De partners bij de Human Capital Agenda (HCA) zijn unaniem dat het van groot belang is, en zelfs nog belangrijker dan voorheen, dat Zuid-Holland zich inspant om internationaal talent aan te trekken en te behouden. Vandaar dat het reeds succesvol gebleken Internationaal Talent Programma – deels gefinancierd vanuit de HCA Zuid-Holland – opvolging krijgt. Maar waarom precies? En welke stappen zullen er nu worden ondernomen om tot Internationaal Talent Programma 2.0 te komen?

Gebrek aan gespecialiseerd menselijk talent

In de HCA is opgenomen: “Zuid-Holland kampt met een tekort aan gespecialiseerd menselijk kapitaal. Er is een grote, nog niet te vervullen vraag naar theoretisch geschoolde mensen in relevante sectoren voor de economie zoals ICT en cybersecurity, energietransitie en hightech-maakindustrie. Dat vereist toegang tot voldoende internationaal talent, omdat deze banen in onvoldoende mate door Nederlandse werknemers vervuld kunnen worden.” Hierbij is als kwantitatieve doelstelling afgesproken om tenminste 1.000 internationale werknemers aan te trekken of te behouden.

Veel partners zijn betrokken. Financierende partijen zijn:

gemeenten Den Haag, Rotterdam en Dordrecht, Provincie Zuid-Holland, Metropoolregio Den Haag, EZK/RVO, MKB Rotterdam-Rijnmond en VNO-NCW Rotterdam & Regio Rijnmond. Andere betrokken partners zijn RVO/EZK Stichting Leiden Bio Science Park, Leiden-Delft-Erasmus Alliance, Universiteit Leiden, Erasmus Universiteit, Rotterdam School of Management, De Haagse Hogeschool, Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Inholland, Hogeschool Leiden, IT Campus Rotterdam, Janssen Biologics, TNO, Royal IHC, KPN, ISISpace, IV-Groep, Focus ON VoF, Up Rotterdam, The Hague Tech & Fledgerr, YES!Delft The Hague, The Hague Security Delta, The Hague Business Agency, The Hague International Centre, Rotterdam Partners & International Centre, Expat Centre Leiden, Netherlands Maritime Technology, Deltalinqs, Economic Development Board Drechtsteden, Gemeente Zoetermeer, Gemeente Delft, Gemeente Leiden en AIESEC.

InnovationQuarter leverde de projectleider, Sasja Heijman. Zij heeft in de afgelopen jaren een stevige basis gelegd voor het aantrekken van talent naar de Zuid-Hollandse arbeidsmarkt, voor functies die in Nederland niet of lastig vervulbaar zijn. Diverse acties zijn uitgevoerd, waaronder ook workshops voor werkgevers en het bouwen van een jobwebsite.

De aanloop naar Internationaal Talent Programma 2.0

De praktijk bleek echter ook de nodige verbeterpunten op te leveren, om van te leren en vervolgens om te zetten in aanscherpingen. Als je leren predikt, is het zaak het zelf natuurlijk ook te (blijven) doen. Het kan in zo’n geval vruchtbaar zijn om enige afstand te nemen en zaken vanuit een ander of nieuw perspectief te bekijken.

“Als je leren predikt, is het zaak het zelf natuurlijk ook te (blijven) doen.”

Met die gedachten in het achterhoofd heeft de Stuurgroep van het Internationaal Talent Programma, deels gefinancierd vanuit de Human Capital Agenda Zuid-Holland, KplusV gevraagd om een advies over de vormgeving van een “Internationaal Talent Programma 2.0”. Dominic Schrijer (in den beginne zelf inspirerend lid van de Taskforce), verbonden aan KplusV, is vanaf de zomer aan de slag. Hij rapporteert zijn bevindingen (analyse en scenario’s) en advies eind oktober/ begin november, opdat de partners tijdig besluitvorming kunnen treffen over hoe verder in 2024.

© Vecteezy.com

Het begrip ‘circulaire economie’ is de meesten van ons inmiddels wel bekend. De Rijksoverheid beschrijft dit als een duurzame economie voor de toekomst, waarin bijna geen afval bestaat en grondstoffen steeds opnieuw worden gebruikt. Het belang van een circulaire economie wordt almaar groter in onze huidige maatschappij. Maar heeft u er ooit over nagedacht of circulariteit ook van invloed kan zijn op uw personeelsbeleid? Hoe zou dat eruit kunnen zien en hoe kunt u dat in de praktijk brengen? Hierover is uitvoerig gesproken bij de Riverboard, aan de tafel ‘Leven Lang Ontwikkelen’ (LLO). De Riverboard is een samenwerking van bedrijven, overheden, onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties in de Waterweggemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam.

Aad van Pelt, strategisch projectadviseur Human Capital: “Aangezien ik zelf al meer dan 35 jaar in Schiedam woon, kunt u zich voorstellen dat ik deze discussie en ontwikkeling niet alleen professioneel, maar ook persoonlijk volg en tracht te ondersteunen waar dat kan. De Riverboard wil toewerken naar een circulaire arbeidsmarkt, waarbinnen mensen actief aan de slag gaan met hun werkmogelijkheden (nu en in de toekomst) en makkelijk hun overdraagbare skills kunnen inzetten in de huidige of nieuwe functie(s). Dit zowel binnen als buiten de eigen organisatie of sector. Deze uitdaging is te groot voor afzonderlijke bedrijven en individuele medewerkers en juist daarom wordt de samenwerking in onze regio actief aangegaan om het doel te bereiken. Op termijn zal dit mogelijk in de vorm van een stichting gebeuren.”

