Het zal je maar gebeuren dat je als directeur van een groot onderhoudsbedrijf op een maandagmorgen wordt gebeld door de dochter van één van je medewerkers die al jarenlang bij je in dienst is. De dochter heeft maar één vraag: “Wil je alsjeblieft mijn vader ontslaan?” Bij doorvragen blijkt dat de medewerker (62 jaar oud) in het weekend niet zo gezellig meer is voor zijn gezin. Hij heeft heel veel last van zijn knieën en zijn rug. Ligt voornamelijk op de bank en is voor zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen niet meer de man die hij vroeger was. De dochter, ten einde raad, ziet nog maar één oplossing: hij moet stoppen met zijn huidige werk anders gaat het van kwaad tot erger. Dat zet de directeur tot nadenken over hoe deze medewerker met zijn specifieke skills en talenten nog wel behouden kan blijven voor haar bedrijf en mogelijk (tijdelijk) ingezet kan worden bij een ander bedrijf of zelfs in een heel andere bedrijfssector. Een intrigerend verhaal. Daarom zijn we blij om in dit artikel het mooie nieuws te delen: de Taskforce Human Capital heeft het deelakkoord ‘Sociale Circulariteit – De Nieuwe Arbeidsmarkt’ goedgekeurd! 

Met bovenstaand verhaal is het zaadje gepland voor het gedachtengoed van Amy Oerlemans, de directeur van Kloet Onderhoud B.V. in Vlaardingen. Oerlemans gaat hier verder over nadenken en spreekt erover met heel veel anderen: “We praten met elkaar al geruime tijd over een circulaire economie maar wat nou als we dit begrip ook eens bespreken vanuit een human capital perspectief?”.

Het startsein voor Sociale Circulariteit in Zuid-Holland

Dit is het begin geweest van het programma “Sociale Circulariteit”. Na een aantal verkennende gesprekken, hebben we als projectteam Human Capital van de Economic Board Zuid-Holland, één van onze kwartiermakers Eva Jeremiasse ingezet om ondersteuning te bieden bij de totstandkoming van een plan van aanpak en een concept deelakkoord Human Capital.

Een nieuw Human Capital Agenda (HCA)-deelakkoord waar we trots op zijn. Vernieuwing van HRM, als werkgevers gezamenlijk verantwoordelijk nemen voor mensen en medewerkers ook in staat stellen om eigen regie te nemen. Een geweldige nieuwe dimensie aan het begrip circulariteit: gezamenlijk zorgen voor sociale circulariteit door als werkgevers met elkaar te zorgen dat mensen duurzaam en passend bij hun talenten aan de slag kunnen blijven. Inclusief ontwikkelen van skills van medewerkers en matchen op skills en drijfveren, waardoor je talent voor de regio deelt en behoudt, arbeidsproductiviteit  verhoogt, uitval verlaagt en mensen zich optimaal en gelukkig kunnen ontplooien. Nu dit deelakkoord is goedgekeurd door de Taskforce Human Capital, kan subsidie aangevraagd worden bij de Provincie Zuid-Holland. Hierdoor is het startschot voor een circulaire arbeidsmarkt in de Waterwegregio nu écht gegeven.

Samenwerking in de Waterwegregio voor een nieuwe lokale en circulaire arbeidsmarkt

Het initiatief is ontwikkeld in samenwerking met Stichting De Riverboard, Kloet Onderhoud B.V. en de Tafel LLO van De Riverboard. De Riverboard is een samenwerking van bedrijven, overheden, onderwijsinstellingen en maatschappelijk organisaties in de Waterweggemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam.

In de Waterwegregio creëren bedrijven samen met onderwijs en overheid een nieuwe lokale en circulaire arbeidsmarkt met veilige en prettige mogelijkheden voor mensen om in beweging te komen en te blijven in huidige en nieuwe banen (intersectoraal). Er wordt de beste weg gezocht voor de mensen binnen de huidige beperkingen van wet- en regelgeving in het arbeidsmarktsysteem en de cultuuromslag van denken en doen die nodig is bij mensen en bedrijven als het gaat om leven lang ontwikkelen. De gezamenlijke aanpak is gebaseerd op denken vanuit skills (een combinatie van talenten, ambities en mogelijkheden) en de transities (technologisch, energie, maatschappelijk) die op bedrijven afkomen. Deze beweging in gang zetten kan een individueel (MKB)bedrijf niet alleen; dit gaan de partners samendoen in de Waterwegregio! Dit vertaalt zich naar buiten toe dat onder de naam “De Nieuwe Arbeidsmarkt (DNA)” en de pay-off “Lokaal Geluk Werkt!”.

 

Wil je meer weten over dit deelakkoord of even sparren?

Neem contact op met Aad van Pelt, Strategisch Projectadviseur Human Capital.

Shell Energy and Chemicals Park Rotterdam. Dat is de officiële naam van het enorme terrein dat voor velen nog steeds bekend staat als Shell Pernis. Het is de grootste raffinaderij in Europa en ook een locatie waar Shell werkt aan de energietransitie. Met als uiteindelijk doel: een einde aan de uitstoot – netto nul genoemd – in (uiterlijk) 2050. Pauline Buitink is sinds december 2022 de General Manager van Shell Energy and Chemicals Park Rotterdam. Historisch feit: zij is de eerste vrouw in deze positie. Sinds de zomer van 2023 is Pauline Buitink, als opvolger van voormalig Shell Nederland directeur Marjan van Loon, lid van de Economic Board Zuid-Holland (EBZ). In dit interview vertelt ze over haar persoonlijke achtergrond en werkervaring, de ontwikkelingen bij het bedrijf waar ze leiding aan geeft en haar visie op het belang van samenwerking met de EBZ en relevante partners in Zuid-Holland.

1987: Pauline Buitink studeert scheikundige technologie aan de Technische Universiteit van Delft. Haar afstudeerproject is bij Shell in Amsterdam en van het één komt het ander. Ze begint aansluitend aan haar opleiding een carrière. Eerst in verschillende technische banen. Van de pure chemie maakt ze daarna de overstap naar functies die meer over chemie tussen mensen gaan. Buitink: “Dat was een bewuste keuze, die je bij Shell op een bepaald moment kunt maken. Je kunt ervoor kiezen om in de techniek te blijven werken, maar ik koos voor het management. Dan krijg je steeds meer verantwoordelijkheid en groei je door als leidinggevende.”

Inmiddels werkt Pauline Buitink meer dan 25 jaar bij de onderneming. Jarenlang in Nederland, maar ook drie keer enkele jaren (ver) over de grens. Ze is verantwoordelijk voor het ontwerp van een Shell-fabriek in China en gaat, begin deze eeuw, vervolgens in dat land aan de slag om de plannen ook echt uit te gaan voeren.

“Ik ben 3,5 jaar bij het ontwerp van een Shell-fabriek in China geweest om ervoor te zorgen dat alles wat bij zo’n start-up komt kijken – technisch en ook qua opleiden van mensen – werd uitgevoerd.”

Ervaring als vrouwelijke techneut in het buitenland

Na een tussenfase in Nederland bij Shell in Amsterdam, vertrekt ze in 2015 voor een periode van vijf jaar naar Qatar, waar Shell benzine en andere brandstoffen maakt uit gas. Over die tijd zegt ze: “In Qatar had ik als technologie manager een hele mooie combinatie van een technische en een managementuitdaging, met een team van 80/90 mensen. Van tevoren hadden we gesproken over het feit dat ik een vrouw ben. Juist omdat er niet zoveel buitenlandse vrouwen werken, met name in technische beroepen, had ik daar een grote zichtbaarheid. Ik was één van de mensen die veel in overleg was met de Qatari’s en in de praktijk ging dat eigenlijk heel prima. Ik werd er gewaardeerd op mijn kennis en kunde.”

