om dit succesvolle project, wat in 2019 is gestart, voort te zetten en uit te breiden. Er worden bij de uitvoering extra activiteiten en inspanningen verricht om mensen die afvloeien uit een financiële sector te interesseren en te begeleiden bij het oriënteren en ontwikkelen voor een financiële functie in de bouw, infra- of installatietechniek. Hierbij wordt er naar reeds succesvolle zij-instromers gekeken als voorbeeld voor volgende kandidaten en bedrijven. Naast informatie, tools en bijeenkomsten voor kandidaten en bedrijven worden er inloopdagen georganiseerd en er is een intensieve samenwerking met het UWV en het RMT voor een overzicht van de opleidingsmogelijkheden.

Dit deelakkoord sluit naadloos aan op twee routes van de Human Capital Agenda (zie hier een overzicht van alle zeven routes), namelijk: route 2 ‘van werk naar werk’, waarbij het mogelijk wordt gemaakt dat werknemers kunnen overstappen van de ene sector naar een andere sector, en route 5 ‘meer mensen naar techniek’, waarbij het doel is om de instroom naar de technische branche te vergroten. Banen in de financiële sector dreigen te verdwijnen door automatisering en in de bouw- en technieksector is er juist een tekort aan financiële krachten. Met dit project slaan we de brug tussen deze constateringen.

Aad van Pelt, Strategisch Projectadviseur Human Capital: “We staan voor een aantal routes als projectteam aan de lat, twee daarvan zijn deze routes binnen de Human Capital Agenda van Zuid-Holland. Dit programma is een prachtig voorbeeld van hoe we daar op in kunnen spelen in onze provincie. Het is een schoolvoorbeeld van de overstap naar een andere sector, met behoud van je specialisme”.

Zie ook het nieuwsbericht en de website van Bouwend Nederland via: https://www.bouwendnederland.nl/actueel/nieuws/29177/van-bank-naar-bouw-en-techniek-verder-in-zuid-holland.

Wil jij als bedrijf, overheidsinstelling of onderwijsinstelling mee doen met de Human Capital Agenda? Neem dan contact met ons op via de contactgegevens van het programmateam op onze website