Essentiële onderdelen van deze samenwerking zijn:

  • LLO blijven ontwikkelen, zoveel mogelijk aansluitend bij de grote transities in de maatschappij (verduurzaming, energietransitie, digitalisering, vergrijzing en ontgroening).
  • Soepele ‘transfers’ mogelijk maken van mensen, niet alleen binnen de eigen organisatie en/ of sector, maar ook tussen organisaties en/ of sectoren.
  • Zoveel mogelijk eigen regie bij de medewerkers zelf houden: hen empoweren en stimuleren

Een circulaire arbeidsmarkt als uitgangspunt voor duurzame verhoging van arbeidsproductiviteit én werkgeluk

Deze drie onderdelen leiden tot een duurzame verhoging van de arbeidsproductiviteit én bevorderen het werkgeluk van mensen. Daarom ondersteunen we de Riverboard bij de realisatie van Sociale Circulariteit in de vorm van het beschikbaar stellen van een kwartiermaker: ervaren human capital adviseur Eva Jeremiasse. Eva zal de komende maanden actief gaan bijdragen aan de totstandkoming van een operationeel plan, waar concrete (scholings)projecten op gebaseerd gaan worden en waar de provincie cofinanciering (maximaal 25%) voor beschikbaar kan stellen. Eva werkt bij Riverboard samen met Marita Dogterom, Esther van der Velden, Amy Oerlemans en Ronald Koot.

Wilt u meer weten over deze arbeidsmarktinnovatie en/of bent u zich aan het oriënteren op een Human Capital project, neem dan contact met het Human Capital programmateam. We gaan graag met u in gesprek over de mogelijkheden!

© Vecteezy.com

Afgelopen maandag was de Economic Board Zuid-Holland (EBZ) te gast bij Ter Laak Orchids in het Westland, waar we welkom werden geheten door kersvers EBZ-lid Edith Bentvelsen, managing director bij Ter Laak Orchids en Bouke Arends, burgemeester van de gemeente Westland. Ter Laak Orchids is een van de grootste orchideeënkwekers ter wereld en een innovator. Niet alleen op technisch vlak, maar ook op het gebied van duurzaamheid.

Het Westland is een belangrijk ecosysteem voor voedsel en innovatie in Horticulture en levert een substantiële bijdrage aan de groei en welvaart van onze regio. Ook kent het Westland een aantal grote transitie-uitdagingen waar men de schouders onder steekt.

Na de kennismaking met Ter Laak Orchids werd de bijeenkomst verplaatst naar Tomatoworld, waar we spraken over de ruimtelijke puzzel van de provincie Zuid-Holland. Er is een grote ruimtevraag: variërend van landbouw, natuur, woningen tot bedrijvigheid. Al die wensen passen niet als we het niet samen anders gaan doen. Bij politieke keuzes is het belangrijk dat naar de kracht van de economisch grootste en meest veelzijdige provincie van ons land wordt gekeken. Het bouwen aan en het behouden van innovatieve ecosystemen is daarbij belangrijk. Zuid-Holland beschikt over topclustering van kennis en ondernemerschap. Of het nu gaat om haven & maritiem, aerospace, hightech-maakindustrie, tuinbouw, of life sciences & health. Deze ecosystemen hebben grote economische waarde en dragen bij aan het oplossen van nationale opgaven. Ook hebben we gesproken over de negatieve beeldvorming die er momenteel is over het bedrijfsleven. Transities zijn broodnodig, maar transities kosten ook tijd. Het is belangrijk dat hier bij politieke keuzes rekening mee wordt gehouden. Het is goed om ons te realiseren dat het motto: “eerst verdienen, dan verdelen” Nederland groot heeft gemaakt.

Samenwerken voor een bloeiende economie

Door met elkaar in gesprek te gaan en te blijven, werken we samen aan wederzijds begrip en kunnen we gezamenlijk bouwen aan de economie die we uiteindelijk willen zijn en zo de brede welvaart voor álle inwoners verhogen. Met 80 partijen uit bedrijfsleven, onderwijs- en kennisinstellingen en overheden werken we aan de uitvoering van de Groeiagenda Zuid-Holland, waarmee we als Zuid-Holland een bijdrage leveren aan oplossingen voor heel Nederland.

 

Afgelopen maandag hebben collega’s van de EBZ deelgenomen aan een masterclass met als centraal thema: het StartupFrameWork©. Dit model, berekend door een geavanceerd algoritme, heeft snel aan populariteit gewonnen onder startup ondersteuners. Het wordt gebruikt als maatstaf om de groei en ontwikkeling van jonge ondernemingen te beoordelen. De sessie werd gegeven door het bedrijf Gritd in samenwerking met InnovationQuarter, de regionale ontwikkelingsmaatschappij van Zuid-Holland. In dit artikel deelt onze collega Roy Osinga (Senior Adviseur Strategie) de inzichten die deze inspirerende Masterclass heeft opgeleverd voor de EBZ.

Start met de hamvraag: startup of scale-up?