Na Qatar is Canada het volgende (en tot nu laatste) buitenland waar Pauline Buitink werkt. Daar is zij General Manager van een raffinaderij, ongeveer een vijfde van de grootte van die in Pernis. In de tijd dat ze daar werkt, laat ze binnen Shell weten dat zij en haar man, die bij haar was in China en Qatar, na al die jaren leven als ’expats’ graag weer terug zouden gaan naar Nederland.

Buitink: “Toen ik in China aan het werk kon, hebben mijn man en ik een grote keuze moeten maken. Hij heeft zijn baan opgezegd. Gelukkig kon hij in China ook aan de slag en hij was er voor de kinderen, een tweeling, toen één jaar oud. Terug in Nederland was mijn man een ‘stay at home dad’, weer een bewust besluit. Ook de keuze om naar Qatar te gaan, hebben wij gezamenlijk gemaakt. De tweeling was toen dertien. We hebben ze niet mee laten beslissen, maar ik kan wel zeggen dat zij daar een bredere kijk op de wereld hebben ontwikkeld. Wij hebben met elkaar in het buitenland hele goede tijden gehad.”

Het doel moet in 2050 worden bereikt

Sinds december 2022 is Pauline Buitink General Manager Shell Energy and Chemicals Park Rotterdam. Een gigantisch complex, met een enorme raffinaderij waar per dag 405.000 vaten olie worden verwerkt en met fabrieken voor chemicaliën. Er staat ook een groot kantoorgebouw, waar Pauline Buitink zetelt. Wie er de trap neemt, wordt gevraagd (of eigenlijk verplicht) de leuning vast te houden. Veiligheid is op het hele terrein een belangrijk aandachtspunt, voor Shell-mensen en voor bezoekers. Als General Manager is Buitink voortdurend bezig met veiligheid en betrouwbaarheid en ook – Shell is onderaan de streep een onderneming – met de manier waarop geld wordt verdiend. “Daarnaast hebben we, en dat vind ik het mooie van onze ‘site’ en ons bedrijf, ook de ambitie om aan de energietransitie te werken. We willen naar netto nul emissie. Zo willen we onze eigen uitstoot bij de productie naar nul brengen en ook stoppen met het maken van producten uit fossiele grondstoffen. Dat is niet iets wat we alleen maar zeggen, we werken er al volop aan. Het doel moet in 2050 zijn bereikt.”

Shell zet vol in op groene waterstof

Op weg naar het doel maakt Shell Pernis Energy and Chemicals Park Rotterdam (logischerwijs) gebruik van het voordeel dat de onderneming midden in het haven-industrieel complex van Zuid-Holland ligt. Om de productie van de raffinaderij schoner te maken, gaat Shell groene waterstof van een door de onderneming zelf gebouwde fabriek op de Maasvlakte gebruiken. Het windenergieproject waarmee de stroom voor de waterstoffabriek wordt gemaakt, is ook een investering van Shell.

Op het complex van Shell Pernis Energy and Chemicals Park Rotterdam wordt gewerkt aan een fabriek voor biobrandstoffen, die met name bedoeld zijn voor transportmiddelen van klanten die minder makkelijk zijn te elektrificeren, zoals grote vrachtwagens en vliegtuigen. De capaciteit van de biobrandstoffenfabriek is vergelijkbaar met de reductie in uitstoot van één miljoen personenauto’s. Ander feit: een kwart van de CO₂-uitstoot van de raffinaderij zal worden afgevangen en (via het Porthos-project van onder andere het Havenbedrijf Rotterdam) worden opgeslagen onder de Noordzee.

In tijden van klimaatverandering en toenemend protest tegen het gebruik van fossiele grondstoffen kan de vraag worden gesteld: kan die verduurzaming niet sneller? Pauline Buitink: “We kunnen onze site uitzetten, maar dan is het gebruik van fossiel nog niet gestopt. Uiteindelijk willen we allemaal naar netto nul uitstoot, maar je hebt het hier wel over enorme strategische beslissingen en miljarden investeringen. Zo’n waterstoffabriek, dat kun je door de hoge kosten één keer doen, niet ineens 3 of 4 keer. We zijn nu zelf onze enige klant. Wij hebben ons pad naar netto nul uitgezet en daar willen we ons aan houden. Maar, en dat bleek ook weer tijdens de klimaattop in Dubai, je moet het wel met de hele wereld doen.”

Verschil maken als Shell-vertegenwoordiger in de Economic Board Zuid-Holland

Namens Shell is Pauline Buitink lid van de Economic Board Zuid-Holland (EBZ). Op het moment van het interview heeft zij twee EBZ-vergaderingen en een diner achter de rug en kan zij haar eerste ervaringen en gedachten delen. Zij vindt het vanuit persoonlijk perspectief aantrekkelijk om meer kennis op te doen van en begrip te krijgen voor alles wat er op economisch gebied in Zuid-Holland gaande is. “Ik kom zelf niet uit Zuid-Holland, maar ik krijg zo een mooi beeld van het stakeholderlandschap. Dat is interessant. Zo kwam ik tijdens Het Diner de directeur van Rotterdam-The Hague Airport tegen – Wilma van Dijk – en met haar sprak ik over de verduurzaming van de luchtvaart.”

Dan, vanuit het bedrijfsperspectief: “Shell heeft, om het zo te zeggen, een stevige ‘footprint’ in Zuid-Holland, niet alleen hier in Pernis, maar ook in het centrum van Rotterdam en Den Haag. Wij vinden daarom dat wij als Shell een rol te spelen hebben in de Economic Board Zuid-Holland. Ik vertegenwoordig het hele bedrijf. Ik zit niet in de EBZ, omdat wij er als Shell iets uit willen halen, wel om, samen met anderen, Zuid-Holland te helpen met het halen van de doelen die we willen bereiken. Niet als leuk praatgroepje op de donderdagmiddag, maar om echt sturing te geven en, door inzet van de beschikbare kennis en kunde, het verschil te maken. En door met elkaar vast te stellen en te werken aan wat noodzakelijk is in Zuid-Holland, waar het zwaartepunt van de industrie van Nederland ligt. Dat collectief doen, kan echt helpen.”

Groeiagenda Zuid-Holland

Buitink ziet in de combinatie en de samenwerking van het bedrijfsleven, de overheden en kennisinstellingen in de EBZ een grote meerwaarde. Op de vraag wat er mogelijk gebeurt als er geen EBZ zou zijn, zegt ze dat er dan versnippering dreigt. “Een gezamenlijke aanpak maakt een grotere impact. Wij hebben als EBZ met de Groeiagenda Zuid-Holland duidelijk aangegeven waar we als Zuid-Holland beter in willen worden en in welke ‘takken van sport’ we willen groeien. Dan heb ik het over medewerkers (human capital) en de vraag hoe onze werkgelegenheid van de toekomst eruitziet. En bijvoorbeeld ook over de vraag hoe we de energietransitie doorzetten. Het gaat erom dat we samen stappen zetten om verbeteringen te maken. We hebben in Zuid-Holland een diversiteit aan bedrijven en instellingen en de kunst is met elkaar ervoor te zorgen dat je daarbij een goede gemene deler vindt.”