“Velen zijn zich ervan bewust dat startups zich in fases ontwikkelen, maar zelden zijn wij als investeerder, ondersteuner of accelerator in staat neutraal te kijken waar de startups nu eigenlijk staan. Ook voor de startende en groeiende onderneming is het moeilijk om echt objectief naar zichzelf te kijken. Te vaak worden dergelijke ondernemingen al te snel bestempeld als een scale-up. Dit terwijl de realiteit is dat zij de eerste fase – met bijbehorende marktvalidatie van het concept of idee – nog niet hebben afgerond. Als investeerder is het daarom belangrijk om te weten wiens probleem je nu écht oplost. Belangrijke vragen vooraf zijn de volgende: Focussen we op een duidelijk marktsegment? Is dit segment bereid te betalen? En hebben de klanten hetzelfde aankoopmotief? – Dit is echt een heel andere kwestie dan een aantal half betaalde demo’s doen.”

Nieuwe maatstaven voor startup succes: voorbij financieringsrondes en werknemersaantallen

“Het succes van startups wordt tot op heden vaak afgemeten aan gerealiseerde financieringsrondes en het aantal medewerkers. Deze resultaten lijken op het eerste gezicht heel nuttig. Desalniettemin geven deze geen inzicht in de gecreëerde waarde in de markt en daarmee ook niet in de kans om een impactvol ‘volwassen’ bedrijf te worden. Beide meetindicatoren zeggen immers niks over de marktadoptie van de ontwikkelde oplossing. Echte impact ontstaat pas bij grootschalige adoptie in de markt of als gevestigde spelers in de markt gaan anticiperen op de nieuwe speler.”

Te veel financiering jaagt onbewust inconsistente groei aan

“Er wordt in Nederland veel gesproken over het tekort aan Risicokapitaal in de Vroege Fase, maar meer geld vrijmaken voor startups is niet per se de oplossing voor de eerste levensfase van startups. Onderzoek van Gritd toont aan dat te veel financiering onbewust inconsistente groei aanjaagt. Het als regio ondersteunen van sommige startups – zeker die met duurzame en economische impact – is en blijft belangrijk! Het gesprek moet daarbij tevens gaan over hoe financiering als instrument ingezet kan worden gericht op de actuele levensfase en het in beeld brengen van de volgende mijlpalen. In een tijd van mogelijk krimpende middelen is het belangrijk om efficiënt en effectief te zijn als het gaat om investeren met gemeenschapsgelden. Vragen die daarbij horen zijn: wat zijn de echte sleuteltechnologieën, wie zijn de echte gamechangers en wat kan de markt zelf oppakken.  Daarnaast kunnen ook gevestigde bedrijven (MKB en corporates) belangrijk aanjagers van de transitie en duurzame groei en welvaart zijn. Sommige hebben daarbij wel een duwtje in de goede richting nodig. Dat kan ook ontstaan door een consistente overheid als ook een level playing field op sommige markten. Het is mooi als er na 22 november voldoende middelen blijven om gericht nieuwe bedrijvigheid te blijven aanjagen en ondersteunen gericht op de ambities uit de Groeiagenda van Zuid-Holland.”

Roy Osinga: “Impactvol volwassen worden, impactvol investeren.”

“De EBZ pleit ervoor dat partijen in Zuid-Holland zoals InnovationQuarter, incubators en accelerators gezamenlijk de handschoen oppakken om, net als in Brabant, de ondersteuning van startups en scale-ups verder op elkaar af te stemmen (vanuit de opgedane leerervaringen onder andere van dit framework) en zo te professionaliseren.”

– Roy Osinga, Senior Adviseur Strategie EBZ

Koningin van de binnenvaart, wordt ze wel eens genoemd. Op foto’s heeft ze vaak een bouwhelm op en ze voelt zich bij uitstek thuis in de maritieme sector, waar je de mens achter de spreadsheet nog kent. Femke Brenninkmeijer is CEO van NPRC, een coöperatie van zo’n 150 binnenvaartondernemers, daarnaast is ze voorzitter van de board van Maritime Delta, het maritieme innovatieprogramma dat uitgevoerd wordt door InnovationQuarter. Sinds een half jaar is ze ook lid van de Economic Board Zuid-Holland en daarmee heeft ze zich als bestuurder diep in het Zuid-Hollandse ecosysteem genesteld. In een persoonlijk interview spreken we haar over de maritieme sector, de binnenvaart, over hoe digitalisering een absolute voorwaarde is voor de logistiek én energietransitie, en over vrouwen in een mannenwereld.

Direct even met de deur in huis: wat betekent de maritieme industrie voor Nederland?

“Eigenlijk zie je pas de echte waarde van deze sector als hij er even niet is. Toen er een containervrachtschip vastliep en het hele Suezkanaal geblokkeerd werd, liepen ineens alle supply-chains wereldwijd vast. Tot dat moment realiseerden mensen zich niet hoe ongelooflijk efficiënt onze hele logistiek georganiseerd is. Iedereen heeft heel betaalbaar toegang tot allerlei producten van over de hele wereld. Dat kan alleen dankzij een hoog-efficiënte logistiek. Nederland staat wereldwijd hoog aangeschreven in hoe goed we onze logistiek organiseren. Natuurlijk is de maritieme sector ook meer dan logistiek, zee- en binnenvaart. Het zijn ook die state-of-the-art-schepen die onmogelijk grote windmolens plaatsen op zee om zo bij te dragen aan de energietransitie.”

En wat vervoert die binnenvaart nou eigenlijk?

“Álles. Bouwmaterialen voor de woningmarkt, ertsen en staal voor de auto-industrie, agri-producten, waaronder alle mout en gerst voor Heineken.”

Zonder binnenvaart geen bier dus.

“Haha precies, dat zou onze nieuwe leus moeten worden!”