In een tijd waarin Nederland voor grote uitdagingen staat, is er een dringende behoefte aan een gezamenlijke visie op de toekomst. Binnenkort vergadert de Tweede Kamer over het verdienvermogen van Nederland: een cruciaal moment waar de grote opgaven worden besproken. Om deze reden presenteren we als EBZ – juist nu – drie concrete adviezen aan de Tweede Kamer met betrekking tot Infrastructuur, Industriebeleid en Innovatie. Door voort te bouwen op onze strategische geografische ligging en de hier aanwezige sleuteltechnologieën kunnen we floreren. Laten we samen werken aan een veerkrachtig Nederland dat klaar is voor de uitdagingen en kansen die de toekomst biedt.

De Tweede Kamer debatteert binnenkort over het verdienvermogen van Nederland. Een cruciaal onderwerp voor onze toekomst. We staan namelijk voor grote opgaven. De bestaanszekerheid van mensen staat onder druk en ondernemingen moeten veel veranderingen doorvoeren om fit te zijn voor de economie van de toekomst. De politiek staat voor belangrijke keuzes die van invloed zijn op ons allemaal. Gelukkig hebben we ook veel in huis om samen de uitdagingen aan te kunnen. Strategisch gelegen aan het begin van meerdere Europese transportcorridors én met de aanwezigheid van sleuteltechnologieën die essentieel zijn voor ons welzijn, onze welvaart en onze weerbaarheid, heeft Nederland de mogelijkheid om geopolitieke stormen goed te doorstaan. Dit vraagt wel om slim, samenhangend beleid en strategische investeringen. In Zuid-Holland werken private en publieke sleutelspelers intensief samen om de economie te vernieuwen, versterken en toekomstbestendig te maken, maar de nationale opgaven kunnen wij natuurlijk niet alleen aan. Daarom werken wij graag samen met de Rijksoverheid.

Ondernemingen, kennisinstellingen en overheden uit Zuid-Holland, verenigd in de Economic Board Zuid-Holland, geven graag drie concrete adviezen aan de Tweede Kamer: 

#1. Infrastructuur: maak deze toekomstbestendig

Zonder energie komt alles tot stilstand en daarom is netcongestie zo’n groot probleem. Versnelde uitbreiding en verzwaring van het elektriciteitsnet en het slim gebruik maken van alle beschikbare toekomstbestendige energievormen is dus pure noodzaak. Daarnaast moet er een goede grondstoffen- en digitale infrastructuur zijn die bijdraagt aan energiezekerheid, energieveiligheid en onafhankelijkheid. Verder moet er ruim baan gegeven worden voor innovaties op het gebied van lokale energiehubs en slimme energienetwerken. Tot slot zijn ook investeringen in spoor-en weginfrastructuur essentieel voor de bereikbaarheid van woningbouwlocaties, bedrijventerreinen en draagt fysieke mobiliteit bij aan sociale verbindingen.

#2. Industriebeleid: stel het toekomstig verdienvermogen van Nederland veilig

Schaarse ruimte vraagt om ruimtelijk ordening die gericht is op transities. Zo krijgt de industrie ruimte om zich te richten op toekomstbestendige verdienmodellen. Daar hoort ook een kenbaar, betrouwbaar en voorspelbaar overheidsbeleid bij dat bijdraagt aan een goed investeringsklimaat, inclusief financiële en fiscale instrumenten voor een gezond vestigingsklimaat.

#3. Innovatie: maak gebruik van aanwezige sleuteltechnologieën voor weerbaarheid 

Voor goed onderwijs, onderzoek en ontwikkeling zijn voldoende investeringen noodzakelijk. Er moet een tandje bij. Voor de arbeidsmarkt is de belangrijke vraag: hoe blijft het juiste talent beschikbaar? Waar is om- en bijscholing mogelijk en waar is internationaal talent pure noodzaak?

Extra aandacht voor Zuid-Hollandse innovatieclusters in de aanloop naar het Commissiedebat

Tot slot heeft Nederland een aantal innovatieclusters die steun verdienen van de Rijksoverheid omdat zij beschikken over sleuteltechnologieën voor het oplossen van (inter)nationale vraagstukken. In Zuid-Holland gaat het daarbij om:

  • Lucht- en ruimtevaarttechnologie: technologie en informatie voor veiligheid, communicatie, landbouw en waterbeheersing. Denk aan laser-satellietcommunicatie, maar ook aan drones en duurzame vliegtuigtechnologie.
  • Biotech en gezondheid: biotechnologie levert een belangrijke bijdrage aan nationale en internationale doelstellingen op onder meer het terrein van gezondheid (denk aan nieuwe cel- en gentherapieën voor patiënten met een tot voor kort moeilijk of niet te behandelen ziekte), circulaire economie (denk aan CO2-reductie en biodiversiteitsbehoud) en verduurzaming en transformatie van voedselproductie (denk aan klimaatresistente gewassen en vervanging van dierlijke eiwitten).
  • Chemische technologie: de chemische industrie maakt de grondstoffen voor alle dagelijkse producten én is daarmee een belangrijke toeleverancier voor de maakindustrie en andere sectoren. Geef de sector een betrouwbaar groeipad voor circulaire en biobased grondstoffen. Dit biedt bedrijven de zekerheid om te investeren en verder te verduurzamen. Op deze manier ontstaat er een toekomstbestendige sector die zorgt voor duurzame producten én strategische autonomie.
  • Digitaal: robotica, artificiële intelligentie en 5G die de mens ondersteunt in bouw, industrie, infra en zorg. Hiermee kunnen producten en diensten slimmer en sneller geleverd worden, zodat er minder werknemers nodig zijn en de arbeidsproductiviteit wordt verhoogd. Cybersecurity is in de hele digitale keten essentieel.
  • Glastuinbouw: technologie voor productie van gezond eten, overal: 80% wereldwijde kassen op basis van Nederlandse technologie en 40% mondiale groentezaden. Hiermee wordt niet alleen bijgedragen aan de voedselzekerheid in Nederland, deze kennis kan over de hele wereld worden verkocht en ingezet.
  • Maritiem & Offshore: Nederlandse maritieme kennis biedt kansen in (aanleg voor) energieproductie en -transport (systemen en vaartuigen). Daarnaast gaat het om de bescherming van vitale functies op zee. Nederland is het maritieme centrum van Europa en het hart van het cluster bevindt zich in Zuid-Holland: van de Tweede Maasvlakte tot aan Gorinchem.
  • Quantum en Semicon: sleuteltechnologie voor veiligheid en beleid gebaseerd op de best beschikbare informatie over doelmatigheid en doeltreffendheid. Waar een gewone computer miljoenen jaren voor nodig heeft, kan een quantumcomputer dat straks binnen enkele minuten. Bijvoorbeeld onderzoek naar nieuwe medicijnen of materialen, het extreem goed beveiligen van een netwerk of het verhogen van het rendement van zonnepanelen of kunstmest. Nederland loopt (nog) voorop in de ontwikkeling van deze veelbelovende technologie, en dat biedt unieke kansen op een duurzaam verdienvermogen.

De oproep van Economic Board Zuid-Holland sluit goed aan bij het missiegedreven innovatiebeleid. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat schrijft daarover: In het missiegedreven innovatiebeleid werken overheid, bedrijfsleven, kennisinstellingen en andere stakeholders samen aan innovatie voor economische en maatschappelijke impact. Dit doen we aan de hand van missies. Deze inzet bundelen we in gezamenlijke Kennis- en Innovatieagenda’s (KIA’s). Departementen kunnen de missies daarnaast ook inzetten als richtinggevend kader voor hun publieke inzet op kennis en innovatie. Het Kennis en Innovatieconvenant (KIC) weerspiegelt de inzet en de middelen die publieke en private partners bundelen voor onderzoek en innovatie op de missies. Op deze manier kunnen we met innovatieve oplossingen nationaal en internationaal bijdragen aan maatschappelijke uitdagingen en zo economische kansen verzilveren.