“Tja, wat wordt er eigenlijk niet door ons vervoerd… 90% van alles wat wij als consumenten kopen, komt via zee binnen en wordt voor een groot deel per binnenvaart aan- en afgevoerd. Dat is echt gigantisch. Daarnaast zorgen we voor de aan en afvoer van grondstoffen en halffabricaten voor de Europese productiebedrijven. Het wordt niet altijd gezien, dat je als binnenvaart zo’n belangrijke schakel bent in die keten. Wij vervoeren bijvoorbeeld ook heel veel zout, bijna 20% van onze lading. Dat is weer een grondstof voor de chemische industrie waar je uiteindelijk bijvoorbeeld matrassen van maakt.”

Jullie willen in de Nationale en Regionale Maritieme Agenda concurrerende, klimaatneutrale schepen ontwikkelen. Wordt ons businessmodel dan het verkopen van die schepen?

“Ja, de schepen, maar zeker ook de klimaatneutrale technologie. Wij hebben hier in Nederland de grootste binnenvaartvloot uit Europa varen. Dus in de eerste plaats moeten wij zélf die klimaatneutrale technologie gaan implementeren. We hebben hier een verantwoordelijkheid om de binnenvaart beter te maken.”

Een ander speerpunt van de Maritieme Agenda’s is meer talent naar de sector aantrekken. Maar wat is er eigenlijk leuk aan werken in de maritieme industrie?

“Er wordt hier nog iets minder vanuit spreadsheets gewerkt, je verkoopt hier geen verzekeringen. Hier verkoop je iets tastbaars, iets zichtbaars, iets dat nodig is en bijdraagt aan de oplossingen voor de opgaven in de maatschappij. Daarbij zie je nog de personen achter de bedrijven.”

Wat grappig, ik ging ervan uit dat het meer om de cijfertjes zou gaan, maar jij beschrijft nu een sector waarin de mens centraal staat en waar je veel resultaat ziet van je werk.

“Nou ja, wat is er nou leuker dan dat je werk elke dag aan je voorbijvaart! Ons kantoor zit aan de Maas. De binnenvaart is vrij laagdrempelig, mensen zijn heel toegankelijk.”

Is er een bepaald type mens dat goed gedijt in de maritieme sector?

“Ja, ik denk wel dat je een beetje down-to-earth moet zijn. En concreet. Men houdt er iets minder van poespas.”

Om mensen aan te trekken heb je ook boegbeelden nodig. Wie is voor jou een maritiem boegbeeld?

“Ik vind het bijvoorbeeld heel leuk dat Marja van Bijsterveldt nu speciaal gezant is voor de maritieme sector. Zij stelt samen met de sector een nationaal actieprogramma maritiem op. En ze is ook nog eens mijn collega bij de EBZ.”

Wat doet Marja van Bijsterveldt zo goed?

“Ze is ontzettend benaderbaar, enthousiast, zeer betrokken en daadkrachtig. Ze heeft een open blik, pretendeert niet dat zij de wijsheid in pacht heeft. En ik zie een enorme drive in haar om dit van de grond te krijgen.”

En hoe vind je dan die mensen met wie je dingen voor elkaar krijgt?

“Beetje geloof uitstralen en verbinding brengen. Ik had bijvoorbeeld een half uur ‘zendtijd’ tijdens onze jaarvergadering van de NPRC. We kwamen economisch uit best een hectische tijd, waarin er veel werd gevraagd van mensen, zowel die op kantoor als van de ondernemers aan boord. Economisch ging het zo goed dat we de vraag bijna niet konden bijbenen. Fijn natuurlijk, maar de spanning nam ook toe in de club. En toen dat half uur zendtijd. Ik had natuurlijk een heel mooi verhaal kunnen houden over de omzetcijfers, maar ik dacht: nee, ik ga het daar over de liefde hebben.”

Ze begint heel hard te lachen.

“…ja, over de liefde! Ik dacht: het is hectisch geweest, mensen hebben tegenover elkaar gestaan, ik wil hier verbinding voelen. Wat brengt ons nou bij elkaar? Laat dat nou niet alleen die cijfers zijn. Als je het moeilijk hebt in het leven, dan zijn er altijd bepaalde mensen voor je. In deze groep wil ik dat wij elkaar ook op die manier vinden. Sterker, dat verwacht ik ook van je. Dat we samen onderdeel zijn van een groter geheel.”

Die jaarvergadering was van de NPRC, waar je directeur van bent. Wat doen jullie precies?

“NPRC is de grootste coöperatie van binnenvaartondernemers in Nederland. Er zitten zo’n 150 binnenvaartondernemers in, in alle scheepsgroottes. Ik ben directeur van het bedrijf en samen met Arno Treur (CFO) bestuurder van de coöperatie, maar ik heb een commerciële rol voor de leden. Ik sluit de transportovereenkomsten, samen met de collega’s, met alle industrieën in Europa. Dat werk bieden wij vervolgens aan aan onze leden; zij kunnen deze orders varen. We hebben een diverse klantportefeuille met bestemmingen door heel Noord-West Europa. En we hebben een hele diverse vloot die in staat is dit werk te varen en zo de producten te leveren aan onze klanten.”

En digitalisering zit bij jullie echt in de core van het bedrijf, toch?

“We hebben een eigen IT-systeem ontwikkeld; elk transport wordt bij ons digitaal verwerkt, alle communicatie over afrekening en ETA’s lopen via een app. Met die data kunnen we onze klanten én onze leden real-time informatie geven. Inmiddels hebben we zo veel informatie dat we zelfs in de Rijn-en-Maasdelta kunnen zien welke havenbedrijven het snelst en efficiëntst functioneren. We kunnen ook de CO2-uitstoot bijhouden. In de energietransitie is digitalisering echt een voorwaarde. Je kunt wel vergroenen, maar als je niet precies meet en weet hoeveel je uitstoot en wat je precies verbetert, dan blijft elke poging een losse flodder. Voor deze monitoring werken we ook nauw samen met BigMile, dat ervoor zorgt dat de gegevens over de CO2 geaccrediteerd zijn.”

Je bent nu ook als boardlid aan boord gekomen van de Economic Board Zuid-Holland. Waarom eigenlijk?

“Ja, weet je, bij de EBZ komen publieke en private belangen echt samen. Je kunt ondernemers laten zien wat de publieke belangen zijn – want of je wilt of niet, je moet daar als bedrijf toch in mee – maar je kunt ook de publieke partijen de kracht van ondernemers laten zien.”

“Daarnaast vind ik dat de EBZ een belangrijke rol heeft in het vormgeven van het verhaal van Zuid-Holland. Bij het Maritime Deltadiner mocht ik openen, toen zei ik: stel dat je alle 12 provincies in een hal neerzet met een standje, met welk verhaal staat Zuid-Holland daar dan? Hoe presenteren we ons naar de arbeidsmarkt, naar ondernemers, naar de samenleving?”

Kun je een voorzet doen voor één verhaal dat al die verschillende innovatieve sectoren in Zuid-Holland bindt?

“Dat moet je denk ik zoeken in de technologie. Als ik kijk naar de sectoren aerospace en maritiem, dan verschillen die niet enorm van elkaar. De een gaat door de lucht, de ander over land, maar ze zijn allebei bezig om dat zo efficiënt mogelijk te doen. En met de nieuwste technologie. En in de kassen zijn ze evenzeer bezig met efficiëntie en technologie.”

“Of misschien zit het hem wel in de aanwezigheid van de haven. Er is onderzocht dat er rondom havens wereldwijd heel veel innovatie ontstaat. Omdat daar allerlei denkbeelden uit verschillende landen samenkomen. Dat zit natuurlijk ook heel sterk in die Zuid-Hollandse omgeving.”

Je bent voorzitter van de raad van advies van Telstar Vrouwenvoetbal. Heb je zelf ooit gevoetbald?

“Nee, mijn dochter wel, ik zelf niet. Maar ik heb wel iets met vrouwen in een mannenwereld.”

O ja?

“Ja, daar werk ik in.” Ze glimlacht.

Hoe werkt dat, vrouwen in een mannenwereld?

“Ik was vorige week op een maritieme beurs. Daar zie je toch veel mannen en redelijk weinig vrouwen. De maritieme sector is een vrij technische omgeving, daar voelt een vrouw zich misschien iets minder snel toe aangetrokken. Daarom is het des te belangrijker dat de vrouwen naar buiten treden en laten zien dat ze het leuk hebben. Zodat onze sector ook voor de andere helft van de bevolking aantrekkelijk is.”

“Uit onderzoek blijkt: de Nederlander ziet een technisch beroep niet als iets voor een vrouw. En vrouwen blijken dat zelf ook zo te zien. Dat is een veel breder issue: hoe kijken wij naar technische beroepen en wie achten wij in staat om die beroepen uit te voeren.”

Jij spreekt heel veel binnenvaartondernemers; wat is een belangrijke les die je van ze hebt geleerd?

“Er wordt vaak gezegd dat de binnenvaart conservatief is. Ik vind dat een vervelend woord. Ze zijn juist vaak heel open: we willen wel verduurzamen, maar help ons met het ‘hoe’. En wat ik van ze leer: het zijn gewoon hardwerkende mensen. Die dag en nacht met hun bedrijf bezig zijn. Daar zit heel veel passie in, en trots. Dat zit heel diep verankerd. Daar kunnen velen een voorbeeld aan nemen.”

EBZ verwelkomt wederom nieuwe leden. Bouke Arends, burgemeester van gemeente Westland, wordt boardlid. Vanuit kennisinstellingen treedt Tjark Tjin-A-Tsoi toe, de nieuwe CEO van TNO.

Bouke Arends zal zich hard maken voor ontwikkelingen in het tuinbouwgebied. Hij brengt een groot netwerk in het Westland met zich mee. Tjark Tjin-A-Tsoi volgt binnen EBZ zijn voorganger Paul de Krom op. Beide nieuwkomers geven aan actief bij te willen dragen en hun netwerk en organisatie te willen inzetten voor de regio. Daar zijn we blij mee! We kijken uit naar deze waardevolle samenwerking met Bouke en Tjark.

 

Op 30 juni organiseerden de Economic Board Zuid-Holland en Provincie Zuid-Holland gezamenlijk een conferentie over de kansen die nationale fondsen bieden om die groeiagenda te realiseren. Hier een korte terugblik.


Al veel meer samenwerking in Zuid-Holland

“Met de samenwerking tussen overheden, bedrijven en kennisinstellingen in Zuid-Holland gaat het al een stuk beter”, gaf Jaap Smit aan, Commissaris van de Koning in Zuid-Holland en voorzitter van EBZ. De grote transities die we allemaal door moeten, lossen we alleen in gezamenlijkheid op. Met het oog op die transities en de komst van het Nationaal Groeifonds lanceerden we een jaar geleden de Groeiagenda Zuid-Holland met tachtig regionale partners. Deze actie- en investeringsagenda maakt de noodzaak tot samenwerking zichtbaar en gemakkelijker. Smit is er trots op dat zo veel regionale partners elkaar al weten te vinden en zo al heel wat nationaal fondsgeld voor o.a. Zuid-Holland hebben weten aan te trekken.