 

© Op de foto: ABB robot

Vanuit de Human Capital Agenda (HCA) Zuid-Holland zetten we actief in op onze Learning Community Human Capital. Daarom organiseren we meerdere keren per jaar een inspiratiesessie, waar de kwartiermakers en projectleiders van diverse HCA-projecten bij elkaar komen. Het doel? Gezamenlijk groeien door het uitwisselen van ideeën en ervaringen. Maar zeker ook: hoe kunnen we samenwerking en samenhang creëren om versnippering tegen te gaan. Samen streven we naar een toekomstbestendige en veerkrachtige arbeidsmarkt in Zuid-Holland. De meest recente sessie vond plaats op 2 november in het Provinciehuis in Den Haag, voorafgaand aan het grote human capital partner event. Tijdens deze sessie stond centraal hoe we MKB-bedrijven effectief kunnen bereiken en efficiënt met ze kunnen samenwerken. Om de ambities van de HCA te verwezenlijken – denk aan het laten uitblinken van Zuid-Holland op gebied van Leven Lang Ontwikkelen – is een speciale focus op het MKB vereist. Het MKB is immers de motor van de Nederlandse economie.

Ondanks het barre weer en onverwachte weeralarm overtrof de opkomst onze verwachtingen, een duidelijk bewijs van de gedrevenheid binnen de Community. Een speciaal dankwoord willen we richten aan @René Vollenbroek van NLwerktaanwerk, die als moderator de dialoog leidde, en aan @Diana de Winter, die ons meenam in de successen en uitdagingen van de IT Campus (MKB Digiwerkplaats Rijnmond) in het bereik van en samenwerking met het MKB.

Wat zijn dé “to do’s” om MKB-bedrijven effectief te bereiken en effectief met ze samen te werken?

Het centrale vraagstuk “Hoe kunnen we MKB-bedrijven effectief bereiken en effectief met ze samenwerken?” bracht concrete inzichten voort tijdens levendige intervisies en een plenaire wrap-up. De AIDA-benadering kwam naar voren als dé benadering om te komen tot duurzaam intensiever bereik en activering (leercultuur) van het MKB. Oftewel, van Awareness, via Interest, naar Desire, resulterend in Action. Ook kwamen er in de intervisiegroepjes mooie en heldere “do’s” naar voren. Denk aan: 1) Spreek de taal van het MKB, 2) Zorg voor de “What’s in it for me” en 3) Sluit aan bij goede, al bestaande MKB-Netwerken.

Toekomstgerichte arbeidsmarkt vereist speciale focus op het MKB

De HCA-ambities om 1) Zuid-Holland te laten uitblinken in Leven Lang Ontwikkelen (LLO), 2) de meest veerkrachtige arbeidsmarkt van Nederland te worden en 3) het tekort aan personeel terug te dringen, vereisen een brede actieve leercultuur met speciale focus op het MKB. De recente bijeenkomst legt de basis voor het vervullen van deze ambities, waarbij continue investeringen in relatienetwerken met het MKB van essentieel belang zijn. De bijeenkomst diende als een strategische aftrap om te beginnen met het verkennen van dit thema, dat nog uitgebreider besproken moet worden in de toekomst. We kijken er daarom naar uit om verdere stappen te zetten in de komende sessies.

Waarom deze Learning Community Human Capital?

De Learning Community Human Capital is in het leven geroepen om van elkaar te leren, te verbinden, samen ideeën te ontwikkelen en de vliegwielfunctie van de HCA initiateven te versterken. De Learning Community leidt tot een ondernemende olievlek vanuit de lopende en in voorbereiding zijnde HCA deelakkoorden. Dit sluit aan bij onze twee sporen strategie, waarin we focussen op DOEN en BOUWEN. Hierbij is het DOEN gericht op direct resultaat: concrete deelakkoorden met kwantitatieve targets. Daarnaast BOUWEN we aan duurzame impact door een structuurversterkende aanpak: de HCA inzetten voor meer samenwerking en samenhang van initiatieven in Zuid-Holland. Meer over onze twee sporen strategie lees je hier.

Afgelopen donderdagavond was het zover: de vierde editie van Het Diner, hét jaarlijkse regio-evenement waar Zuid-Hollandse sleutelspelers uit bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden bijeenkomen. Het Diner vond plaats op een inspirerende locatie, namelijk het Depot Boijmans van Beuningen in Rotterdam. In samenwerking met de provincie Zuid-Holland, InnovationQuarter, de gemeente Rotterdam en de gemeente Den Haag organiseert de EBZ dit evenement één keer per jaar. Ook dit jaar was het een geslaagde editie, gekenmerkt door boeiende toespraken, waardevolle ontmoetingen en niet te vergeten een smaakvol diner.

Tijdens het diner werden inspirerende inzichten gedeeld door: Jaap Smit (EBZ-voorzitter en Commissaris van de Koning), Ludo Baauw (CEO van Intermax) en Jeroen van den Hoven (professor Ethiek & Technologie bij de TU Delft). De avond werd afgesloten met een bijzondere muzikale bijdrage van het trio Ponta Alberta, bestaande uit drie internationale studenten van Codarts: Renzo uit Uruguay, Rafael uit Portugal en Lydia uit Griekenland. Onze oprechte dank gaat uit naar de medeorganisatoren en de aanwezigen die hebben bijgedragen aan deze onvergetelijke avond!

In aanloop naar de verkiezingen

Vandaag vinden de Tweede Kamerverkiezingen plaats. Voor realisatie van noodzakelijke economische en infrastructurele veranderingen heeft de EBZ de afgelopen jaren steun gekregen vanuit de nationale politiek en de Rijksoverheid. Het is belangrijk dat we verder investeren in vernieuwing en daarnaast innovatie niet opofferen voor opportunistische korte termijn doelen. We hopen dan ook in de komende jaren onze goede samenwerking met de nationale politiek en de Rijksoverheid voort te kunnen zetten, want we hebben elkaar hard nodig. Met het oog op de aankomende verkiezingen deelden drie sprekers hun verhaal.

Aan het woord: Jaap Smit over nationale opgaven 

De avond werd afgetrapt door Jaap Smit, EBZ-voorzitter en Commissaris van de Koning in Zuid-Holland. Hij benoemde dat in deze tijd van geopolitieke spanningen en transities behoefte is aan groot denken. Dat geldt ook voor onze provincie waar een aantal grote nationale opgaven speelt. Met de Groeiagenda Zuid-Holland dragen we als EBZ bij aan deze nationale opgaven. De Groeiagenda hebben we in 2021 opgesteld en is gericht op innovatie en vernieuwing in onze regio.

De nationale opgaven, zoals afgelopen donderdag geformuleerd door Jaap Smit zijn de volgende:

  • Woningbouw: in dit gebied moeten in de komende tien jaar 250.000 woningen komen, meer dan 25% van de nationale woningbouwopgave.
  • Brede Welvaart: Zuid-Holland heeft regio’s met laagste brede welvaart van Nederland
  • Mobiliteit: de top-5 van de bereikbaarheidsknelpunten van Nederland bevindt zich in Zuid-Holland.
  • Klimaat: Zuid-Holland is verantwoordelijk voor 1/3 van de nationale CO2-uitstoot.
  • Strategische autonomie: Zuid-Holland is een provincie met een aantal sterke economische sectoren. Sleuteltechnologieën uit die sectoren zijn van groot belang voor de strategische autonomie van Nederland en de EU.

Met welke concrete doelstellingen draagt de Groeiagenda Zuid-Holland bij aan de oplossing van deze nationale opgaven?

  • 40% van de nationale opgave voor CO2-reductie
  • 15% productievere beroepsbevolking
  • 25% van de nationale woningbouwopgave (250.000 woningen in tien jaar)

En tot slot: welke 3 kernboodschappen heeft Jaap Smit voor de nieuwe Tweede Kamerleden en het nieuwe kabinet?

  1. Bezuinig niet op innovatieve fondsen; die verdienen zichzelf terug.
  2. Als écht Elke Regio Telt, moeten we ook aandacht hebben voor de armste gebieden in Nederland, die liggen in de Randstad.
  3. Koester de industrie met bijbehorende kennisnetwerken als drijvende krachten voor vernieuwing en innovatie.

Ludo Baauw aan het woord met een ondernemersvisie

De tweede spreker was Ludo Baauw, CEO van Intermax, een Rotterdams IT-bedrijf. Hij vertelde over het ontstaan van zijn bedrijf in de tijd dat er nog geen internet was. De uitdagingen waar hij als ondernemer tegenaan is gelopen, zoals regeldruk, personeelstekort, opportunisme en onvoorspelbaarheid. En de kansen die hij ziet op het gebied van vertrouwen en samenwerken, delen en accepteren en keuzes maken. Hij deed een oproep voor het benoemen van een Minister van Digitale Zaken en benadrukte tevens het belang van opleiden en internationaal talent voor bedrijven. Dit zou de nieuwe Tweede Kamer juist moeten stimuleren in plaats van afremmen.

Professor Jeroen van den Hoven over de kansen en bedreigingen van AI

De laatste spreker was Jeroen van den Hoven, professor Ethiek & Technologie aan de TU Delft. Hij vertelde over innovatie in de tijd van artificiële intelligentie. De bedreigingen die artificiële intelligentie met zich meebrengt, maar ook de kansen die het biedt voor bedrijven om op een verantwoorde manier te innoveren en voorbeelden van startups die dit al succesvol doen.

Met de waardevolle ontmoetingen nog vers in ons geheugen, kijken we terug op een geslaagde vierde editie van Het Diner in de ambiance van het Depot Boijmans Van Beuningen. We zijn dankbaar voor de bijdragen van sprekers Jaap Smit, Ludo Baauw en Professor Jeroen van den Hoven, die elk vanuit hun eigen expertise een verrijkend perspectief boden op de nationale opgaven en kansen voor innovatie. Met de verkiezingen in aantocht en een heldere focus op de toekomst, kijken we uit naar een volgende editie van Het Diner. Alleen samen kunnen we de uitdagingen van onze regio doorgronden. We hopen dat het momentum van deze avond leidt tot vruchtbare samenwerkingen die zullen bijdragen aan het vernieuwen, verduurzamen en versterken van de economie en het vestigingsklimaat in Zuid-Holland.

Nederland staat voor een reeks immense uitdagingen, en technologische innovatie speelt hierbij een cruciale rol. Tegelijkertijd worstelen we met een schrijnend tekort aan technisch talent. In dit licht was het slim dat Nederland het initiatief nam om internationaal talent aan te trekken door middel van een gunstige fiscale regeling, beter bekend als de “expatregeling” of de “30%-regeling.” Het succes van deze regeling heeft zelfs andere landen geïnspireerd om soortgelijke maatregelen te implementeren. Bovendien heeft Nederland de reputatie van een land met een stabiele en betrouwbare overheid en voorspelbaar beleid.

Aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden onmisbaar voor internationaal talent

De officiële naam is ‘regeling voor extraterritoriale kosten voor ingekomen werknemers’ (EKIW). Deze fiscale regeling werd in 1964 geïntroduceerd om vooral expats die in Nederland komen werken en extra kosten moeten maken, zoals verhuiskosten, tegemoet te komen. Werkgevers krijgen de mogelijkheid om maximaal 30 procent van het salaris belastingvrij uit te keren aan hun buitenlandse werknemers die tijdelijk in Nederland werken. Dit resulteert in een hoger nettosalaris voor de expats. Werken in Nederland werd hierdoor aantrekkelijker gemaakt voor buitenlandse werknemers. Als EBZ stimuleren we dit van harte: we kunnen niet zonder internationaal talent en daar zijn aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden voor nodig.

30%-regeling onder vuur

In 2019 heeft Nederland de regeling echter al op basis van internationale vergelijkingen teruggebracht, waardoor buitenlandse werknemers sindsdien maximaal 5 jaar in plaats van 8 jaar van deze regeling gebruik kunnen maken. Nu heeft de Tweede Kamer, zonder verder onderzoek af te wachten en zonder organisaties te raadplegen waarvan personeel gebruikmaakt van deze regeling, besloten om deze regeling te versoberen.

Eerder hebben onderzoekers, leraren, regionale ontwikkelingsmaatschappijen, arbeidsmarktspecialisten, werkgevers, industrieverenigingen en vele anderen zich al uitgesproken tegen dit ondoordachte plan. Voor kleine, gespecialiseerde bedrijven is dit bijzonder problematisch omdat zij simpelweg internationaal talent nodig hebben en concurreren op een internationale markt. Het opofferen van de expatregeling zou, volgens het plan, geld opleveren om de rente op studieleningen op 0% te houden. Maar vermeende toekomstige belastinginkomsten zijn een utopie, omdat minder internationaal talent voor Nederland zal kiezen. De uittocht van regionale hoofdkantoren is al begonnen en succesvolle Nederlandse startende bedrijven moeten noodgedwongen naar het buitenland uitwijken, anders gaan ze hier ten onder. De Tweede Kamer slacht de gans met de gouden eieren.

Vadim Lazuko, medeoprichter van InspireXchange: “InspireXchange is een digitale accelerator die onlangs van start is gegaan. Van daaruit heb ik dagelijks contact met startups en scale-ups en pleit ik voor hun vestiging in Nederland. Mijn rol bestaat er vaak uit om deze bedrijven te overtuigen om hierheen te verhuizen, en ik ben erachter gekomen dat de 30%-regeling een cruciale factor is in hun besluitvormingsproces. Daarom is het behouden en verbeteren van prikkels voor expats niet alleen gunstig, maar ook essentieel voor ons voortdurende succes bij het aantrekken van internationaal talent.”

Lakuzo vervolgt: “Tien jaar geleden ben ik verhuisd naar Nederland, een reis die gepaard ging met ongemak en aanzienlijke kosten. Gezien de toenemende concurrentie om talent en de economische expansie tussen de EU-landen is het absoluut noodzakelijk dat het Nederlandse beleid niet alleen de uitdaging aangaat, maar deze ook overtreft. Dit zou ook betere prikkels moeten omvatten voor expats die vaak met aanzienlijke extra kosten te maken krijgen en als gevolg daarvan andere landen kunnen verkiezen boven Nederland.”

Na onverwachte technische problemen is het nu duidelijk geworden dat de geplande renteverlaging voor studieschulden in 2024 niet gerealiseerd kan worden. De dubieuze koppeling van deze twee vraagstukken staat daarmee op losse schroeven.