Regel je governance en zorg op tijd voor personeel

Michiel Muller (mede-oprichter Picnic en lid commissie Nationaal Groeifonds) merkt bij het Nationaal Groeifonds dat er al veel meer wordt samengewerkt in het land. Het aantrekken van geld voor innovaties is niet het probleem. Het op tijd uitgeven van het geld is een grotere uitdaging. Daarbij komt het aan op samenwerking, de manier hoe je die organiseert en structureert en ook op het tijdig beschikbaar hebben van voldoende en goed opgeleid personeel om de innovatie snel te kunnen uitrollen.

Rennen

Muller en Diederik Samson (Kabinetschef Europees Commissaris Frans Timmermans) hameren ook op snelheid en het nemen van risico’s om de transities op tijd te kunnen doorvoeren. ‘Denk niet langer: het zal mijn tijd wel duren’. Verduurzamen moet nú. En heb je een briljant innovatief concept, wacht dan niet op een level playing field. De elektrische auto is inmiddels niet meer weg te denken. Elon Musk van Tesla riep destijds: ‘niet om je heen kijken maar rennen’.

Het was een boeiende middag dankzij de inspirerende verhalen van Muller en Samson en de informatieve paneldiscussie over de inzet van subsidies en investeringsgeld met Natalie Burgers, Erwin Nijsse en Rinke Zonneveld.

Meer weten over de publieke fondsen?

Op 30 juni organiseerden de Economic Board Zuid-Holland en Provincie Zuid-Holland gezamenlijk een conferentie over de kansen die nationale fondsen bieden om de Zuid-Hollande groeiagenda te realiseren. Hieronder vind je belangrijke informatie over de derde ronde van het Nationaal Groeifonds en de vierde ronde van de Regio Deals.


Dien je voorstel in voor een quick-scan van het Nationaal Groeifonds:

  • Dit jaar gaat de 3e ronde van start waarmee voorstellen op het gebied van innovatie, onderzoek en kennisontwikkeling gefinancierd kunnen worden die bijdragen aan het duurzaam verdienvermogen van Nederland.
  • Nieuw is dat bedrijven, kennisinstellingen en andere organisaties rechtstreeks een subsidieaanvraag kunnen indienen bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voor in totaal € 2 miljard. Daarnaast is er net voorheen ook nog een route waarmee alleen departementen voorstellen kunnen indienen.
  • Je kunt nu al een voorlopig voorstel indienen voor de quick-scan.
  • Op 1 januari 2023 opent het loket voor indiening van definitieve proposities voor de derde ronde, 3 februari is de deadline.
  • Kijk hier voor meer informatie over het Nationaal Groeifonds


De indieningstermijn voor de komende Regio Deals nadert:

  • Het kabinet heeft € 900 miljoen gereserveerd voor de Regio Deals: voorstellen die zich richten op brede welvaart in de regio’s en die de samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen bevorderen. Voor 2023 is er al € 285 miljoen beschikbaar.
  • Vanaf 15 juli 2022 kunnen regio’s een voorstel indienen voor de vierde tranche bij het ministerie van BZK. Doe dat wel vóór 15 november 2022.
  • De Regio Deals in de 4e tranche worden medio 2023 bekend gemaakt.
  • Informatie over de voorwaarden waaraan een voorstel moet voldoen, is hier beschikbaar.

Vraag ondersteuning

Meld je vooral bij de partners achter de Groeiagenda Zuid-Holland zoals Innovation Quarter en de provincie, als je aan voorstellen werkt. Zij kunnen daar actieve ondersteuning bij bieden.

 

Op 17 juni bezocht de Economic Board Zuid-Holland de NL Space Campus in Noordwijk. Ruimtevaart is een florerende sector voor de regio en daarom één van de speerpunten in de Groeiagenda Zuid-Holland. EBZ deelt de zorg van de ruimtevaartsector: er is een langetermijnvisie van het Rijk nodig en extra budget voor de doorontwikkeling van de ruimtevaart in Nederland.

80% van de ruimtevaartactiviteiten in Nederland vindt plaats in Zuid-Holland en vooral in Noordwijk, Leiden, Delft en Den Haag. Jaap Smit, commissaris van de Koning in Zuid-Holland en voorzitter van de Economic Board: ‘ESA-ESTEC in Noordwijk trekt met al haar innovatiekracht steeds meer bedrijven aan en zo ontwikkelt zich hier een compleet ruimtevaartcluster. De verwachte groei is enorm en daarom investeert ook de provincie fors in de versterking van het cluster.’

Investeringen in NL Space campus

Samen met de gemeente Noordwijk ondersteunt de provincie in de ontwikkeling van NL Space Campus. NL Space Campus creëert plek voor open innovatie waarbij de aanwezigheid van ESA-ESTEC nog sterker verbonden wordt aan de drie universiteiten in Zuid-Holland en het space-ecosysteem van Nederland. De investeringen betreffen naast de inhoudelijke ontwikkeling van de campus ook het doorontwikkelen van de fysieke omgeving van de campus.

‘We dagen het Rijk uit om veel actiever mee te doen en mee te investeren in deze campusontwikkeling. En daarnaast zijn er grote zorgen over het nationale ruimtevaartbudget. Dat is van cruciaal belang voor een goede doorontwikkeling van deze sector met veel potentie, alsook voor de innovatiekracht die ruimtevaart kan bieden in andere sectoren.’