Onze oproep

We zijn graag bereid de Nederlandse overheid te ondersteunen bij het oplossen van technische problemen, maar hiervoor is internationaal talent van essentieel belang. De energietransitie, digitalisering en andere innovaties zullen stagneren zonder toegang tot internationaal talent. Daarom roepen we de leden van de Eerste Kamer op om het voorstel om deze regeling te versoberen te beoordelen op kwaliteit en daarom tegen te stemmen. Het behouden van de 30%-regeling is van vitaal belang voor de innovatie en economische groei van Nederland.

Goed te zien dat het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat het probleem van netcongestie onderkent en maatregelen neemt. Ook de netbeheerders onderkennen dit probleem. Om onze klimaatdoelen te halen is elektrificatie noodzakelijk en dat vraagt om netverzwaringen. Alle scenariostudies voor de komende jaren laten een significante groei van het elektriciteitsgebruik zien, zelfs als maximaal wordt ingezet op efficiëntiemaatregelen. De beschikbaarheid en betaalbaarheid van (groene) elektriciteit speelt een sleutelrol in de transitie van bedrijven van fossiele energie naar hernieuwbaar. Dit geldt met name voor de energie-intensieve industrie die moet opboksen tegen regio’s in de wereld waar energie (groen of niet) significant goedkoper is.

Versnelling van procedures en vergunningverlening is een goede zaak, niet alleen voor uitbreiding en verzwaring van het elektriciteitsnetwerk, maar ook voor andere Daarom pleiten wij ervoor om dwingende maatregelen voor het bedrijfsleven hand in hand te laten gaan met de beschikbaarheid van groene elektriciteit. projecten die de energietransitie ten goede komen. We maken ons wel zorgen over de snelheid waarmee dat gaat. In andere sectoren, zoals de woningmarkt, blijkt dat versnellen soms niet zo snel gaat. Daarom pleiten wij ervoor om dwingende maatregelen voor het bedrijfsleven hand in hand te laten gaan met de beschikbaarheid van groene elektriciteit. Bedrijven belasten voor CO2 uitstoot, terwijl er geen alternatief voorhanden is, zal ten koste gaan van de economische bedrijvigheid en het vestigingsklimaat in de regio en in Nederland. Hierbij verwijzen we naar onze doelstelling rondom CO2-reductie – namelijk 40% van de nationale opgave – waar we ons samen met meer dan tachtig partners van de Groeiagenda Zuid-Holland hard voor maken.

“Als EBZ pleiten we ervoor om dwingende maatregelen voor het bedrijfsleven hand in hand te laten gaan met de beschikbaarheid van groene elektriciteit.”

In diverse media wordt gesproken over orthodoxe maatregelen op het gebied van de verplichting tot flexibilisering van grootverbruikers. Hier vragen we aandacht voor die bedrijfsprocessen, met name in de procesindustrie, met een zeer beperkt op- en afregelvermogen.

Het is dan ook zaak om realistisch te blijven in wat haalbaar is en wat het tempo van de energietransitie is, anders worden we geconfronteerd met een onbetaalbaar systeem en schade aan bedrijfstakken welke we in decennia hebben opgebouwd. We hebben ondernemingen nodig om te investeren in elektrificatie en daarvoor moet er wel verdienvermogen en perspectief op aansluiting zijn. Goed dat de overheid investeert in energiehubs, innovatie en andere maatregelen. Vanuit de Economic Board Zuid Holland vragen wij wel om oog te hebben en te houden voor het huidige en toekomstig verdienvermogen: zeker als het gaat om behoud van cruciale keten en ecosystemen. Wij roepen dan ook op om bij deze ingewikkelde transitie goed in gesprek te gaan met de regio’s en de bedrijven.

 

Als reactie op dit vandaag gepubliceerde artikel van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Wat we vanuit de Human Capital Agenda (HCA) Zuid-Holland sterk stimuleren, is het ontwikkelen van een brede, actieve leercultuur. Daarom ondersteunen we een bijzondere samenwerking van vijf ROC’s in Zuid-Holland. Gezamenlijk bieden ze uitgebreide Leven Lang Ontwikkelen (LLO) programma’s aan, met focus op Techniek, Zorg, Sociaal Domein en Taal. Hiermee rijst de vraag of een dergelijke alliantie ook potentie heeft voor het het hoger onderwijs (hbo). Het antwoord is eenduidig: jazeker! We willen deze samenwerking graag uitbreiden naar het hbo en private aanbieders, met als doel een effectieve en stimulerende leeromgeving te creëren voor iedereen, te midden van de huidige economische veranderingen en innovaties in Zuid-Holland. De HCA zet zich in voor deze ambitieuze agenda, onder leiding van Harry de Bruijn, om bedrijven en inwoners te ondersteunen in hun voortdurende ontwikkeling.

We ondersteunen dus een unieke alliantiebouw in Zuid-Holland, waar bedrijven, werkenden en andere inwoners van de hele provincie zullen profiteren. Alle vijf ROC’s in Zuid-Holland gaan – met ondersteuning vanuit de HCA – gezamenlijk als publieke opleiders brede LLO dienstverlening aan bedrijven en mensen aanbieden. Één organisatie en één centraal loket (LLOket) voor LLO in Zuid-Holland, met daarachter een breed gezamenlijk opleidingsaanbod. De meerjarige samenwerking werd op 31 januari aangekondigd via een intentieovereenkomst. Het gaat in het bijzonder om de vormgeving van niet-bekostigd onderwijs, maatwerk BBL-programma’s en succesvolle PPS-constructies (verdere opschaling).

Het LLOket kent vier centrale speerpunten: Techniek, Zorg, Sociaal Domein en Taal. Na en tijdens het neerzetten van de LLO alliantie van het mbo, zal ook de samenwerking worden gezocht met het groene mbo, de vakscholen, het hbo en met private aanbieders. Aldus ontstaat de voor bedrijven en inwoners effectieve, transparante en stimulerende leeromgeving, die nodig is om te innoveren en om iedereen mee te nemen bij de (economische) transities.

Van samen bouwen naar doen: concrete scholingsprojecten

Het Zuid-Hollandse Human Capital beleid kent twee sporen: doen en bouwen. Het grijpt in elkaar, is met elkaar verweven. Vanuit de HCA van de Economic Board en provincie Zuid-Holland is besloten om de krachten te bundelen (bouwen-spoor). Daarom stellen we namens de HCA een kwartiermaker beschikbaar, namelijk Harry de Bruijn. Hij heeft het vertrouwen van alle ROC-besturen en gaat ervoor zorgen dat de samenwerking gaat vliegen. Daarbij gaat het om planvorming en om het voorbereiden van concrete gezamenlijke scholingsprojecten (HCA deelakkoorden). Dit zijn dan ook vliegwielpilots voor de verdere verdieping en verbreding van de LLO samenwerking van de ROC’s. Voor de uitvoering kan subsidie bij de provincie Zuid-Holland worden aangevraagd (maximaal 25% van het totale projectbudget).

Inhoudelijk is het belangrijk ‘the next level’ flexibilisering te definiëren op het niveau van ‘skills’ en ‘skills-paspoorten’, waarbij vraaggericht en certificaatgericht kan worden opgeleid voor toekomstige transities.”  – Harry de Bruijn

Onderdeel van de HCA strategie is om ook het hbo in dezelfde richting te stimuleren. Ook daar zijn de vier grote hbo instellingen in Zuid-Holland bezig met het voorbereiden van een LLO alliantie: de LLO pijler onder de Zuid-Hollandse Impact Alliantie (ZHIA). Vanuit de HCA hopen en stimuleren we dat tussen beide allianties een hechte verbinding ontstaat: mbo en hbo samen voor bedrijven en inwoners. Omdat ook werkgeversorganisaties VNO NCW en MKB NL en branches zoals de bouw, metaal en techniek (Techniekcoalitie Zuid-Holland) zijn gaan versnellen, is het creëren van een actieve, brede leercultuur in Zuid-Holland kansrijker dan ooit.