Nationale Agenda Ruimtevaart

In 2021 publiceerde de ruimtevaartsector in Nederland met steun van Zuid-Holland, Noordwijk, Leiden en Delft de Nationale Agenda Ruimtevaart. De landelijke overheid heeft daar tot nu toe nog weinig gehoor aan gegeven. De agenda roept op om werk te maken van een nationale langetermijnvisie op de ruimtevaart, een ambitieus programma en bijbehorende investeringen. Alleen zo kan Nederland haar sterke economische positie in deze sector behouden en kunnen innovaties gerealiseerd worden die nodig zijn voor een duurzame toekomst voor ons allemaal.

Strategische autonomie

De huidige oorlog in Oekraïne maakt onafhankelijke toegang tot de ruimte vanuit Europa belangrijker dan ooit. Die toegang is nodig om satellieten te lanceren voor navigatie, laser-satellietcommunicatie en aardobservatie. Daarmee kan worden bijgedragen aan maatschappelijke uitdagingen op het gebied van veiligheid, communicatie, klimaat, emissiemonitoring en precisielandbouw. Het is nodig dat Nederland zich vol blijft inzetten voor die onafhankelijke toegang tot de ruimte en daarmee de strategische autonomie van Europa.

Koploper in emmissiedata

Veilige satellietcommunicatie en emissiemonitoring zijn ontwikkelingen waarin grote kansen liggen voor de Nederlandse ruimtevaart. Veel landen waaronder Nederland streven bijvoorbeeld naar een zero emissie maatschappij in 2050. Ruimtevaart maakt dat mogelijk. Nederlandse ruimtevaarttechnologie geeft dagelijks een beeld van de luchtkwaliteit op iedere plek op aarde. Meten is weten. 25% van de emissies wereldwijd wordt niet verantwoord. In Nederland is een hele keten van wetenschap tot industrie aanwezig die emissiedata kan leveren en hier veel ervaring in heeft. Ons land kan een koppositie innemen in de opkomende wereldmarkt voor emissiedata.

Gewenste nationale ondersteuning

Kennis en kansen zijn er dus in overvloed. Wat nodig is, is een ambitieuze ruimtevaartvisie vanuit Nederland, met een scope die breder is dan de driejaarlijkse ESA-cyclus. De ruimtevaartsector vraagt:

  • Een interdepartementale aanpak (Defensie, I&W, OCW, EZK) die zowel Europees als nationaal gericht is
  • Extra investeringen in de sector:
    o Minimaal €50 miljoen per jaar (op BNP-niveau)
    o Het matchen van kansen die er zijn met het Nationaal Groeifonds, het Klimaatfonds, budgetten vanuit Defensie, etc.
    o Het Nederlandse ruimtevaartbudget daalt al jaren, ondanks stijging van de totale ESA-investeringen en inflatie
  • Regie op het ruimtevaartbeleid op een hoger ministerieel niveau en een sterk Netherlands Space Office (NSA)
  • Space campusontwikkeling als onderdeel van deze langetermijnvisie inclusief bijdragen van het Rijk

De Economic Board van Zuid-Holland ondersteunt deze oproep van de ruimtevaartsector. Kabinet, kom met een langetermijnvisie op de ruimtevaart!

 

Om elektrificatie van de binnenvaart in Nederland te laten slagen, is ook nieuwe regelgeving nodig’, zegt Koen van Eig van Zero Emission Services (ZES). ‘Het is onbegrijpelijk dat een binnenvaartschipper nu zowel energiebelasting als een opslag voor duurzame energie moet betalen voor het varen op batterijen maar niet voor het varen op diesel. Bij een gelijk speelveld stappen schippers eerder over naar elektrisch varen. Daar zou de landelijke overheid eens naar moeten kijken’

Zuid-Holland is het grootste maritieme knooppunt in West-Europa. Hier is het dus noodzakelijk om schoner te gaan varen en dat vraagt om een flinke innovatie van de scheepvaart. Versnelling van de energietransitie in de maritieme sector staat hoog op de groeiagenda van Zuid-Holland. De regio ondersteunt de bouw van emmissieloze schepen en de ontwikkeling van technologie voor die energietransitie en vraagt hierbij ook de steun van het Rijk.

Het bedrijf Zero Emission Services (ZES) ontwikkelde een concept waarbij binnenvaartschepen varen op verwisselbare containers vol batterijen en betalen per kilowatt verbruik. De batterijen kunnen met allerlei vormen van schone energie worden gevuld, zoals wind en zon. Aandeelhouders van ZES zijn het Havenbedrijf Rotterdam, ING, Ebusco en Wärtsilä. ZES kreeg onlangs een flinke subsidie toegezegd uit het National Groeifonds waarmee het inmiddels beproefde concept verder kan worden uitgerold.