© Vecteezy.com

Een internationale parel in Zuid-Holland is vanzelfsprekend de Rotterdamse haven. Het Haven Industrieel Complex (HIC) – bestaande uit de Rotterdamse haven en de regio’s eromheen – staat momenteel voor grote uitdagingen. Terwijl de energietransitie in volle gang is, blijkt het een pittige opgave om de klimaatdoelen te bereiken. Goed opgeleid personeel speelt hierin een grote rol. Hoe kan het HIC aan voldoende talent, menskracht én vakmanschap komen om de energietransitie waar te maken? Dat vereist een structurele, gezamenlijke aanpak. Daarom hebben partners van het HIC besloten om zich te verenigen in de Human Capital Coalitie Energietransitie Havens (HCCE). Wij geloven in samenwerking voor impact. Daarom willen we op onze beurt graag de energie en mogelijkheden vanuit de HCA Zuid-Holland verbinden aan de HCCE door Jonneke de Jong als kwartiermaker in te zetten.

Emissie reductie vereist mankracht

Zowel economisch, ecologisch, technologisch, demografisch en maatschappelijk staat het HIC voor grote uitdagingen. Nederland moet volgens het nieuwe regeerakkoord al in 2030 zijn emissies met 55% gereduceerd hebben. Ook het HIC moet daar zijn bijdrage aan leveren. Het bereiken van klimaatdoelen en het aantrekken en opleiden van voldoende menskracht om de energietransitie waar te maken, vraagt om een structurele regionale aanpak waarin bedrijven, publieke instellingen, (beroeps)onderwijs, onderzoekers en overheid intensief samenwerken aan het onderhouden en versterken van het regionale innovatie ecosysteem in Rotterdam Rijnmond.

Human Capital Coalitie Energietransitie als anker voor de energietransitie in de havens

In het HIC zijn partners ervan overtuigd dat de huidige uitdagingen te groot zijn om als partijen afzonderlijk op te pakken en dat lopende en nieuwe initiatieven gebundeld moeten worden. Daarom is het initiatief genomen om samen te werken aan de Human Capital Coalitie Energietransitie (HCCE). De HCCE is essentieel om talent, menskracht en vakmanschap aan te trekken en te ontwikkelen om zo de energietransitie binnen het HIC mogelijk te maken. Er wordt gewerkt aan een gecoördineerde aanpak om de samenwerking tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren, om mensen dus te kunnen opleiden en bijscholen voor banen in de energietransitie in de havens.

Om de partijen te ondersteunen hebben we vanuit de HCA een kwartiermaker voor de HCCE ingezet:  Jonneke de Jong. Jonneke heeft deze rol in opdracht van de EBZ en provincie vervuld van februari tot en met juli 2023. Vervolgens hebben partners in het HIC besloten om voor eigen rekening Jonneke langer aan zich te binden. Ze kan daarom de komende tijd voortbouwen op het waardevolle werk dat ze in de afgelopen maanden heeft geleverd om tot en succesvolle uitvoering van de agenda van de HCCE te komen. Zo heeft ze als kwartiermaker gezorgd voor:

  • Een plan van aanpak voor de inrichting van de coalitie, zoals het uitwerken van een toekomstbestendige samenwerkingsvorm en inrichtingsprincipes, het opzetten, uitwerken en implementeren van de governance en een partnershipsstrategie.
  • Een communicatieplan en communicatie uitvoering, zoals communicatie en organisatie van (online en live) bijeenkomsten.
  • Coördinatie van subsidie aanvragen, zoals Just Transition Fund en Nationaal Groeifonds.
  • Functioneren van het (bestuurlijk) netwerk rond de HCCE.

Samen bouwen

Het Zuid-Hollandse Human Capital beleid kent twee sporen: doen en bouwen. Het grijpt in elkaar, is met elkaar verweven. De bundeling van energie en mogelijkheden vanuit de HCA Zuid-Holland en de Human Capital Coalitie Energietransitie Havens is wat ons betreft een mooi voorbeeld van het bouwen-spoor: samenwerking voor impact.

Een belangrijk partnership van de Human Capital Agenda (HCA) Zuid-Holland is die met het Leiden Bio Science Park (LBSP). Het LBSP is een belangrijke innovatie- en transitieparel in de Leidse regio, met internationale betekenis. Wie kent niet de belangrijke bijdrage van Janssen aan de bestrijding van de Covid-epidemie? Het LBSP wil niet alleen een economische en technologische innovatieomgeving zijn, maar wil ook vernieuwing van de arbeidsmarkt, HRM en onderwijs realiseren. Daarom is er vanuit de HCA besloten om de krachten te bundelen, om samen te bouwen. Daarnaast gaat kwartiermaker Thijs Remijn aan de slag om te zorgen voor succesvolle concrete (LLO-, instroom- en HRM-)projecten, om gewoonweg te doen.

Zonder talent geen groei

Als het gaat om werkgelegenheid heeft het LBSP een indrukwekkende ontwikkeling laten zien. Om tegemoet te kunnen komen aan die groei zag eind 2022 de ‘Human Capital Agenda LBSP: Zonder Talent Geen Groei’ het licht. In deze agenda van en voor het LBSP staan drie vragen centraal, namelijk: Wat is de verwachte vraag naar talent in de komende vijf jaar? Wat is het aanbod van talent en van relevante opleidingen? En wat moeten we – in aansluiting op de lopende initiatieven – doen om vraag en aanbod van talent beter op elkaar te laten aansluiten? De zowel clustergerichte als regionaal georiënteerde aanpak maakt deze agenda uniek, en daarmee kan hij goed dienen als pilot voor een nieuwe manier van samen werken aan human-capital onderwerpen. Zo kunnen we accommoderen op andere manieren dan ‘met meer mensen’. Juist door verbeterde samenwerking van bedrijven op het gebied van HRM en door aandacht voor Leven Lang Ontwikkelen kunnen we accommoderen en de toenemende vraag naar personeel opvangen.

Van samen bouwen naar doen: concrete scholings-, HRM- en arbeidsmarktinnovatieprojecten

Het Zuid-Hollandse Human Capital beleid kent twee sporen: doen en bouwen. Het grijpt in elkaar, is met elkaar verweven. Vanuit de Human Capital Agenda van de Economic Board en provincie Zuid-Holland is besloten om de krachten te bundelen (bouwen-spoor). We hebben besloten om, samen met de Stichting Leiden Bio Science Park, een kwartiermaker opdracht te geven. Voor de uitvoering kan subsidie bij de provincie Zuid-Holland worden aangevraagd (maximaal 25% van het totale projectbudget). We hebben er alle vertrouwen in dat hiermee de benodigde funding voor de realisatie van de opgestelde Human Capital Agenda LBSP kan worden gegenereerd. Kwartiermaker HCA LBSP Thijs Remijn is vanaf 21 augustus aan de slag om te zorgen voor succesvolle concrete (LLO-, instroom-, HRM-)projecten (doen-spoor). Thijs heeft een achtergrond in zowel de (internationale) Recruitment & Consulting als in de Immunologie waarmee hij bij uitstek geschikt is om zowel de opzet als de uitvoering van het aanstaande Deelakkoord op zich te nemen.

 

In deze column neemt Ron Brans, Strategisch Projectadviseur Human Capital Agenda, je op speelse wijze mee in het beleid rondom de Human Capital Agenda (HCA) Zuid-Holland. Net als het literaire meesterwerk van Peter Buwalda, kent het beleid rondom de Zuid-Hollandse HCA twee parallelle sporen: doen en bouwen. We zien de kracht van beide, zowel afzonderlijk als in combinatie. Ron Brans licht drie concrete voorbeelden toe waaruit duidelijk wordt hoe deze sporen samenkomen met als doel de Zuid-Hollandse arbeidsmarkt op volle snelheid te houden.

Ron Brans, Strategisch Projectadviseur Human Capital Agenda Zuid-Holland:

“Sinds het uitkomen van de debuutroman van Peter Buwalda ben ik fan en ge-/ misbruik ik deze column over het Zuid-Hollandse Human Capital Agenda beleid om hem weer eens onder de aandacht te kunnen brengen. Peter Buwalda won in 2011 de Tzum-prijs voor de beste literaire zin in de roman Bonita Avenue. Die luidde: Hij was verpieterd op de kamer die hij huurde bij zijn oudtante in Overvecht, een buitenwijk met asbestflats, ‘dreven’ in plaats van ‘straten’, en een eigen station met twee sporen om op te gaan liggen. Ook dat Zuid-Hollands Human Capital beleid kent immers twee sporen.

Doen en bouwen, of bouwen en doen, of bouwen om daarna te kunnen doen, of doen zodat we daarop verder kunnen bouwen. Het grijpt in elkaar. Is met elkaar verweven. En zoals treinrails parallelle lijnen zijn die elkaar in het oneindige kruisen, is ook het bouwspoor gelinkt aan het doenspoor zonder dat ze een worden of samenvallen.

Sinds april ben ik strategisch projectadviseur bij de HCA Zuid-Holland en zie ik de kracht van beide. Afzonderlijk, maar zeker ook in combinatie. Drie voorbeelden wil ik benoemen: De start van kwartiermaker Thijs Remijn bij het Leiden Bio Science Park (LBSP), de start van Dominic Schrijer als procesbegeleider om het Internationale Talent Programma verder te brengen (waarom wel) en last, maar zeker not least de (simpele) verbindingen die gelegd zijn, maar die o zo belangrijk kunnen zijn om zaken verder te brengen.

We doen op het LBSP, werken toe naar een Deelakkoord om meer mensen bij- en om te scholen, om werkgevers de kracht van hun Human Capital te laten benutten, maar ook om Internationaal Talent aan te boren en te behouden. Daar ligt direct de link met de start van Dominic Schrijer. De noodzaak om Internationale Kenniswerkers aan te trekken en te behouden voor functies die niet ingevuld kunnen worden met (potentieel) beschikbare werknemers staat voor werkgevers buiten kijf. De vraag is hoe we dat het beste kunnen doen.

We bouwen samen door verbinding. Door kennis over in kind bijdragen opgedaan in een Deelakkoord als Energy Switch over te brengen naar de Digicampus GWW. Door een relatief nieuwe campus in Gouda in contact te brengen met het bestaande campusnetwerk van de MRDH. Door van elkaar te leren, door te inspireren, door samen te werken en door samen te bouwen.

Want de Zuid-Hollandse arbeidsmarkttrein die dendert voort en mag niet ontsporen. Daar leggen we ons niet bij neer.”

© Vecteezy.com

 

 

 

 

 

 

 

Ron Brans

Strategisch Projectadviseur Human Capital Agenda Zuid-Holland

 

 

De partners bij de Human Capital Agenda (HCA) zijn unaniem dat het van groot belang is, en zelfs nog belangrijker dan voorheen, dat Zuid-Holland zich inspant om internationaal talent aan te trekken en te behouden. Vandaar dat het reeds succesvol gebleken Internationaal Talent Programma – deels gefinancierd vanuit de HCA Zuid-Holland – opvolging krijgt. Maar waarom precies? En welke stappen zullen er nu worden ondernomen om tot Internationaal Talent Programma 2.0 te komen?

Gebrek aan gespecialiseerd menselijk talent

In de HCA is opgenomen: “Zuid-Holland kampt met een tekort aan gespecialiseerd menselijk kapitaal. Er is een grote, nog niet te vervullen vraag naar theoretisch geschoolde mensen in relevante sectoren voor de economie zoals ICT en cybersecurity, energietransitie en hightech-maakindustrie. Dat vereist toegang tot voldoende internationaal talent, omdat deze banen in onvoldoende mate door Nederlandse werknemers vervuld kunnen worden.” Hierbij is als kwantitatieve doelstelling afgesproken om tenminste 1.000 internationale werknemers aan te trekken of te behouden.

Veel partners zijn betrokken. Financierende partijen zijn:

gemeenten Den Haag, Rotterdam en Dordrecht, Provincie Zuid-Holland, Metropoolregio Den Haag, EZK/RVO, MKB Rotterdam-Rijnmond en VNO-NCW Rotterdam & Regio Rijnmond. Andere betrokken partners zijn RVO/EZK Stichting Leiden Bio Science Park, Leiden-Delft-Erasmus Alliance, Universiteit Leiden, Erasmus Universiteit, Rotterdam School of Management, De Haagse Hogeschool, Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Inholland, Hogeschool Leiden, IT Campus Rotterdam, Janssen Biologics, TNO, Royal IHC, KPN, ISISpace, IV-Groep, Focus ON VoF, Up Rotterdam, The Hague Tech & Fledgerr, YES!Delft The Hague, The Hague Security Delta, The Hague Business Agency, The Hague International Centre, Rotterdam Partners & International Centre, Expat Centre Leiden, Netherlands Maritime Technology, Deltalinqs, Economic Development Board Drechtsteden, Gemeente Zoetermeer, Gemeente Delft, Gemeente Leiden en AIESEC.

InnovationQuarter leverde de projectleider, Sasja Heijman. Zij heeft in de afgelopen jaren een stevige basis gelegd voor het aantrekken van talent naar de Zuid-Hollandse arbeidsmarkt, voor functies die in Nederland niet of lastig vervulbaar zijn. Diverse acties zijn uitgevoerd, waaronder ook workshops voor werkgevers en het bouwen van een jobwebsite.

De aanloop naar Internationaal Talent Programma 2.0

De praktijk bleek echter ook de nodige verbeterpunten op te leveren, om van te leren en vervolgens om te zetten in aanscherpingen. Als je leren predikt, is het zaak het zelf natuurlijk ook te (blijven) doen. Het kan in zo’n geval vruchtbaar zijn om enige afstand te nemen en zaken vanuit een ander of nieuw perspectief te bekijken.

“Als je leren predikt, is het zaak het zelf natuurlijk ook te (blijven) doen.”

Met die gedachten in het achterhoofd heeft de Stuurgroep van het Internationaal Talent Programma, deels gefinancierd vanuit de Human Capital Agenda Zuid-Holland, KplusV gevraagd om een advies over de vormgeving van een “Internationaal Talent Programma 2.0”. Dominic Schrijer (in den beginne zelf inspirerend lid van de Taskforce), verbonden aan KplusV, is vanaf de zomer aan de slag. Hij rapporteert zijn bevindingen (analyse en scenario’s) en advies eind oktober/ begin november, opdat de partners tijdig besluitvorming kunnen treffen over hoe verder in 2024.

© Vecteezy.com