Eerste elektrisch aangedreven binnenvaartschip ter wereld

In september 2021 ging het eerste binnenvaartschip ter wereld, de Alphenaar, met energiecontainers emissieloos varen tussen Alphen aan den Rijn en Moerdijk. De containers van ZES zijn in de huidige fase vooral bedoeld voor schepen die pendelen tussen vaste locaties. Die schepen moeten uitgerust zijn met een elektrische aanvoerlijn en dat zijn er nog maar weinig. De Alphenaar vaart nu nog met twee batterijcontainers, één voor de heen- en één voor de terugreis. Elke avond worden ze op het laadstation in de containerterminal in Alphen aan den Rijn opgeladen. Als in Moerdijk ook een laadstation wordt gebouwd, kan de Alphenaar met één container uit de voeten en kan de andere dure container vol batterijen worden ingezet op een ander schip. Het spel is dus om een schip niet met een lege batterijcontainer te laten varen. De ontwikkeling van de batterijen gaat heel snel. Nu vaart men nog 60 kilometer op een volle batterijcontainer. Binnenkort is dat al 90 kilometer. De proef met de Alphenaar verloopt succesvol. Er is al veel binnenlandse belangstelling voor het concept en ook vanuit België en het Ruhrgebied.

Over vijf jaar varen 40 schepen op batterijen

ZES is nu klaar voor de volgende, spannende ontwikkelfase. Met het geld uit het Nationaal Groeifonds en investeringen van de vier aandeelhouders wil ZES voor eind 2027 in het hele land 14 laadstations realiseren, 75 laadcontainers beschikbaar maken en ongeveer 45 schippers overhalen om elektrisch te gaan varen. De eerste focus ligt op containerschepen vanwege de gemakkelijke handling in de terminal, maar ook zal gekeken worden naar bulkschepen, werkschepen en passagiersschepen. Over vijf jaar is er dan een open-toegankelijk, rendabel en schaalbaar netwerk voor emissieloos varen in Nederland en kan het concept zichzelf bedruipen. Daarvoor moet nog wel heel wat water door den Rijn stroomen.

‘Het overtuigen van de scheepsondernemer is de grootste uitdaging.’ Elektrisch varen vraagt van die ondernemer een enorme investering. En dan moet hij echt weten of dit de juiste keuze is en dat hij niet teveel wordt beknot in zijn ondernemingsvrijheid. Wat gaat helpen is andere regelgeving en lokale ondersteuning. CO²-belasting op fossiele brandstof kan niet uitblijven en de belasting op batterijen zou moeten verdwijnen. Dan wordt elektrisch varen snel rendabel. ‘De provincie Zuid-Holland deelt deze visie en zij helpt ons ook actief mee  onze case op nationaal niveau te bepleiten. Bij de landelijke overheid moet er nog veel gebeuren’.

Lokale ondersteuning is ook gewenst

Daarnaast is de hulp van lokale overheden wenselijk om de benodigde laadstations operationeel te krijgen. De aanleg van enkele stations wordt nu mogelijk gemaakt door de subsidie uit het groeifonds, maar de lokale omstandigheden vereisen vaak nog meer operationele en financiële steun. Denk aan vergunningen, het opzetten van lokale consortia rond het laadstation, ondersteuning bij aanvragen van netaansluiting en nog enige aanvullende subsidiëring.

Koen van Eig vertegenwoordigt het Havenbedrijf Rotterdam in ZES. Na een initiële rol als projectleider binnen het consortium, ligt nu zijn focus op business cases, regulering en subsidies.

 

 

EBZ verwelkomt twee nieuwe boardleden: Stefan Sleijfer en Michel van Agthoven. Beiden spelen een belangrijke rol in de verschillende life sciences & health ecosystemen in Zuid-Holland.

Prof. dr. Stefan Sleijfer is voorzitter van de Raad van Bestuur van het Erasmus MC en decaan van de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen. Dr. Michel van Agthoven is hoofd van de Janssen Campus Nederland. Janssen is een van de grootste biofarmaceutische bedrijven en een van de grootste investeerders in research & development van ons land. Het bedrijf levert een belangrijke bijdrage aan de innovatiekracht en het verdienvermogen van Nederland.

Regionale samenwerking tussen de verschillende lifescience & health clusters zoals Leiden en Rotterdam biedt op diverse manieren grote meerwaarde voor organisaties in deze sector. Sleijfer en van Agthoven dragen binnen de EBZ bij aan verdere versterking van die samenwerking en de denk-, netwerk- en lobbykracht vanuit en voor de gezondheidssector. EBZ is blij met de toetreding van deze bestuurders en hun commitment om zich in te zetten voor het vernieuwen en versterken van de regionale economie.

Op 30 juni is de conferentie Publieke fondsen en Groeiagenda Zuid-Holland. Vanaf 15.00 uur (New Babylon, Den Haag) informeren we je over publieke fondsen zoals het Nationaal Groeifonds, Klimaatfonds en de regiodeals voor de grote transities in ons land. In het bijzonder gaan we in op hoe Zuid-Holland daarop inzet op basis van de Groeiagenda Zuid-Holland.

Michiel Muller (CEO Picnic en lid commissie Nationaal Groeifonds) spreekt over het Nationaal Groeifonds in relatie tot de regionale uitdagingen. Diederik Samson (Kabinetschef Europees Commissaris Frans Timmermans) zal een keynote speech verzorgen over de grote transities, Europees beleid en de positie van Zuid-Holland. In een paneldiscussie wordt nader ingegaan op de vraag hoe we publieke fondsen kunnen benutten om in Zuid-Holland de grote transities te realiseren.

 

Toekomstbestendige welvaart én welzijn, de energietransitie, verduurzaming en verstedelijking: Nederland staat voor enorme uitdagingen. In onze regio werken bedrijven, kennisinstellingen en overheden nauw samen om de economie te vernieuwen, versterken en verduurzamen. Op basis van de Groeiagenda Zuid-Holland investeren de sleutelspelers samen om de grote transities te realiseren.

Aanmelden

Wil je de conferentie bijwonen? Meld je hier aan.